Salatiga, romantisch
garnizoensstadje in Midden-Java
"Als ik twintig ben, steek ik mijn haar
op en draag een lange rok, zoals Ma",
dacht ik woedend, maar toen ik een
maal twintig was, droegen ze allen
korte rokken en werden de haren kort
gehouden. Ironie van het lot! Wel
kreeg ik toen de voldoening dat
tussen al die volwassenen met hun ongedwongen houding stond je schutterig met de
armen op de rug
"boyish slim" als ideaal gold!
Jan vertelde dat al de nieuwelingen
soms bijeenkwamen in Hotel Jansen,
waar hij woonde. Dan werd er ge
musiceerd en gezongen. Nu, de top
hits van die dagen kende ik ook, want
wij schoolmeisjes verzamelden de tek
sten in speciale schriften. "Ik strandde
laatst met de Messina", "Aloha Oe",
"K...k...k...Katy, beautiful Katy..." Op
een keer kwam de heer Fransimon,
eigenaar van Hotel Jansen, mijn broers
waarschuwen dat er iemand naar hen
gevraagd had. Deze "baar" bleek een
oude kennis, die ze in 1909, tien jaar
mijn oom ontmoette hij een blond of
ficiersvrouwtje, wier man op manoeu
vre was. "Als dat mijn vlam van de
Haagse H.B.S. niet is!" riep hij, trok
haar naar zich toe en jubelde:
O, lieve Beppie, Beppie, Beppie,
doe een steppie, steppie, steppie,
Ik ben razend,
je danst verbazend
en ze ging er maar al te grif op in.
Dat was eigenlijk het begin van het
einde van zijn Indische carrière. Met
(SLOT)
Semarangse "Baren" in Salatiga
eerder, als kind in Holland verlaten
hadden. Laat ik hem Onno noemen.
Hij was 2de stuurman op een K.P.M.-
boot geweest, maar nu op zoek naar
een baan in de handel.
"Zal me wel lukken, mijn oom is direc
teur van die en die handelsvereni
ging". Ze namen hem mee naar de
Stadstuin, waar hij de ukelele van een
Hawaii-muzikant te leen vroeg en de
volgende dag bracht hij een guitaar
vol linten mee. "Elk lint kreeg ik van
een meisje", nu het was een bos! Hij
had in Scheveningen Louis Davids zelf
horen zingen en als we nu naar de
Kloof in Ambarawa gingen picnicken,
met allerlei ongehuwde jongedochters
uit Salatiga erbij, tokkelde Onno op
zijn instrument en zong uit volle borst:
In het bos, in het bos,
op het heerlijk zachte mos
Lig je onder de hoge bomen,
met een zonnige lach
Op een lieve zomerdag,
van geluk en zaligheid te dromen.
Met deze Onno was de beer los. Hij
vroeg mijn vader "eventjes" diens
auto te leen, maakte een dodenrit
naar Soerabaja en reed alle vier de
banden aan flarden. Op een feestje bij
door EMS I. H. VAN SOEST
Als ik zaterdag uit school kwam, tintelde ik van spanning. De broers zouden
overkomen! De wereld van de volwassenen ging voor me open en wat ze alle
maal zouden meebrengen in hun koffersI Tegelijk bereidde ik me voor op
kritiek van Wim. Mijn vriendinnen waren in zijn ogen kinderen, dus die zag je
over het hoofd, zelfs Greta Bakx uit Batavia, die al 15 was. Ik hoefde hem niet
te vertellen dat Marietje van Rooyen bewonderend zijn portret bekeken had en
gezegd: "Die broer van jou lijkt op Rudolf Valentino - wat een fluwelen ogen!"
Nee, voor Wim gold als maatstaf dat een meisje twintig moest zijn. Wat had ik
een hekel aan ze! Ze werden me altijd ten voorbeeld gesteld. Ze roken altijd
lekker, hun haren zaten perfekt, hun jurken ook. Hun conversatie was ad rem
en geestig, ze dansten gracieus de foxtrott, in een woord ze waren onberispelijk.
Als elfjarige stond je machteloos. Je armen waren te dun, je benen te lang,
je houding onhandig.
Het staat me bij als was het gisteren
gebeurd. Het had geregend en de slo-
kans waren boordevol. Verzaligd stop
te je schoenen en kousen in je school
tas en waadde de hele Toentangse
weg af door het water. Tot je huis in
zicht kwam en de adem je in de keel
stokte. De broers waren er al en niet
alleen! Dat gebeurde vaak tegenwoor
dig, mijn vader stelde nooit beperkin
gen aan het aantal logé's. Er waren
immers veldbedden! De kersvers uit
Holland komende Semarangers wiesen
in aantal. Morsink en Oudshof, Schro
der en Groenevelt, Hufstadt, Bouman
en Lomme, ze kregen elk hun aandeel
aan Salatiga's frisheid, picnics en fes
tijnen in de soos.
Met de moed der wanhoop stapte ik
uit de slokan, mijn jurk was aan de
zoom kletskliedernat. Ik hoorde Wim
al: "Meisjes van twintigIk joeg
als een haas door de tuin, ging ach
terom het huis binnen via de trap,
vloog op mijn kamerdeur afom te
ontdekken dat Ma dit heiligdom als
logeerkamer had bestemd voor twee
nieuwe "baren". Ik keek in verbaasde
ogen, zag dat de ene Semaranger juist
zijn overhemd dichtknoopte en vloog
als een wervelwind naar de ouderlijke
slaapkamer, waar Ma juist het fluwelen
bandje met het gouden medaillon om
haar hals bevestigde. Ze keek naar
mijn onwezenlijke zeenimfverschijning,
haar ogen begonnen te tintelen met
pretlichtjes. "Ach lieve schat, ik haal
wel een droge jurk voor je!" Die droge
jurk kon je toch niet verzoenen met
het fiasco van daareven. Een van de
vier gasten had een fototoestel bij zich
en al stribbelde je tegen, je moest er
op. Tussen al die volwassenen met hun
ongedwongen houding stond je schut
terig met de armen op de rug naast
de man van het overhemd, welks
boord nu een vlinderdasje sierde. En
jawel hoor, toen de cameraklik ver
klonken was, kwam Wim op me toe.
"Je had moeten lachen, Em, je was
het enige meisje op de kiek. Moet je
die meisjes van twintig zien lachen,
als ze gekiekt worden!"
10