ShanuuU cavwraoBv DIAMOND SMAL in vele slijpsels, gewichten en kwaliteiten, los gekocht, of gezet in fraaie juwelen, tegen uiterst aantrekkelijke prijzen, (ook in groeisysteem) inkoop/inruil/taxaties beleggingen verkoop aan particulieren uitsluitend van maandag tot en met vrijdag 12-17 uur diamantbeurs kamers 49-51 weesperplein 4 - amsterdam tel. 020-25.50.14/25.82.75 telex 14367 facet nl ledereen die hier voor het eerst in Jakarta komt, verbaast zich over het verkeer, dat in één woord verbijsterend is. Ze doen maar raak en Allah zorgt er wel voor dat de Gordiaanse knoop af en toe met veel gemier en gevloek uit mekaar komt. Het is een echte asfalt-jungle en geldt hier als in de echte jungle het recht van de sterkste. Of, als je tenminste van de Indonesische Kantjil-sprookjes houdt, het recht van de slimste. Hier hoort even een kleine uitleg bij. Het recht van de Sterkste. Hoe groter, zwaarder en sterker je voertuig des te banger is elke andere weggebrui ker, of zoals U wilt, wegpiraat. De stadsbussen zijn daar het beste voor beeld van. Die gaan echt voor niets en niemand opzij. (Volgens de stati stieken waren er in 1978 in totaal 7953 verkeersongevallen en daarvan kwa men 972, dus 12%, voor rekening van de bussenl) Het recht van de Slimste. Net als in de Kantjilverhaaltjes: hoe kleiner en pienterder, hoe makkelijker je uit de moeilijkheden komt. Al is het, net als in de Kantjilverhaaltjes, meestal wel pienter-boesoek! Dus bemo's, motors en fietsen slippen overal langs en tus sendoor en kunnen lekker opschieten. Want als het verkeer vastloopt op straat, apa boleh buat, dan ge je snel een stukkie eromheen over het trottoir, ja toch?! (En eens zag ik een haastige boeaja dwars door een paar voortuin tjes gaan toen zelfs het trottoir ver stopt raakte, tsk.tsk, tsk!) ledereen klaagt steen en been over het tekort aan discipline in het ver keer. Dat is het natuurlijk wel, maar er zit volgens mij toch ook ergens een typisch Oosters trekje in, dacht ik. Want men vindt het hier doodgewoon verduiveld gezellig om een beetje te dringen, voor de beurt te gaan, kortom gewoon een beetje moeilijk zijn voor mekaar. Echt waar! Dit zie je overal van etenswaar. De straat is voor de voetgangers. En omdat door die ver brede straat opeens zo verschrikke lijk veel ruimte is ontstaan is er ook nog veel meer plaats voor nóg meer straatventersEn dit is een prach tig proces om te zien hoe alles in een mum van tijd weer dichtgroeit. Trot toirs zijn dus voor de handel van eten. Eerst zijn het van die rijdende of draag- kraampjes. En om de vaste klanten kring wat betere service te geven komt men al gauw met wat stoeltjes of bankjes. Maar dat gesjouw elke dag met al dat meubilair is ook niks dus komen al gauw wat staken en een zeildoeken dakje en dan heb je nóg een permanente eetstand erbij die je met geen mogelijkheid meer weg- krijgt En al die etende mensen trekken im mers al gauw verkopers van andere waar aan? Het trottoir is dus al gauw te klein geworden. Maar gelukkig is de straat immers net verbreed? Dus worden vóór die eettentjes, zomaar op de straat wat matjes gespreid, daarop de handel neergezet en hebben we er nóg een rij verkoopkraampjes bij. (De voetgangers gaan er wel rus tig omheen en het verkeer scharrelt wel verder!) En als de straat erg veel meer verbreed is dan hebben we in no time nog vóór de straat officieel is ingewijd de verkopers al iets van drie rijen dik staanEn dusis die nieuwe brede straat van nu weer even smal als toen vroeger! Maar wel véél gezelliger want er zijn nu veel meer tentjesI ROGIER hier in het Oosten, van Istanboel tot MeraukeI En dat zie je vooral bij pasars en zo. Hoe nauwer en moeilij ker de paadjes tussen de vele handel tjes hoe voller het met kopers/koop sters is. Een straat of pad kan niet nauw genoeg zijn of er kan toch nog altijd wel een figuur zijn die er durft te staan En dat is de andere reden waarom het verkeer hier vaak zo verschrikkelijk vastloopt. Moeilijk zijn voor mekaar en aan de andere kant toch een soort van "leef en laat leven" en proberen we met veel geduld, gesmeek en soms ge vloek toch maar door te ploeteren met z'n allen. De één om van A naar B te gaan en de andere om gewoon zijn dagelijks hapje te verdienen. Zoals op de foto hierboven. Geno men op Tanah Abang. Die "boekit" daar, heb ik nooit anders gekend dan één verschrikkelijke bottle-neck waar mensen, betjaks, auto's en sadootjes vochten om door te komen. Op een goeie dag gaat het echt niet meer vinden Gemeente en Verkeerspolitie en worden drastische maatregelen ge nomen. De straat MOET verbreed wor den. Er worden van de winkels en huizen aan beide kanten van de straat één tot twee meter ingepikt, dat wordt afgebroken en zo kan de straat fraai breder worden! Maar in Indonesia bestaan eigenlijk geen trottoirs, dat wist U wel. Want trottoirs zijn voor de verkoop. Vooral 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 5