RESTAURATIE PEUTJUT
KERSTKRANDJANG 1980
dienst aan wetenschap en kunst te
kunnen bewijzen, en hij plaatste een
extra grote advertentie in zijn courant,
"waarbij eene collectie van 300 car
tons (of daaromtrent) van die fotogra
fieën verkrijgbaar wordt gesteld". Ook
spoorde hij zijn vriend Potgieter in
Amsterdam aan, zijn vrienden daarop
opmerkzaam te maken. "Het zou aller
aardigst zijn, zoo er ook uit Nederland
eenige bestellingen kwamen". Ter aan
beveling liet hij daarom enige foto's,
op karton geplakt aan Potgieter door
een vriend, de Hr. Voute, overbrengen
en spoorde hem aan, die aan zooveel
personen te laten kijken als mogelijk
was. De bestellers behoefden maar
te schrijven, om "zoo goed als per
keerende mail de verlangde afdrukken
te ontvangen" (Brieven a. Potgieter II,
168).
Jammer, dat men er nooit toe overge
gaan is, om van Van Kinsbergen's fo
to's een boekwerk met goede repro
ducties te maken. Blijkbaar was de
kunst van reproduceren een eeuw ge
leden nog niet zo ver gevorderd, dat
men tot zo iets in staat was. Als men
voor een boek of tijdschrift een re
productie wenste, maakte men er een
z.g. houtgravure van. Begrijpelijk is,
dat de foto's der Javaanse oudheden
daardoor veel van hun oorspronkelij
ke schoonheid verliezen zouden. Van
latere fotoreeksen heeft men wel fraaie
reproducties kunnen maken, b.v. van
de Prambanan of van de tjandi Singa-
sari en Kidal. Liefhebbers dienden dus
de oorspronkelijke afdrukken te kopen,
wat destijds geen kleinigheid was:
1053,Echte, goede, harde Neder
landse zilveren guldens! Aan bevrien
de binnen- en buitenlandse weten
schappelijke instellingen werd evenwel
een beperkt aantal exemplaren cadeau
gedaan, b.v. aan het Koninklijk Insti
tuut voor Taal-, Land- en Volkenkunde,
eertijds in Den Haag, thans te Leiden
en de Royal Asiatic Society te Londen.
Immers deze instituten zijn weliswaar
heel waardig en beroemd, doch be
schikken lang niet altijd over de on
misbare pegulanten.
De oorspronkelijke negatieven bleven
eigendom van het Nederlandsch-ln-
dische Gouvernement en kwamen bij
de Oudheidkundige Dienst. Doch hoe
veel schade deze kostbare collectie
glasplaten in en na de oorlog heeft
opgelopen, zou ik niet kunnen zeggen.
Eén verzameling afdrukken is echter
onherroepelijk verloren gegaan, t.w.
de z.g. Kleine Portefeuille in het bezit
van het eerwaardige "Rotterdamsche
Leeskabinet" aan de Oude Haven, bij
de grote brand van 1940.
Behalve in zijn fotografisch atelier be
haalde Van Kinsbergen triomfen op de
planken. Zijn relaties met de Bataviase
Schouwburg schijnen nooit verbroken
te zijn geweest. Omstreeks 1873 orga
niseerde hij met hulp van liefhebbers
een voorstelling van "La fille du Régi
ment", een Franse komische opera van
de Italiaan Donizetti. Voorlopig had
dit geen vervolg. De buitenlandse
(Franse en Italiaanse) operagezel
schappen bleven Java regelmatig be
zoeken en daar was geen speld tussen
te krijgen.
In 1874 heeft Van Kinsbergen het eens
met het toneel geprobeerd, want pas
in 1902 waagde een eerste Nederlands
toneelgezelschap, dat van Royaards,
zich op de Bataviase planken.
Busken Huet meldt in zijn brief aan
Potgieter van 7 november 1874 dat de
heer Van Kinsbergen "dezer dagen
tweemalen den "Médecin malgré lui"
(Dokter tegen wil en dank) van Moliè
re en "Ie Serment d'Horace" geeft,
beiden door mij vertaald. Vooral de
Médecin is uitmuntend van stapel ge-
loopen, en ik kan mij niet herinneren,
(wat betreft) kostumes, dekoratiën en
ameublement, ooit in Holland iets zoo
goeds gezien te hebben. Kinsbergen is
een theater-direkteur van professie en
drilt de heeren en dames hier naar den
aard". De rol van Géronte werd in de
Médecin vervuld door Bakhuizen van
den Brink Jr., zoon van de vermaarde
rijksarchivaris en historicus, die bij de
Huet's logeerde en in Indië maar moei
lijk zijn draai kon vinden.
Huet's wens dat nu eens een Neder
lands gezelschap de grote oversteek
vanuit Holland naar de kolonie zou
durven ondernemen, bleef voorlopig
onvervuld. Men moest het voor opera
en toneel nog bij amateurs of buiten
landse gezelschappen zoeken, doch
een twintigtal jaren later - Isidore was
ondertussen zeventiger geworden -
kwam daarin plotseling een verande
ring ten goede. rs|ot Volqt)
NOTEN
Ook buiten Europese kringen fotografeer
de van Kinsbergen, b.v. maakte hij een por
tret van de oudste zoon van de regent van
Bandoeng in bruidegomsgewaad, Raden
Kartaningrat, zomede een foto van de grote
gamelan van deze regent. De bekende arts
J. Groneman, die bij het fotograferen tegen
woordig was, heeft er over geschreven.
(Waar of onwaar, pag. 180).
2) Op 4 mei 1864 besloot de Resident der
Preanger-Regentschappen, dat van Kinsber
gen voor 1200,de fototoestellen van de
grote natuurvorser Franz Junghuhn mocht
overnemen, die op 24 april daaraan vooraf
gaande te Lembang overleden was.
Denkt U aan de Kerstkrandjang?
We zijn dit jaar misschien wat vroeg,
maar hoe eerder hoe beter zullen we
maar zeggen. Elk bedrag is welkom,
giro-betaling naar boven afgerond, een
paar kwartjes in de Bruine Bus, het
heeft aan tientallen gezinnen geluk ge
bracht, hopelijk dus ook dit jaar weer!
Trima kassi bij voorbaat
Charitatief Fonds Tjalie Robinson
De Generaal Köhlerlaan op het gerestau
reerde deel van Peutjut.
Reeds gedurende enkele jaren is de
Stichting Peutjut-fonds bezig de ere
begraafplaats Peutjut te Banda Atjeh
(Kota Radja) op Noord Sumatra weer
in oude toestand te brengen. Daarnaast
is dagelijks onderhoud noodzakelijk
om te voorkomen dat de alang-alang
en andere plantengroei deze prachtige
begraafplaats weer overwoekert.
Dankzij de bijdragen van zeer velen en
ook een bescheiden subsidie van
C.R.M. is er in de laatste jaren veel tot
stand gekomen.
De Gouverneur van de autonome Pro
vincie Atjeh Prof. A. Madjid Ibrahim
en de burgemeester van Banda Atjeh
Drs. Djakfar Ahmad geven alle mede
werking.
Zo is met groot eerbetoon de Comman
dant van de eerste Atjeh-expeditie, de
generaal-majoor J. H. R. Kohier Ridder
M.W.O. 4, op Peutjut herbegraven.
Sindsdien hebben, op verzoek van de
nabestaanden en met medewerking van
de Atjehse autoriteiten, meerdere her
begrafenissen op Peutjut plaats ge
vonden.
De restauratie van Peutjut gaat regel
matig door en deze begraafplaats be
gint weer een indrukwekkende rust
plaats te worden voor de velen die in
de uitvoering van hun plicht het hoog
ste offer hebben gegeven.
Er is nog veel werk te verrichten. Het
Ministerie van C.R.M. heeft reeds laten
weten, dat in verband met de algemene
bezuiniging de subsidie aan het Peu
tjut-fonds géén hoge prioriteit heeft.
Wij hopen daarom des te meer, dat U
Uw bijdrage wilt blijven geven, zodat
wij het grote werk af kunnen maken.
Dat hebben zij, die daar hun laatste
rustplaats hebben, zeker verdiend.
De voorzitter van de
Stichting Peutjut-fonds
F. VAN DER VEEN
Luitenant-generaal b.d.
STICHTING PEUTJUT-FONDS
Postbus 22
2060 AA BLOEMENDAAL
Giro 3.56.46.00
Weinig dingen zijn op zichzelf onmo
gelijk en de toewijding om ze te be
reiken ontbreekt ons vaker dan de
middelen. La Rochefoucau|d
8