En zo vertrokken we in 1953 opnieuw naar Nederland. We kwamen in een pension in Arnhem. Vanwege de vele kinderen konden we geen kamers bij elkaar krijgen en ze werden over het hele pension verspreid. Overal in het pension kwam je wel een Boekholt tegen. We moesten ons wel behelpen, maar de Duitse pensionhoudster was erg lief voor ons. Niet lang daarna kre gen we dit huis in Den Bosch. Henk had een baan bij Lips Fabrieken in Drunen. Hier in Holland zijn we eigenlijk het langst bij elkaar geweest, de kinderen, mijn man en ik. Hier is mijn man ge storven in 1978. Een week voor zijn 65ste jaar kreeg hij zijn eerste hartinfarct en hij was bronchitis-patiënt. Hij is de laatste jaren helemaal niet goed geweest, maar hij bleef toch altijd de spil waar alles om draaide." We eten heerlijke lemper en drinken koffie en stroop met kolang kaleng en agar-agar. Het is triest buiten, men- doeng, kil. Ineke, de oudste dochter die bij moeder Boekholt woont, draagt stapels foto-albums aan, vertelt er het een en ander bij. Ze heeft dat vlotte van iemand met een maatschappelijk goede positie en dat hartelijk-vrije van de oudste dochter die gewend is de honneurs waar te nemen. Van het zo volle huize Boekholt zijn deze twee vrouwen overgebleven. En ze zullen er altijd zijn als op alle mogelijke en onmogelijke tijden een van de jongens komt binnenwippen. Om even naar Ma te kijken, iets te vertellen of te zien of er "wat lekkers" is. 9 van de 11 kinderen wonen nog in de buurt van Den Bosch. In de keuken van Nelie Boekholt staat altijd wat lekkers klaar. Het is haar lust en haar leven dat koken, je kunt er haar midden in de nacht voor wakker maken, zoals je anderen midden in de nacht kunt wakker maken voor een lekkere portie van haar eten. Pa Boekholt, hij is in mijn relaas amper genoemd, maar hoe voelbaar leeft hij eigenlijk nog in en buiten dit verhaal. "Hij was een echte "godfather", zei Ralph, "een sterke man met principes en gewoonten waar hij niet van af week. Zelfs toen hij oud en ziek in zijn stoel zat, in zijn pyama met een wollen sjaal om". "Had hij heimwee naar Indonesië?" "Een chronisch heimwee. Niet ziekelijk (lees verder volgende pagina) Ralph (de jongste) over zijn moeder "Ik heb mijn moeder altijd gezien als een troostpunt in huis. Altijd thuis, meestal in de keuken, bezig de dingen te maken waar wij van hielden. Als je thuis kwam van school of werk, na een rotdag soms, dan wist je één ding: er is iets lekkers te eten, Ma is er. En Pa is er, met hem kun je praten." 42 Jaren van lief en leed, gebouwd op de veilige basis van een ouderwets huwelijk. Hendrik Coenraad Gerard Boekholt werd in Emmahaven (Padang) geboren, studeerde op de K.E.S. in Soerabaja en werd technisch ambtenaar bij de PTT in Bandoeng. derkamer had. Ze wilde die eigenlijk helemaal niet verhuren, maar misschien had ze wel kassian met de kinderen. Zo groot was haar kassian ook weer niet, want ze vroeg f 400,voor die zolder, zonder WC of badkamer. Goed, maar we waren tenminste onder dak al moesten we naar beneden voor het toilet en naar het badhuis. Nou, we hadden al spijt ooit naar Nederland gegaan te zijn, maar en dan? Gelukkig, in 1948 kreeg mijn man een telegram uit Jakarta, of hij terug wilde komen. Niet te lang, hij ging vooruit per vliegtuig, nadat hij een hoge ver zekering voor ons had afgesloten. Toen kregen we bericht dat zijn Con stellation in brand was gevlogen, maar hij was er al uit. "Je was bijna rijk geweest kind", schreef hij me, te erg toch? In 1949 kon ik met de kinderen terug. Met de Sibajak, dat was een prettiger boot dan de Oranje, die was zo gek gebouwd, iedereen werd zeeziek door dat geschommel!" "Hoeveel kinderen kreeg U nog na de oorlog?" "Vier. Lex, Henk, Marianne, Ralph, al lemaal nog in Indonesië geboren. Wim, de oudste stiefzoon, was in Nederland achtergebleven, hij studeerde aan de Kunstacademie. Mijn man werd weer in Bandoeng geplaatst, hij was Gedi plomeerd Hoofd Technisch Ambtenaar PTT, daar bleven we wonen tot 1953 in de Van Neckstraat. Op een dag kwam Henk thuis. "Inpakken", riep hij, "ik heb mijn ontslag gevraagd, dit neem ik niet!" Het bleek dat zijn pro motie niet was doorgegaan en een Indonesiër de plaats gekregen had die hij had moeten hebben. Het was aan de ene kant misschien wel logisch, maar hij was nu eenmaal erg driftig en impulsief. Dan beslist hij meteen iets, waar hij niet meer op terugkomt. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 13