Bezettingskroniek 1942-1945 (10) NEDERLANDS-INDIË 1940-1946 - door Jacob Zwaan Een overzicht van wat er buiten de kampen op Java en elders voorviel, verzameld uit kranten, brieven, dagboeken enz. 5 februari 1944 Volgens de Java Shimbun worden de Japanse schildwachten op straat te weinig gegroet, vooral Chinezen, In do's en vijandelijke onderdanen groeten praktisch niet. Daar moet een einde aan komen. 8 februari 1944 Vanuit Batavia zijn 600 gevangenen naar Singapore vertrokken om, zoals de geruchten beweren, in Burma een spoorweg naar Thailand aan te leggen. 15 februari 1944 Java Shimbun: "Descartes heeft ge zegd - ik denk dus ik ben (besta)". Westerlingen schijnen voldoening te vinden aan het constateren van dit soort onbenulligheden. Er zijn helaas ook Japanners die daar "met tranen in de ogen" geloof aan hechten. Men maakt zich bespottelijk hiermee, het is geen filosofie die de Japanners past. "Wij doen niet aan die kletskouserij. Wij zijn geen land van logica". 20 februari 1944 De inflatie holt voort. Vrije beras doet nu f 1,40 per liter en een fles klapper olie kost nu 75 cent, vroeger 12 cent. Vanaf 1 maart zal alle steun aan de Indo-Europeanen worden stopgezet. 25 februari 1944 Admiraal Nimitz valt Truk in de Caro- linen en Saipan in de Marianen aan. In navolging van Soerabaja beginnen de Japanners nu ook in Batavia oud ijzer in te zamelen. De keibodan (hulp politie) gaat in de kampong van huis tot huis en schrijft alles op, o.a. ijzeren bedden. Tot en met 4 maart zullen over heel Java luchtverduisteringsoefe- ningen gehouden worden. Om het werkende volk te belonen voor zijn inspanning in de oorlogsvoering zal een extra distributie van kleren plaats hebben. 28 februari 1944 Op 1 maart moet de nieuwe volks beweging naar het model van de Kei zerlijke "assistance associates" over al in werking treden. De Asia Raya belegt in Hotel des Indes een verga dering om de problemen van de nieu we beweging te bespreken, waarbij alle leiders in Batavia aanwezig zijn: Soekarno, Hatta, Dewantara, Sartono, Samsoedin, Koesoemo Oetoyo, Hoe- sein Djajadiningrat, Rashid, Jamin, A- bikoesno, Soedjono, Dahler enz. Alle aanwezigen zijn eensgezind van me ning dat de Indonesiër een sterk so ciaal besef heeft en tot opofferingen in staat is. 7 maart 1944 De Java Shimbun schrijft over "de godsdienstfanatische uitbarsting" van eind februari in 't Tasikmalajase. De eerste poging tot sussen leidde tot het vermoorden van 3 ambtenaren (2 Japanse en 1 Indonesische). Een uit gezonden sterke militaire macht maak te met "een minimum aan geweld" 300 gevangenen, waarbij 4 Indonesische agenten gedood en 2 zwaar gewond werden. Over de oorzaak wordt met geen woord gesproken. 8 maart 1944 Volgens geruchten zijn er rijstdistri- butierelletjes geweest in het Tange- rangse waarbij een Inheemse depot houder gedood is. Na twee jaar spreekt Van Mook voor het eerst weer tot Indië vanuit Australië, waar hij voor een kort bezoek is aangekomen en waar o.a. een uitvoerend orgaan van de "administratie" van Ned. Indië is opgericht. Behalve de aansporing de moed niet te verliezen en geduldig te blijven bevat de radiotoespraak weinig nieuws en worden geen toespelingen op de toekomstplannen van de Ne derlandse regering gemaakt. Uit de uitzendingen van Radio Melbourne blijkt dat men in Australië nog steeds goed op de hoogte is van de steeds slechter wordende toestanden op Java. 15 maart 1944 Chinese bedrijven worden nog steeds door de Japanners in beslag genomen, o.a. het Prinsenpark in Batavia waar van de eigenaar in de gevangenis zit. IJzeren telefoonpalen worden overal weggehaald terwijl er een levendige handel in ijzeren bedden bestaat. In de kampongs kunnen vele vrouwen nauwelijks meer op straat komen om dat ze geen hele sarongs meer heb ben. ledereen loopt in lompen. Brood verschijnt vanaf deze week niet meer. Om kolen te sparen rijdt de trein naar Bandoeng maar tweemaal per week. Voor een gouden tientje wordt 80, betaald. 16 maart 1944 In Batavia zijn alle ongeveer 500 met Nederlandse mannen getrouwde bui tenlandse vrouwen (ook de Duitse) door de P.I.D. opgeroepen. Zij moeten in schoolbankjes zitten en krijgen te horen dat zij morgenmiddag 5 uur allemaal in het Kramatkamp moeten zijn met achterlating van al hun huis raad, behalve één kast per gezin en één stoel per persoon. Dank zij "de goedheid van Nippon" wordt hun geld niet afgenomen. 18 maart 1944 Java Shimbun: "Het komt voor dat bij een bijeenkomst van Indonesiërs en Japanners de bedienden hurken voor de Indonesiërs terwijl ze de Japanners staande bedienen, is dit een familiari teit ten opzichte van de Japanners die te ver gaat? De Indonesiër moet zijn plaats weten en dat moet tot uiting komen in het systeem van groeten en beleefdheden bewijzen." 24 maart 1944 Het grootste gedeelte van de Taman Siswa scholen wordt opgeheven en van de rest wordt het aantal leerlingen beperkt. Als reden wordt de onbe voegdheid van de leerkrachten opge geven maar de werkelijke reden is van politieke aard (verzet tegen de Japa- nisering van het onderwijs?). 30 maart 1944 Op elk leeg plekje grond moet dja- rak worden geplant, waaruit de Japan ners smeerolie voor o.a. hun vliegtui gen halen. Vanuit het Kramatkamp gaan nog ongeveer 50 mannen iedere morgen per fiets en tram naar hun werk. Ze mogen onderweg met nie mand spreken en worden bij thuis komst gefouilleerd. In Bandoeng zijn weer razzia's ge weest. Indonesische vrouwen die met totoks zijn getrouwd verwachten dat ze binnenkort ook geïnterneerd zullen worden. In Rabaul, het bastion van de Japanners in het zuid-westen van de Stille Zuid zee, wachten 100.000 tot de tanden ge wapende Japanners op de komende strijd met de Amerikanen, bereid om hun leven voor Tenno Heika op te offeren. Maar er gebeurt niets. Maanden gaan voorbij, de strijd verwijdert zich steeds verder in de richting van Japan. Ge doemd tot nietsdoen horen zij met machteloze woede hoe de Amerikanen de ene grote overwinning na de an dere behalen. Door de "haasje-over"- tactiek van MacArthur zijn zij evenals andere garnizoenen op andere eilanden in de Pacific van hun hoofdmacht af gesneden en (volgens het oorlogsjar gon uit die periode) "left to rot in the jungle". B.Z. (wordt vervolgd) RECTIFICATIE: Bezettingskroniek (10) 20 januari 1944 (Ondergang van de Van Imhoff) "De geïnterviewden zeggen weinig over de taferelen bij het vertrek en het achter laten van 477 man (en 2 boten) op het zinkende schip." Deel I Gouvernementeel intermezzo 1940- 1942 Een uitzonderlijk boeiende documen taire over de periode 1940-1942. In dit deel worden achtereenvolgens be handeld: Ned.-Indië los van het moe derland; De opkomst van Japan; De oorlog met Japan. De tekst is met talloze boeiende foto's geïllustreerd en met reproducties van krantenver slagen uit die tijd verlevendigd. f 59,f 5,50 porto BOEKHANDEL MOESSON 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 21