i
Links: De Kuda Putih, trèn boemèl van Yogya naar Solo. Rechts: Wachtpost 344 met het kloksein Ting-tang apparaat. De man met de
donkere celana pendek is de wachter, aan zijn voet het houtskoolvuurtje.
dubbelsporige baanvak (spoorwijdte
1.435 meter, het z.g. normaalspoor zo
als we ook in Nederland kennen), be
horend tot het concessiegebied van
de N.I.S. (hoofdkantoor Semarang),
door middel van een 3e rail (spoorwijd
te 1.067 meter) ook bereden werd
door treinen van de S.S. (hoofdkantoor
Bandoeng) en wel tegen betaling van
een royalty berekend naar het aantal
passerende S.S. voertuigassen. Be
halve dat dit baanvak sedert de Japan
se bezetting enkelsporig is, (de Jappen
braken heel wat sporen op en zonden
de rails voor oorlogsdoeleinden over
zee), is ook de 3e rail verdwenen
doordat de spoorwijdte, zoals voor ge
heel Java geëxploiteerd door P.J.K.A.,
genormaliseerd is op 1.067 meter. Ge
noeg stof voor een praatje met de
wachter, waartoe hij alleszins bereid
blijkt.
Omdat ze bij ons al lang niet meer in
gebruik zijn heb ik mede bijzondere
aandacht voor de bij de post staande,
fris zilvergrijs geschilderde, ting-tang
kolom, bestemd voor het ontvangen
van het z.g. kloksein, ten teken dat de
overwegbomen bij het naderen van een
trein moeten worden gesloten, volgens
het boekje 2 maal voor een trein uit
de richting Yogya (afkomend) en 1
maal voor een trein uit de richting
Solo (opgaand). Om het apparaat te
laten functioneren moet de wachter
het enige malen per dag opwinden.
Als wij aankomen is hij bezig ketella-
knollen te poffen in een houtvuurtje op
de grond naast de post; natuurlijk
krijg ik, met een simpel handgebaar -
de handpalm elegant naar boven - er
enige aangeboden, lekker!
"Slamet siang saudara, apabila kereta
api yang hampir akan datang?" "Pukul
tiga kurang sepuluh, pak".
Inderdaad zie ik na enige tijd een trein
uit de richting Yogya komen en de
wachter sluit de bomen. Als de trein
voorbij is merk ik op dat het kloksein
niet gewerkt heeft.
"Wah, tidak apa-apa, pak" en hij loopt
naar het toestel en windt het op; we
kijken elkaar alleen maar even aan,
jangan mempermalukanlah! De trein
die gepasseerd is bestaat uit een en
kele dieselmotorwagen, zilvergrijs alu
minium bekleed.
"Trèn yang manah itu?"
"Kuda putih, trèn lokal" en om het mij
nog duidelijker te maken, "dulu boe
mèl".
Voor we over de grote weg terug gaan
naar Yogya leggen we aan bij Bakery
Hollandia. Deze bakkerij annex tea
room kennen we al van een vorige
keer. Van de vele baksels en gebakjes
kwalificeer ik het cake'je, waarin een
in wat room gebakken stuk pisang
radja, bestrooid met kaassnippers, als
een exquise lekkernij. Niet wat je nu
direct een typisch Indonesische snoe
perij zou noemen, voor een keer tijdens
een flinke fietstocht niet misplaatst en
nog voedzaam ook want na twee van
die dingen is er geen spoor meer van
trek in eten.
De heerlijkheden liggen rondom in de
zaak onder glazen vitrines uitgestald.
De klant wijst aan wat hij hebben wil,
waarna de bestelling door oranje-wit
gebloesde en gerokte meisjes keurig
wordt geserveerd. De Chinese eige
naar is afkomstig uit Surabaya waar
zijn hele familie in dit vak zit. Er zijn
echter te veel broers om met z'n allen
in hetzelfde bedrijf de kost te verdie
nen zodat hij hier zijn geluk is gaan
beproeven. We tonen ons wat verbaasd
over de plek die hij zo aan de grote
weg heeft uitgekozen, maar hij meent
het wel goed geschoten te hebben
halfweg gelegen tussen het grote tou-
ristenhotel Sheraton en het vliegveld,
een situatie die hem buitenlandse,
vooral blanke klanten oplevert. Intus
sen maken wij op uit de druk door
stromende klandizie dat ook de Indo
nesiërs zijn stuff best willen eten. Aan
de naam Hollandia is hij gekomen om
dat hij vond dat het hotel en omgeving
enigszins aan Holland doen denken,
een visie die we graag voor zijn reke
ning laten, met de erkenning overigens
dat hij goed blijkt te weten hoe hij zijn
klantjes binnen moet krijgen. Hij
spreekt nog redelijk wat Nederlands
en toont zich verbaasd over ons maleis
want dat is hij niet zo veel van zijn
blanke bezoekers gewend.
Omstreeks half 5, net thuis bij onze
gastvrouw Nyonya Sumari, Jalan Kaliu-
rang, valt de verwachte zware moes
sonbui. Op het plat aan de voorzijde
van het huis slurpen we behaaglijk on
ze thee, snoepen kwé klepon en praten
niet, eenvoudigweg omdat we elkaar
toch niet kunnen verstaan door het
gekletter op het gegolfd ijzeren over
stek van het dak.
Als de bui over is, is het donker en
beginnen de saté- en bamiverkopers
langs te komen. Uit de dampige op
gefriste avondlucht doemen ze op in
de verlichting die ze voor hun nering
meedragen. De één onder het uitstoten
van zijn uitnodigende kreten, dóórve-
rend gebukt onder zijn piepende juk,
schimmig beschenen door het walmen
de flauwe oliepitje; de ander met zijn
droge rythmische getik, duwend aan
zijn op een onderstel van fietswielen
zelfgemaakte vitrinekarretje, duidelij
ker zichtbaar dan zijn saté-collega in
het heldere licht van zijn drukgaslamp.
O, Tukang saté, binnengeroepen en
neergehurkt op het erf, omhuld door
de penetrante smook van arangvuurtje
en geroosterd vlees, met de weerschijn
van het zwakke licht op je traag ki-
passende handen en lenige stokjes-
draaiende vingersdie sfeer van
uitstralende rust, die geluiden, die geur
je zal er wel altijd zijntijd
looskurasa senang hati sekali I
V. B. de J.
(Foto voorplaat Rogier, tekst en andere
foto's van de Hr. v. Ballegoyen de Jong).
De foto op de voorpagina geeft het moment
weer, wanneer op vrijdagmiddag om 14.00
uur de poort naar het graf van Senopati te
Kota Gede opengaat voor de "bedevaart".
TEMPO DOELOE KALENDER
f 12,50 porto f 3,
12 oude foto's (zwart-wit natuurlijk)
uit het Indië van ruim een halve eeuw
geleden (géén Moesson-uitgave).
BOEKHANDEL MOESSON
RANTANGS
2-, 3-, 4- en 5-delig in effen
crème en gebloemd (2-delig al
leen in effen), vanaf f 13,50 -
27,50. Verschillend porto.
TOKO MOESSON