PP* (jonk), waarvoor de bewoners van de plaats geen belangstelling hadden. Ik vroeg de commandant van de Higgings of hij kans zag de boot op sleeptouw te nemen naar Belawan. Toen hij de vraag bevestigend had beantwoord werd de Tongkang met een kabel vastgemaakt en de terugreis aanvaard. Op de tongkang waren twee matrozen overgestapt om het vaartuig te be sturen. 's Nachts om 2 uur meldde mij de commandant dat we de sleep verloren hadden. Het was pikdonker. Wachten, zei hij, tot het licht is, dan gaan we hem zoeken. Na een paar malen in een verschillende richting te hebben ge varen werd om 9 uur de boot, die heel dicht de kust was genaderd en vast zat in ondiep water, ontdekt. Met enige moeite werd het schip door de Higgings naar dieper water getrokken en de reis met zeer langzame vaart voortgezet. Een probleem was, dat er niet genoeg proviand aan boord was. Volgens de commandant zouden wij er minstens een dag langer over doen om Belawan te bereiken. Er was slechts één pak meel in voorraad, van het soort dat men wel over de bloemkool gooit! In een leeg petroleumblik (18 liter in houd) verder gevuld met kokend wa ter leverde dit mengsel een smake loos, karig maaltje op. Veel werd ver goed, toen de bemanning van een aan gehouden vissersprauw ons overvloe dig voorzag van verse vis, die gekookt en gebakken (er was nog wat braad- olie ontdekt) toch nog een heerlijk maal vormde. Te Belawan werd de tongkang aan de Marine overgedragen, die er nog een nuttig gebruik van maakte. Er brak nu voor dr. Maats een drukke, bedrijvige - toch ook wel met grappige situaties gepaard gaande - tijd aan met het behandelen van in grote ver scheidenheid voorkomende ziekten bij de Chinezen en het verbeteren van on frisse hygiënische toestanden. Hij werd daarbij bijgestaan door zijn vlot te, vakkundige korporaal-ziekenver pleger en een oud-discipel van Pastoor Wap, die zowel Chinees, Hollands als Maleis sprak (tolk). Het moeilijkst te begrijpen waren de Chinezen - dat waren er velen, die regelrecht uit China komende, zich te Bagan hadden gevestigd - bij het voor brengen van hun klachten. Operaties moesten in het begin onder zorgelijke omstandigheden plaats hebben. Een lekkend dak, een wankele operatietafel waarop de patiënt met een paraplu tegen de regen moest worden be schermd, waren er een paar van. Het hospitaal had al die jaren vanaf de Japanse overgave in augustus 1945 onder Republikeinse leiding gestaan. Patiënten waren er niet. Wel liep er een staf van 13 mannelijk en vrouwelijk personeel rond, die niet met de bezetting was gevlucht. De zieken zalen waren verdeeld in met atap af gesloten gezellige hokjes waarin het personeel zijn intrek had genomen. Dr. J. J. Maats in tropenuniform. Ze hadden zich - niet van harte - van door de Chinezen betaalde salarissen (met niets doen) verzekerd. Medicamenten en instrumenten waren er niet. Bij navraag door dr. Maats bleek dat vele instrumenten en kliniek benodigdheden, zoals nikkelen spoel bakken en dergelijke voorwerpen, als siertrommeltjes en zelfs als etenspan of bord in gebruik waren genomen door het personeel. Nadat de grote rommel, die de Republikeinse bezet ting had aangericht voldoende was ge redderd en een eenvoudige ziekenver pleging weer redelijk werd (ernstige patiënten werden per tongkang naar het militaire hospitaal te Medan ver voerd) werd het eerder vermelde 13 man en vrouw sterke Republikeinse personeel weer in dienst genomen. Dr. Maats was over hun dienstprestaties, die ze opgewekt en met zorg verricht ten, zeer tevreden. Het gerucht van de aanwezigheid van een toean-dokter was al bij de be volking doorgedrongen. Het gevolg was, dat op de ochtend van de derde dag reeds 175 patiënten zich meldden op zijn polikliniek. De bevindingen van de dokter ten aanzien van het voorkomen van ge slachtsziekten, waren zeer ongunstig. Hij kon een groot aantal Chinezen met penicilline met succes genezen. Zij maakten voor het eerst kennis met dit voor hen onbekende geneesmiddel, dat ze geweldig vonden. Voortaan kreeg Maats de naam van "wonder dokter". (nog groter werd zijn faam toen hij - wiens liefhebberij het was beschadigde uurwerken van horloges en klokken uit elkaar te halen en weer op gang te brengen - er in slaagde de torenklok van de Katholie ke kerk, die al jaren had stilgestaan, te repareren). Bord. Toen een paar militairen van het deta chement besmet bleken, liet de dokter fraai beschilderde borden maken (waarop met grote letters in het Ne derlands was aangebracht: verboden voor militairen) die aan de gevels der huizen, waarin Chinese joffers het manvolk bepaalde diensten verleenden werden opgehangen. Na een paar da gen kreeg hij bezoek van een Chinees met wie hij al nauwer contact had ge maakt, die zich erover beklaagde, dat hij geen bord aan de gevel van zijn huis had gekregen. Hij voelde zich zeker toch niet minder dan zijn land genoten, die in huizen woonden met zo'n fraai bord boven de deur. Of de dokter nu al beweerde dat in die hui zen "stoute meisjes" woonden, waar- (lees verder volgende pagina) De tijdelijke woning van dokter Maats (2e van links, staande voor de voorgalerij), verge zeld van een zestal militairen, hospitaalpersoneel van de 35e Hupva (hulpverbandplaats- afdeling), op Bagan. In het achterdeel van de woning was het militaire detachement ge huisvest 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 7