Tjalie schreef... OPTREKKEN GEWIKT, GEWOGEN, VOORTAAN ACCEPT-GIRO'S "Hier in Holland (misschien wel in heel Europa) is het "optrekken van salarissen" (en van pensioenen en van loonronden en - uiteindelijk - ook van prijzen) een zaak van groot gewicht. Regeringen kunnen er mee vallen en er gebeuren de meest sensationele politieke koehandels mee. De doorsnee Indischman bemoeit zich er niet mee. Hij laat de Nederlandse politieke partijen en vakver enigingen al dat werk maar doen en wacht tevreden (of mopperend) tot de eerst volgende optrekkerij weer een feit geworden is. Praat je over de algemene economische toestand met een Indischman en vraag je: "Maak je je helemaal geen kopzorgen hoeveel je pensioen waard is over zoveel jaar?", dan zegt hij - haast bestraffend: "Maar Tjalie, dat wordt toch wel weer opgetrokken?" Ons economisch denken is niet anders dan een automatische voortzetting van BBL en HBBL-filosofie. Dat men in Europa eigenlijk ook niet veel pienterder denkt, moet eigenlijk onrustbarend zijn, maar ach, de zondvloed komt immers pas nè ons? Hoe dan ook, bij de optrekkerij denk je vaak aan het "gandjel" van die tafeltjes op een ongelijke vloer in een Chinees restaurant vroeger, of in een oud- Indisch huis. Zo'n poot, die wat in de lucht zweeft, daar doe je dan een stukje dakpan onder. En als dan weer een andere poot te hoog komt, dan doe je daar weer een dakpan onder. Enzo voort en zo voort. Hier in Holland staat naar mijn gevoel onze eenvou dige etenstafel al op veel te hoge torentjes "optrek- dakpan" onder elke poot. Die tafel wiebelt al aardig en vandaag of morgen duvelt hij om! Een veel betere remedie lijkt me het wat afzagen van drie poten (dus eenvou diger leven) als die blijkbaar langer zijn dan die ene korte poot. Ik geef direct toe: als je een beet je al te slordig zaagt, dan wiebelt de tafel wéér. Goed, doorzagen maar weer. Laat maar. Het is toch alleen maar Tjalie die het zegt. En hij weet drom mels goed tóch wel dat we Europeanen zijn en dus niet silo op de grond kunnen zitten aan zo'n tafelblad sadja; dat een tafel "kita poenja kompetir" is, en hoe hoger tafel hoe beschaafder! Goed, goed, goed. "Selamat moemboel, toean-toean dan njonja-njonja, selamat moemboel sampai teroes masoek di sorga!" (Veel heil bij het opstijgen, tot in de hemel). T.R. Uit: Tong-Tong, 30 januari 1960. Om maar eerst met een vervelende boodschap te beginnen: ook in 1981 zal onze abonnementsprijs gaan "moemboel". Ik liet opzettelijk even Tjalie aan het woord, want dan be grijpt U dat na 20 jaar er nog steeds aan die scheve tafel gezaagd wordt. Hoe meer wij eisen, hoe lager onze econo mische tafel, die al "bijna geen poot meer heeft om op te staan". Hoe of wat, papier, drukkosten, posterijen stijgen en wij, wij stijgen mee. Alles door elkaar genomen en weer ge lijkelijk uitgesmeerd komt het neer op een verhoging van 5,op een heel jaar. Een jaarabonnement voor Neder land en Europa komt op 60,een half jaar 30, Voor een half jaar betaalde U in 1980 28,dus eigenlijk is er maar een verhoging van 2,per halfjaar. Dat klinkt misschien iets minder onvriendelijk. "Twee zakjes patat mét" zou Tjalie zeggen. Dat is één. Tweede punt: We hebben de knoop doorgehakt en gaan per 1 januari 1981 over op de toezending van accept-giro's aan al onze abonnees (behalve de buitenlanders). Wij hebben tot nog toe automatisering kunnen vermijden. Onze zaak is te klein, onze administratie met de honderd-en-één bijzondere gevallen maakt het onmogelijk zomaar in een computer te verdwijnen. Twintig jaar lang hebben wij met goodwill, vertrouwen en samenwerking de zaak draaiende kunnen houden. Grote bladen, met tienmaal meer abonnees, met een perfecte computer-administratie hebben het nog geen jaar volgehouden, reden voor onze kleine Moesson trots en dankbaar te zijn voor elke maand dat we leven. Maaromstandigheden veranderen en de mens ver andert mee. Het leven is veel gecompliceerder geworden, er komt dagelijks wat bij "dat we niet mogen vergeten". We raken geestelijk overbelast en dus vergeten we toch. Zeker dingen, die maar eens per kwartaal of per half jaar moeten gebeuren. We hebben daarom de laatste jaren aan velen op verzoek een accept-giro toegezonden ter betaling van het verschuldigde abonnementsgeld. Nu blijkt de vergeetachtigheid steeds meer voor te komen met het gevolg, dat wij stapels accept-giro's (herinnering tot betaling) hebben moeten verzenden. Dat kostte ons de afgelopen tijd veel geld en veel arbeidsuren. Kortom, na wikken en wegen hebben we besloten: dat a. alle abonnees in Nederland tweemaal per jaar een ac cept-giro over de post ontvangen. In december de eerste, in juni de tweede. b. Met deze giro van 30,betaalt u een halfjaar abonne ment Moesson vooruit. c. U kunt met die accept-giro per post of per bank be talen (zelf uw rekeningnummer invullen) of het geld met die giro op het postkantoor storten. Het strookje is uw betalingsbewijs. Kalenderjaar. Het abonnement op Moesson wordt voor het vereenvou digen van de administratie ingesteld op het kalenderjaar, dus van januari tot en met december. Halve kalenderjaren zijn dan van januari t/m juni en van juli t/m december. Wie tussentijds een abonnement afsluit, betaalt het bedrag tot en met juni of tot en met december. Voorbeeld: wie in februari besluit abonnee te worden, krijgt een acceptgiro voor 5 maanden d.i. 25,In juni krijgt die abonnee over de post de acceptgiro voor het 2e halfjaar, d.i. 30, Geen jaarabonnementen. Voor een jaar tegelijk betalen kan (voorlopig) niet. Wij willen in 1981 proberen alle abonnementen gelijk te trekken tot kalenderjaar-abonnementen (voor 70% is dit reeds het geval). Correctie. Wij hebben uw begrip nodig voor het volgende: Het komt voor, dat bij de laatste betaling in 1980 reeds voor een gedeelte van 1981 betaald is. B.v. U betaalde in mei 1980 een vol jaar, waarmee u tot mei 1981 betaald hebt. Wilt u dan in december TOCH die accept-giro van 30, 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 4