KOTA GEDE, DIE GROTE STAD ZO NAUW AANEENGESLOTEN
"Achteraf jammer niet het graf van Senopati te hebben bezocht. Voor de volgende keer
dan maar?" schreef de heer van Ballegoyen de Jong in het voorplaat-artikel van de vorige
Moesson. Hoe wonderlijk de dingen bij Moesson soms bij elkaar komen bewijst alweer
dit artikel van Dick Geldorp. We ontvingen het op de dag dat het verhaal van de heer
v. B. de J. naar de drukkerij ging. Een beter vervolg hadden we ons niet kunnen denken!
Redactie
De foto's en het artikeltje van Rogier in Moesson van 1 maart 1980 waren voor
mij de directe aanleiding om ook eens een bezoekje te brengen aan dat merk
waardige voor (of achter) stadje van Yogya. Want ofschoon ik al sinds 1946
in Yogya woon, was Kota Gede voor mij nog onbekend terrein. Natuurlijk, ik
was er wel eens doorgereden, ik had er wel eens kennissen uit Nederland naar
toegebracht om daar wat zilverwerk te kopen, maar echt eens van binnenuit dat
stadje te bekijken, dat was er nooit van gekomen.
Gelukkig had ik een "pied a terre" om
die "Grote Stad" eens rustig te bekij
ken. Een achterneefje namelijk van
wijlen Suwarsih Djojopoespito (de
schrijfster van BUITEN HET GAREEL),
student in de architectuur aan de Ga-
dja Mada Universiteit, die dikwijls ge
dichten opstuurt naar BASIS, het
maandblad dat ik redigeer, woont daar.
En hij was gaarne bereid om me daar,
samen met een paar vrienden, rond te
leiden.
Van tevoren had ik me enigszins ge
oriënteerd, geschiedkundig voorname
lijk, aan de hand van het artikel van...
H. J. van Mook in het Koloniaal Tijd
schrift van 1926. Enige jaren geleden is
dit artikel als een kleine brochure ook
verschenen in het Indonesischl Zoals
bekend mag worden verondersteld
was Kota Gede de residentie van Pa-
nembahan Senopati, de grondlegger
van de Mataramse dynastie, die regeer
de van 1579 tot 1599. Vandaar dat bij
zijn graf een dubbel paar "abdi dalem"
de wacht houden, een als vertegen
woordiger van het Solose rijk, het an
dere paar als exponent van het Yo-
gyase rijk. Men wordt dan ook ver
wacht een dubbele fooi te geven!
In bovenvermeld artikel wijst van Mook
er op, dat Kota Gede het enige over
blijfsel is van oud-Javaanse stede-
bouw. Zo ongeveer moeten de steden
rond Kediri, Modjopahit en naderhand
rond Kedaton Plèrèd (waar Sultan A-
gung en Amangkurat I resideerden) er
uit gezien hebben.
Voor een goed overzicht is het nuttig
te weten, dat het oostelijk deel van
Kota Gede, dat ten O. van de moskee
en het graf van Senopati ligt, het oud
ste is. Daar zijn de huizen dicht op
elkaar gebouwd (vanwege de veilig
heid) en de steegjes die de huizen
blokken van elkaar scheiden zijn nau
welijks twee meter breed. Er door
lopend besefte ik pas wat de psalm
ist bedoelt als hij het heeft over "Jeru
salem, o stad zo dicht aaneengeslo
ten". In dit oostelijk deel dragen alle
inwoners Arabische namen, de bouw
stijl is klassiek Javaans, met pendo-
po en djoglo, en een aparte "surau"
of gebedsplaats, dikwijls in de stijl
van een tuinhuisje.
In het westelijk deel zijn de huizen
wat verder van elkaar gebouwd, de
steegjes zijn ook breder, de mensen
dragen er Javaanse namen, en waren
puissant rijk. Het grondpatroon van de
huizen is hetzelfde, maar de aankle
ding is geheel in Jugendstil, wat Rogier
de gado-gado stijl noemde. Naar men
zegt zijn deze Javanen afstammelingen
van de "wong kalang", Javanen die
een staart hadden en een apart talent
om rijk te worden. Helaas is veel hier
van vergane glorie en geld om deze
juweeltjes van huizen te restaureren,
is er niet.
Het achterneefje van Suwarsih die mij
rondleidde, Darwis Chudori, vertelde
met trots, dat er in Kota Gede geen
bedelaars zijn. ledereen doet wat om
aan de kost te komen. De bevolking
is streng Islamitisch en het gehele
maatschappelijke leven wordt beïn
vloed door de Muhammadiyah, een
De voorgalerij of pendopo in Djoglo-stijl.
Een zilversmid aan het werk.
De gado-gado stijl in het westelijk deel van Kota Gede.
Dezelfde woning met de voorgalerij van binnen gezien.
6