„NIET MEER AAN DENKEN^ „MR. TAM BOEKBESPREKING Wij zagen deze twee verhalen uit Japanse krijgsgevangenschap voor de eerste keer zo'n kleine twintig jaar geleden. De schrijver publiceerde toen onder de schuilnaam: "L. A. Koelewijn". We weten nog, dat wij met meer dan normale belangstelling lazen, wat Koelewijn te vertellen had. Wij waren er immers ook bij geweestAllerlei herinneringen aan de tijd, als gedwongen gast van Dai-Nippon, met bijbehorende "ups and downs", kwamen tijdens het lezen van de verhalen weer boven. De belevenissen van de Hollandse Knil militair van Rees, beschreven in korte strakke zinnen, de geestelijke martelgang van de Japanse tolk, Mr. Tamagashi; beide verhalen maakten - toen al - indruk op ons. Het leven van alle dag eiste echter direct weer "heel den mens"; 't waren, menen wij, de dagen van Kennedy, Cuba en Chroetschov en de krijgsgevangen- tijd was toen een - voorlopig - dichtgeslagen, zij het niet "gesloten" boek Wij zijn nu zo'n twintig jaar verder en het koninklijke besluit van pensionering is alweer een dikke zes maanden oud, De capitulatie van het land van de rij zende zon is eigenlijk dit jaar voor het eerst, daar in Utrecht op 15 Augustus, breed uit in de openbaarheid gekomen. Professor Nicolaas Beets, achterklein zoon van de schrijver-dominee, die Nederland de Camera Obscura gaf, houdt in die volle zaal van het jaar beursgebouw een magistrale herden kingsrede, die in eigen terugblik ge tuigt van een, na 1941, voor zovele Nederlanders uit dat vroegere kolonia le rijk, in alle opzichten dramatisch tijdsgewricht. En wij lezen opnieuw over de Holland se Knil militair van Rees op zijn tocht - onder erbarmelijke omstandigheden - van Bampong tot dichtbij de drie Pa godenpas. Wij maken weer kennis met de labiele Mr. Tamagashi, Japans tolk; heette zo'n functionaris niet "Tsuja- koe"? Dan wordt het woord van de dichter bewaarheid, zoals wij erg vrij parafraseren: "leest gij mijn verzen zo eens even, zo tussen droom en waken in, ge speurt erin geen licht, geen leven ja, geen begrijpelijke zin 't is als mijn huis, dat ge in het voorbijgaan, in wilt spie-en; doch kom eens binnen, rust eens even, ge vindt er beeld en kleur geflonker en op mijn tafel bloeit een roos Wij zijn beide verhalen "binnen ge gaan", dwz. we hebben ze gelezen en herlezen. Het "eigen boek" over die tijd gaat dan ook weer wijd open en scherp komt veel, zo niet alles terug... Het wordt ons echter wel duidelijk, dat Beets hier als vakman-arts, psycho loog en pedagoog - enerzijds en als kunstenaar anderzijds - op meesterlijke wijze het denk- en gevoelsleven be schrijft van twee volkomen verschil lende mensen. De een is een Hollandse jongen en beroepsmilitair, de ander is een jonge Japanner, derde zoon uit een Japans burgermansgezin, die - bur ger in uniform - als tolk dienst doet bij de krijgsgevangenen-administratie. door Nic. Beets, uitg. Hollandia BV Beets zet deze twee mensen, letterlijk en figuurlijk, ten voeten uit tegen het decor van de aanleg van de Burma spoorweg, die hij met zijn eigen kennis van zaken als een keiharde realiteit invoert. Het eerste verhaal: "Niet meer aan denken" gaat over de Hollandse jongen Johan van Rees, groot, blond en sterk, voor niemand en niets bang. Hij heeft eigenlijk ook nergens - echt - respect voor. Toch zoekt hij, van kleins af, naar dat "grote", dat "echte", waar hij fi guurlijk de kop voor wil buigen Hij gaat, waarschijnlijk als aanbevolen militair, naar de Oost en hoopt HET daar te vinden, tevergeefs overigens. Tijdens die eerste jaren bij het Knil heeft hij lak aan alles, enige wezenlijke ondergeschiktheid aan gezag, discipli- nen en krijgstucht is er niet bij. Toch maakt hij snel promotie en in de gar nizoensplaatsen kan hij met zijn blauwe ogen en blanke huid iedere vrouw krijgen, waar hij zijn zinnen op zet Dan slaat hij in dronkenschap een officier voor dek en wordt in stand verlaagd. Van de oorlog met Japan ver wacht hij "iets groots" maar het treffen met de vijand doet hem niets. Dan vinden we van Rees vele maanden la ter terug in Thailand als krijgsgevan gene, ergens "up north" richting drie Pagodenpas. Hij heeft kennis gemaakt met tropische ziekten, honger en dorst en het vaak zo brute geweld van de Japanse en Koreaanse bewakers. Voor hem zijn dit allemaal aanwijzingen, dat het nu eindelijk "gaat gebeuren". Op deze tocht door de groene hel zal hij, wij citeren de auteur: "binnenin ruim en vrij" worden. Hoe dit gebeurt moet U zelf maar lezen. Nic Beets heeft het op zijn eigen manier, indringend be schreven. 't Verhaal heet weliswaar "Niet meer aan denken", maar een maal gelezen zult U het niet meer ver geten Het tweede verhaal: Mr. Tamagashi, Tolk is van een totaal andere orde. Nic. Beets geeft in dit verhaal een diepgaande, menselijke en vakkundige analyse van een wat labiele jonge Ja panse tolk. Mr. Tamagashi heeft een duidelijke sympathie voor de Engelse en Austra lische krijgsgevangenen; het zijn im mers niet de echte vijanden van Nip pon zegt Tamagashi in zich zelf; dat zijn de AmerikanenEngels is trou wens de taal, die hij liefheeft en het Westen heeft hem steeds aangetrok ken; zo heeft hij een geweldig respect voor zijn zuster, die Christin geworden is. Tamagashi bevindt zich voortdurend in het krachtveld tussen twee polen; ener zijds is daar de bovengenoemde sym pathie, anderzijds eist zijn Japanner zijn toch een bepaald optreden van hem. Zijn Japanse militaire baas, de korporaal van de wacht, laat hem dit, ondanks zijn officiersstatus als tolk, vaak duidelijk misprijzend merken. Ta magashi is dan ook als de dood voor de Kempei-tai en verkeert door dit alles bijna dag en nacht in een soort angstpsychose. Ook in dit verhaal schrijft Beets naar een climax toe en Tamagashi bereikt een stuk innerlijke vrede en rust, het geen de lezer uiteindelijk een zekere voldoening geeft. Het decor voor de gebeurtenissen rond Tamagashi, de Australische dokter en de zieke Britse kapitein is wederom de spoorweg en Beets heeft in strakke lijnen twee kampementen en een dorp je neergezet. Er is een grote kans, dat, "zij die er toen bij waren", na het le zen van deze twee verhalen, de muren van het weer vertrouwde eigen huis laten wijken. Duidelijk zien zij dan weer dat vervloekte prikkeldraad, die wacht toren en de Japanse of Koreaanse schildwacht als exponenten en sym bolen van een - zij het tijdelijk - ver loren strijd. Zij horen het nadrukkelijk kletteren van de gestage moesson regen op de atap van de hutten of zien de keiharde, gebarsten rode aarde, als de zon dagen gebrand heeft. Soms is er ook die geur van gebrande alang- alang, eurih, zeiden we in de sunda- landen Maar ook staat daar in die vaak hel dere tropennachten, het zuiderkruis, waar we steeds naar keken als uitkijk- brandwacht "fusimban" vóór de ingang van de barak. De lange poot van het zo vertrouwde sterrebeeld, wijst naar een bepaalde sector van de horizon; daar zijn ze, "die van ons"Voor haar en het kind moeten we volhouden en hier uitkomen Wij kunnen ons niet onttrekken aan de indruk, dat ondanks alles de periode van gevangenschap met alle plus en min, voor de schrijver een positieve ervaring is geweest en dat hij net als zo vele anderen gezegd heeft: "sterker door tegenslag". A.v.L. "Niet meer aan denken" door Nic Beets is verkrijgbaar bij Boekhandel Moes son, f 17,90 porto f 3, 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 20