iSaté c4jam door LOES STOLK-POLAK Het zou de eerste kerstmis worden in hun eigen huis. Op zichzelf al een feit om gevierd te worden, vond Mary. Driemaal hadden ze kerstmis gevierd terwijl ze bij anderen inwoonden. Éénmaal in een hotel; toen waren Joost en zij pas getrouwd en hadden ze in een hoekje van de grote lobby het geroezemoes van de gasten over zich heen laten gaan. De enorme kerst boom, waar achter de band speelde, had hun lichtelijk in verwarring gebracht, maar die avond had de charme van het nieuwe. De beide andere keren hadden ze bij een piepklein boompje gezeten, in de enige kamer, die zij in het huis de hunne mochten noemen. In de rest van het huis werd door de hoofdbewoners gefeest, met wie ze op niet al te goede voet stonden. Het knusse van een door kaarsen' verlichte zit-slaapkamer mocht dan eveneens z'n eigen charme hebben, het was toch niet waar Mary van gedroomd had. Geen wonder dat ze dolblij was met het paviljoen, dat ze enige weken geleden plotseling hadden kunnen krijgen. Een ouderwets, koel paviljoen met een paar ruime vertrekken. Weliswaar stond het in een drukke straat, die ze zeker niet had uitverkoren, als ze had mogen kiezen, maar ze was daar gauw aan gewend geraakt. In korte tijd had ze haar nieuwe omgeving weten om te toveren tot een gezellig home. Het hoofdgebouw, dat vroeger op het zelfde erf had gestaan, was nu door een hoge heg gescheiden van haar domein, iets waar ze niet rouwig om was. Het enige wat een lichte schaduw op haar geluk wierp, was de soesah die ze, sinds haar verhuizing, had met haar bedienden. Haar baboe en kokki, die ze al meer dan twee jaar tot we derzijdse tevredenheid in dienst had, waren natuurlijk mee verhuisd. Maar na drie dagen in het nieuwe huis waren ze beiden spoorloos verdwenen. De kokkie had zelfs haar boodschappen- mandje achtergelaten, met een schone kabaja er in! De katjong, die ze had aangenomen voor het onderhoud van de tuin, had het een week uit gehouden. Waarna hij om zijn geld gevraagd had en zonder opgaaf van redenen weg gebleven was. Nieuwe bedienden kwamen en gingen. En nu, twee dagen voor kerstmis zat Mary weer zonder hulp. Dat beteken de dat ze alleen stond voor het dinee tje, dat ze voor een paar goede vrien den wilde geven. Drie echtparen had :e uitgenodigd, en 't feestje zou tevens bedoeld zijn als officiële inwijding van hun nieuwe woning. Ze zat nu op de voorgalerij te wachten op de thuiskomst van Joost en vroeg zich af wat ze moest doen om aan huishoudelijke hulp te komen. Ze keek in de natte tuin, waar het nu, om kwart over zes, al bijna donker was. De re gen, die van geen ophouden scheen te weten, bracht haar uit haar humeur. Ze voelde zich bekropen door een sombere beklemming. Ze verlangde naar Joost. Ze stond op om in de binnenkamer op de klok te kijken, maar bleef als aan de grond genageld staan op het horen van een zachte groet. "Tabeh njonja moeda!" klonk een stem, en voor de stoep van de galerij stond een vrouw. Mary's adem stokte in de keel. Ze was te verdiept geweest in haar gedachten om de vrouw de tuin te zien binnen komen. "Wat wil je?" vroeg ze, zo beheerst mogelijk. "Heeft de njonja werk voor me?" vroeg de vrouw. "Ik kan goed koken, rijst tafel en Europees. Als mevrouw het met mij wil proberen kan ik morgen binnen komen". Als een deus ex machina kwam daar het antwoord op Mary's probleem. Ze was zo gegrepen door de wonderlijke samenloop van omstandigheden, dat het niet in haar op kwam bezwaren te gaan maken, of te gaan tawarren over het salaris. De vrouw had ook helemaal niet over salaris gesproken. "Goed", zei Mary rustig, "kom morgen maar. Om acht uur. Woon je ver weg?" De vrouw wuifde vaag in de ruimte. "Ik woon daar! Heel dichtbij." "Mooi", zei Mary. Het begon harder te regenen. "Slamet malam njonja moeda", zong de vrouw en loste zich op in de duis ternis, die nu compleet was. Nog geen vijf seconden later schoot Joost met z'n scooter het erf op. Zijn koplamp verlichtte fel de planten langs de oprit, de paars bloeiende bougain ville die opklom tegen de hoek van het huis. "Heb je die vrouw niet van de sokken gereden?" vroeg Mary, toen Joost bij haar zat in de nu gezellig verlichte galerij. "Welke vrouw?" vroeg Joost, terwijl hij een slok van z'n thee nam. "Een paar seconden nadat ze was ver dwenen reed jij het erf op", zei Mary, "je moet haar gezien hebben". "Ik ben me van niets bewust", zei Joost, "maar 't is praktisch donker en je weet hoe die mensen achter een boom of struik kunnen weg kruipen als ze de baas aan zien komen!" "Ach natuurlijk, Tuan Besar", spot- lachte Mary. "Je zult haar hopelijk morgen wel zien", voegde ze er aan toe, "ze was namelijk onze nieuwe kokki!" En ze vertelde Joost wat er gebeurd was. "Laten we hopen dat ze in elk geval tot kerstmis blijft", zei Joost. Tot Mary's opluchting maakte de nieu we kokkin de volgende dag keurig op tijd haar entree. Ze was zelfs al naar de pasar geweest en liet Mary trots haar inkopen zien voor een kleine rijst tafel voor twee personen. "Fantastisch", zei Mary, "je hebt alle maal dingen gekocht waar de Tuan en ik van houden; hoeveel krijg je van me?" De vrouw noemde een bedrag dat Mary erg laag voorkwam en wat ze zonder commentaar betaalde. Ze keek hoe de vrouw aan 't werk ging, snoof de heerlijke geuren die haar kokerij te weeg bracht met welbehagen op en prees zich gelukkig met haar nieuwe aanwinst. Na de maaltijd waar zij en Joost erg van genoten hadden, riep ze de kokki bij zich om met haar het di neetje van de volgende dag te be spreken. "Je moet voor 8 personen een Europe se maaltijd maken voor de hari-besar", zei Mary. "Denk je dat je dat kunt?" "Saja njonja", zei de vrouw, "de njon ja wil zeker kip eten met gebakken aardappelen en compote en soep en pudding". Ze was kennelijk gewend aan Europese feestetentjes. "Ja, precies", zei Mary enthousiast, "en ook nog iets vooraf, een slaatje, of een pasteitje". "Gisaarsla", besliste kokki en Mary begreep dat hiermee een huzaren- slaatje werd bedoeld en stemde toe. Ze gaf de kokki geld mee voor de pasar en drukte haar op 't hart vooral genoeg van alles te kopen. "Vooral veel kip, kokkie; beter een heleboel te veel dan een beetje te weinig!" "Djangan takoet njonja", zei de vrouw, "kokki bikin banjak saté ajam". En voordat Mary kon tegenstribbelen dat ze helemaal geen satee wilde, maar lekkere krokant gebakken kippekluif- jes, was haar nieuwe keukenmeid ver dwenen, als opgelost in de vallende schemering. Het was duidelijk kerstmis in het pa viljoen van Joost en Mary. Overal ston den kaarsen; in een hoek een echt kerstboompje, artistiek versierd met veel glinsterend zilver en hier en daar een rood accent; tegen de muren guir landes van rood lint waarop alle kerst groeten van familie en kennissen wa ren geprikt; de eettafel wachtte, fees telijk gedekt, op de gasten. Mary keek vergenoegd om zich heen; deze eerste Kerstmis in haar eigen huis zou pre cies worden wat ze er zich van had voorgesteld. In de voorgalerij ontvingen ze de gas ten: Wim en Jenny van Voorst en Han- ny en Teun Wildeman. Even later kwa men ook Hans en Lenie de Jong. "Hé, wonen jullie hier!" riep Hans, toen hij de treden van de voorgalerij op kwam. "Als ik dat had geweten Het leek wel of er behalve verbazing 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 6