O ^•ierinnerincjen 3£etjll (XXXI) MÊÊIÊÊÊ Peter Peters de bruidegom, Hollandse jon gen, geflankeerd door moeder Peters links en een Indische tante rechts. Dampende rijst uit de bakoel en zelfgemaakte sambel badjak in twee nuances: bloedheet en do delijk heet I EMILE EN MARILYN Toeval brengt ons blad altijd de mooiste plaatjes. Met de foto's van de familie Simon kwam de post met bovenstaande foto uit Ayer, Massasuchets, USA. Johann G. Kalto- fen meende dat zijn goede vriend Emile van Edema, major U.S.Army, geboren in Makas sar en zijn mooie verloofde Marilyn Hojlo, best een plaatsje in Moesson verdienden. Marilyn, een all American girl vond het ge weldig sarong kabaya aan te trekken om haar verbondenheid met de Indische Emile te benadrukken. Bedankt Johann, Emile en Marilyn De nachtelijke aanval Het was nacht. Twee soldaten van de stafcompagnie van ons bataljon tuurden gespannen vanuit een haastig in elkaar gestampte stelling (een muurtje met daarop wat zandzakken) ergens aan de rand van Garoet het donker in. Ze zaten broederlijk en stijf tegen elkaar gedrukt omdat het plankje dat op een paar munitiekisten rustte geen ruimte bood om gerieflijk te zitten. Pang en Plof (laat ik ze zo maar noemen om elk misverstand te voorkomen) voelden zich niet erg senang. Zeer begrijpelijk overigens want Garoet was net weer in Neder landse handen en dat hield in dat ze ondanks de feestvreugde van een bevrijding gepleegd te hebben, wel mooi midden in de nacht in een vreemde omgeving zaten te turen met waarschijnlijk nog volop tegenstanders. En dan vraag je je wel af: wat zijn die van plan. Komen ze terug voor een tegenaanval? Wordt het alleen wat pesterig schieten of blijven ze de kuierlatten nemen? Hopies vragen waar ze mee opgescheept zaten op hun plankie en alle reden gaven om ge spannen te zijn en uiterst waakzaam te blijven. doen. Dat schot moest verantwoord worden. Maar wie zou hem geloven als hij de waarheid vertelde. Niemand, dat wist hij zeker. Alleen gejen stond hem te wachten. Zo van: Kwam er een vuurvlieg te dicht bij je Pang? of: Viel er een klapper naar beneden Pang? Hij hoorde het allemaal al. Daarom be dacht Pang zich niet langer en schoot - nog een paar keer voor zich uit. Plof van de schrik bekomen had zich weer snel bij Pang gevoegd en begon zonder iets te vragen zijn sten leeg te schieten in de richting waar Pang schoot. Het peloton wakker geworden door al die schoten stormde met enkele brens en mitrailleurs naar buiten en namen posities in. "Waar?", werd er schreeu wend aan Pang gevraagd. "Daar", brul de Pang terug en wees voor zich uit. De ene vuurstoot na de andere ver dween in het donkere voorterrein. Toen na enkele minuten het bevel "stoppen met vuren" werd gegeven viel er een doodse stilte in. ledereen wachtte met spanning af wat er zou gaan gebeuren. Het bleef doodstil. "Zo", sprak de Luit, "die ploppers zul len zich voorlopig wel niet meer laten zien. We kunnen de klamboe wel weer opzoeken". De Luit kreeg gelijk: er werd die nacht geen schot meer gelost, 's Morgens vroeg kwam de bataljonscommandant met een gevolg zich op de hoogte stel len van de gebeurtenissen in de afge lopen nacht. Bij het muurtje aangeko men vertelde hij aan het gevolg dat het hier de plek was waar de plurken zijn Pang en Plof om zeep hadden willen brengen. "Kijk maar", riep hij zelfs een paar keer nadrukkelijk en wees daarbij op het, door de tand des tijds aange vreten muurtje, waarin hij de afbrokke lingen en gaten zag als recente kogel inslagen. Het klonk zo overtuigend dat niemand er meer aan twijfelde dat Pang en Plof 's nachts behoorlijk gesloft hadden. In het rapport aan de divisie staf werd vermeld: Nachtelijke aanval op Garoet afgeslagen. Pang had zijn geweer schietklaar voor het grijpen voor hem op de zandzakken gelegd. Plof had zijn sten schietklaar op de heup hangen. Zo zaten ze al geruime tijd, af en toe fluisterend een woordje wisselend, voor zich uit te turen toen de inwendige mens van Plof een woordje mee ging spreken. "Hoe denk je erover Pang", vroeg Plof fluisterend. "Ik krijg behoorlijk trek in koffie. Er staat koffie voor ons klaar. Zal ik wat op gaan halen?" "Geen gek idee Plof", antwoordde Pang eveneens fluisterend. "Doe maar. Het ziet er op het ogenblik zo vredig uit. Ik geloof niet dat er wat gaat gebeuren". Plof stond op en liep over het gras veldje naar het ongeveer een tien me ter achter de stelling gelegen huis waar een gedeelte van het peloton in een welverdiende slaap alle ellende en on gemakken van de eerste politionele actie even aan het vergeten waren. Pang stijf geworden van het ongemak kelijk zitten nam Plofs afwezigheid waar. Hij rekte zich eens behaaglijk uit en verschoof zich op het plankje om van een ruimere zitplaats te kunnen ge nieten tot Plof terug was met de koffie. Helaas, tijdens het verschuiven ge beurde er iets waar Pang nooit op ge rekend had. Een van de kisten kantelde en Pang sloeg achterover. Nu had er verder niets aan de hand geweest als de hand van Pang maar niet door het onverwachte gebeuren naar enig hou vast had gegrepen. Maar dat deed die hand nu juist wel en de vingers van die hand grepen precies om de trekker van het geweer. "Pang". Een daverende knal was het gevolg van deze ongelukkige greep in het duister. Plof, die, met in elke hand een messtin koffie, net het huis weer uit kwam ge schuifeld en al zijn aandacht en jong leurtalenten nodig had om zonder mor sen over te komen, schrok zich een ongeluk. Hij zwiepte de messtins met koffie een eind heen en had met dek king zoeken zo'n haast dat hij met een plof op de grond belandde. Pang had het na het schot zeer moeilijk met zichzelf. Wat moest hij nu verder J. BLOKKER 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 13