Van een honderdjarig kookboek O "NAS.IME LTm r t P 4 een huis" herdacht ik terloops ook mevrouw h Catemus-vEin der Meyden. Onder de opwekkende titel "Makanlah nassi stelde deze voortreffelijke dame ook een kookboek samen, waarmee ze volgens haar voorwoord beoogde "iedere Hollandsche vrouw - zelfs de keuken meid - in de gelegenheid te stellen, zonder hulp van Indische menschen een smaken 9 Waarhn bereiden'< °Pdat een iader het genot daarvan kunne ALS HET MAAR LEKKER IS' NpïriflnH» u W8 dan maar h6t midden zullen laten in hoeverre onze Nederlandse keukenprinsessen zich van deze krachttoer zullen hebben gekweten. Ik zou op culinaire aangelegenheden als deze vermoedelijk nimmer zijn te ruggekomen, ware het niet dat een grillig toeval mij een boekje op dit ge bied in handen speelde dat nog ver vóór Koba's handleiding ontstaan moet zijn. Immers,, waar het in 1884 zijn ze vende druk beleefde, mogen we veilig aannemen dat het een volle eeuw ge leden van de Indische persen rolde. Curiositeitshalve moge daarom hier onder het titelblad volgen: OOST-INDISCH KOOKBOEK bevat tende MEER DAN 600 BEPROEFDE RECEPTEN opnieuw vermeerderd met DIVERSE RECEPTEN voor de HOL LANDSCHE EN INDISCHE KEUKEN gebakken, confituren, zuren, siropen benevens voorschrift voor het dekken en arrangeeren der tafel. ZEVENDE DRUK SEMARANG - G. C T VAN DORP CO. 1884. Een titelblad om ons mensen uit de oude Oost te doen watertanden, op z'n minst nieuwsgierig te maken. En al ben ik dan van mening geen keukenpiet te zijn - mijn prestaties op het terrein der voedselbereiding beperken zich tot het bakken van een mata-sapi, dadar en pannekoeken - heeft een nadere kennismaking met dit honderdjarige oudje mij aangenaam bezig gehouden. Honderd jaar! En dan blijkbaar nog bij lange na niet het oudste. Immers, de uitgevers beginnen het voorbericht van de eerste druk met de woorden: "Nog een kookboek!" zal wellicht menigeen uitroepen, die den titel van dit werk ziet, terwijl hem AALTJE DE ZUINIGE KEUKENMEID, KOKKI BITJA en meer anderen voor den geest komen. Zij hadden eens moeten weten hoeveel min of meer geslaagde kookboeken vandaag de dag de étalages van onze boekwinkels bevolken! Maar zoudt u, lieve lezeres ook maar in een enkele daarvan een recept vin den als het volgende, dat ik overneem, alleen al omdat het u eens te pas zou kunnen komen? Wat denkt u van SOEDIE VOOR EENE KRAAMVROUW. Neem 4 theelepeltjes ketoembar, 2 dito djinten, 8 schijfjes laos„ 10 sioong ba- wang poeti, 4 eetlepels roode uien, 2 theelepeltjes peper,, een half dito k'la- bet; al deze kruiden moeten eerst droog gebraden worden en dan fijn gestampt. Als men ze gebruiken wil, moet men een eetlepel van dit poeder nemen en koken met water, zout naar den smaak en een stukje tamarinde, dat vooraf gebrand moet worden. En wat denkt u van MASAK BEBEK HO! (Chineese kost) Neem een vette eendvogel, kook die goed gaar, gesneden aan kleine stuk jes; neem dan een bord vol dunge sneden jonge boong (die boong eerst goed afgekookt), 4 eetlepels roode uien (fijn gesneden), 1 dito witte uien, 1 dito djae. Dit moet men eerst met een half theekopje versche klapper olie bruin braden. Men doet dan den eendvogel en de bouillon er bij, met 2 eetlepels fijne peper; een half kopje soja, dito tautjoo en laat het nogmaals goed koken. En tot slot, want ik moet me helaas beperken, iets voor de heren der schepping, namelijk SAJOER MENEER. Neem een hand vol fijn gesneden rauwe boong laat die afkoken tot het bitter er uit is, kook ze dan in een kwalie met water met jonge djagoong in zijn geheel, enige lombok iedjoe in tweeën gesneden en bajem (de bajem moet er eerst in ge daan worden als de bamboe er reeds in gekookt is). Voor bamboe neemt men 1 theelepel rauwe trassie, 2 lepels zout, 1 eetlepel roode uien, 4 stuks rauwe kemirie, een stukje temoe koen- tjie, 1 eetlepel rauwe rijst,, die men eerst even in het water weekt, en dan alles tegelijk heel fijn wrijft. Ik wens u smakelijk eten. HEIN BUITENWEG door Harryet M. MARSMAN (Plantersvrouw) Eenvoudige gerechten bij de rijst zoals wij ze vroeger aten en nu nog graag willen maken. Goede recepten op een gezellige manier "verteld" door onze Plantersvrouw. Prijs f 16,90, porto 2,10 MOESSON-REEKS BOEKHANDEL MOESSON 16 Zoals beloofd gaan we in dit jaar door met onze kookrubriek die vroeger on der de naam "1001 Avonturen met de soetil" in ons blad verscheen. "Als het maar lekker is" vond ik een pas sende titel voor deze rubriek die hoofdzakelijk gevuld zal worden door recepten die U inzendt lieve dames. Dat hoeven echt niet alleen Indische kostjes te zijn, alles mag van Spaans tot Afrikaans of Australisch, als het maar lekker is. En dan bedoel ik e c h t lekker, afgestemd op onze toch wel Indische smaak. Mag pedis, mag ge kruid, mag bawang poetih, mag alles, als het maar lekker is Nu heb ik nog een map vol ingezon den recepten, van toen. Die dus maar eerst. Bovenaan lag een recept van rempejeh. Nu is mij talloze keren ge vraagd om het enige, beste recept van rempejeh. Het komt zelfs niet eens in alle Indische kookboeken voor en die er in staan leveren keiharde stukjes pleisterwerk (met katjang) op, dan weer taaie flensjes, dan weer een handvol verdrietige brokjes. Ik ken het allerbeste recept niet, ik geloof dat het iets met tangan dingin te maken heeft, of zeg je dat niet bij koken? In ieder geval: gezegend zij uw ijver onderstaand recept eens te proberen. Uit de kunst zo te zien. Inzendster komt uit Zuidlaren, maar wilde haar naam niet zeggen. Dan nog een heerlijk vruchtentaartje ingezonden door Oma van der Made (94!) Erg lekker, niet zo goed voor de lijn, dus alleen voor het weekend maar! REMPEJEH Benodigdheden: 11/2 pak molenaars rijstebloem - 1 pak rauwe pinda's - 1/2 pond gemalen co- cos, hiervan santen maken - 2 eieren - zout - ketoembar - koenjit - rode ui - knoflook - 2 eetlepels aardappelmeel Bereiding: Knoflook, uien, ketoembar, koenjit, fijn wrijven met wat zout. Eieren losklop pen, met de boemboe in de grootste nestschaal doen (dit als maat gebrui ken). Santen erbij doen, het meel en de rauwe pinda's De nestschaal moet vol komen door water en santen toe te voegen. Een beetje ampas klappa (uitgeperste klapper) bij het beslag doen. Het be slag mag niet te dik worden. Op het gasstel, aan de linkerkant een koekepan met 2 cm slaolie er in; op de rechterplaat een wadjan mei: ruim slaolie. Als de olie warm is, met een eetlepel het beslag roeren, een eetlepel vol in de koekepan doen. Er kunnen drie stukjes in. Het beslag zo

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 16