moessQn
ALSTUBLIEFT
->f nog langer; mijn grootvader heeft
als arts nooit één vrije zondag, noch
ooit vakantie gekend - en bleef er
daarna weinig energie over voor an
dere dingen. Ten tweede was daar het
afmattende klimaat, dat inertie in de
hand werkte. Ten derde: het verblijf in
Indië werd als iets voorlopigs gezien,
aan het einde van de rit wachtte te
rugkeer naar het moederland; wat zou
je je dan nog verdiepen in het volk
waar je slechts tijdelijk mee te maken
had? In de vierde plaats was het on
derwijs gericht op de vaderlandse
cultuur en historie; wel werd een vak
als Indische geschiedenis onderwezen,
maar deze geschiedenis werd gezien
door de vaderlandse bril. En tenslotte
beschouwde de koloniserende mo
gendheid (en daarin verschilde hij niet
van alle andere, laat daar geen mis
verstand over bestaan!) het gekoloni
seerde volk als minderwaardig: dege
ne die de oorlog verloren heeft telt
immers niet mee, een standpunt dat
o.a. bij de Japanners altijd zeer sterk
gegolden heeft.
Het is zeker ook waar dat er in de
eerste helft van deze eeuw nog weinig
belangstelling voor kunst en cultuur
bestond, in Nederland zowel als in de
rest van de wereld. De trek naar de
musea, het klassikale kennisnemen
van historische overblijfselen - het is
allemaal pas na de tweede wereld
oorlog goed op gang gekomen. Maar
het was wél zo dat in Nederland op
de lagere school grote wandplaten
vertelden hoe Floris V, Jacoba van Bei
eren en andere edelen, gestoken in
brocaat en fluweel leefden op hun
kastelen, terwijl in Indiëdezelfde
wandplaten aan de muur hingen, niét
die van de vorsten van Modjopahit en
Mataram.
In het algemeen heetten nog niet of
slechts kort gepacificeerde stammen
"wilden", nationalisten "opstandelin
gen" en aanhangers van andere gods
diensten dan de christelijke "heide
nen". Wat konden die ons ooit te
bieden hebben?
Aan het eind van de vorige eeuw kwam
er een beweging op gang. die "etisch"
genoemd werd, waarbij men zich be-
De half in de grond verzonken stenen tem
pelwachter van Singosari.
wust werd van de plicht het volk mon
dig te maken en op te voeden tot zelf
bestuur en hen als evenwaardige men
sen te zien. Tegelijkertijd begon het
besef door te dringen van hun oude
beschaving. Het Bataviaasch Genoot
schap voor Kunsten en Wetenschap
pen was reeds in 1778 opgericht; er
werden verschillende musea gesticht
en gevuld met inheemse kunstuitingen,
archeologen begonnen hun opgravin
gen, tempels werden gerestaureerd.
Veel werd naar Nederland verscheept
en is nu nog te vinden in het Museum
voor Land en Volkenkunde in Leiden
en het Tropenmuseum te Amsterdam.
Kort geleden werd het stenen bijzet
tingsbeeld, een van de mooiste die er
bestaan, voorstellende Prajnaparamita
(godin van de wijsheid) en gemaakt
voor Ken Dedes (beeldschone koningin
van het vorstendom Singosari) door de
Nederlandse regering teruggegeven
aan Indonesië.
Hoe is het mogelijk, denk ik vaak, dat
we er toen zo langsheen geleefd heb
ben. Sterk roert zich in mij de wee
moed, de spijt om de gemiste kans.
Ik sliep, terwijl ik had moeten waken.
Waarom bleef de schoonheid van eb
benhouten compagniesmeubels voor
mij verborgen, de hoge techniek bij
het weven, batikken, ikatten, de vaar
digheid van de krissmeden, van de
metaalbewerkers die hun cire perdue
gegoten bokors en sirihdoosjes met
het fijnste ciseleerwerk versierden; de
artisticiteit van de wajangfiguren?
Waarom zag ik niet de stille inge
keerdheid van de stenen bijzettings-
beelden, die rondom vervallen heilige
badplaatsen en ingestorte tjandi's her
en der verspreid lagen? Waarom heb
ik tóen niet geweten welk een veel
zijdig mens er schuil gaat in dedalang,
zo eenvoudig zijn verhalen vertellend
bij het schimmenspel, maar die niet
alleen het Sanskriet en het Kawi vol
ledig beheerst en alle lakons (vrije
bewerkingen ontleend aan de Hindu-
literatuur) uit zijn hoofd kent, maar
daarnaast ook nog filosoof is en voor
treffelijk voordrachtskunstenaar, gees
tig en adrem?
Borobudur, Mendut, Prambanan en
Penataran: slechts curiositeiten toen.
Nu: gestolde devotie van onvoorstel
bare schoonheid en getuigend van ho
ge wijsheid. Is het altijd zo dat de
mens zijn schatten pas leert waarderen
als hij ze kwijt is, zijn kansen pas ziet
als ze hem ontglipt zijn?
pimm i F"»* v
Er zijn abonnees die de toege
zonden acceptgiro voor het eer
ste halfjaar 1981 vlot betaalden,
maar nog steeds het abonnement
over 1980 geheel of gedeeltelijk
niet hebben voldaan. Wij zonden
een herinnering, maar tot nog toe
van velen geen response. Onze
beleefde doch dringende vraag:
reageert u alstublieft snel, wij
moeten anders uw betaling van
1981 beschouwen als de betaling
van 1980 en u dan per 15 maart
afvoeren. Onze boekhouding
klopt anders niet. Helpt U
Administratie Moesson
ONAFH. IND. TIJDSCHR., 25e JAARG. No. 14
Verschijnt de 1ste en 15e van
iedere maand.
Opgericht door
TJALIE ROBINSON (1911-1974)
ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE
ERVARINGEN IN DE GORDEL VAN SMA
RAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDER
LAND TE WEKKEN VOOR DE TROPEN-
GORDEL.
Prins Mauritsl. 36, 2582 LS 's-Gravenhage.
Telegramadres: Robinson BV Den Haag.
Tel. 070 - 54 55 00 54 55 01 - Postgiro 6685
of A.B.N. Den Haag Rek. No. 51.56.15.730.
Uitgave: Publ. en Handel Mij Tjalie Robin
son BV.
Directie: L. Ducelle.
Prijs per nummer f 3,25
Abt. voor Nederland en Europa:
halfjaar 30,jaar f 60,
Abt. buiten Europa (zeepost): jaar f 67,50
Abt. buiten Europa luchtpost:
Australië en Nw. Zeeland f 107,50, Indone
sië, Zuid-Afrika, Zuid Amerika, Maleisië,
Singapore en India 91,50; Canada, Ver.
Staten, Suriname en Antillen f 79,50.
Het correspondentie- en betalingsadres voor
Amerika is Mrs. R. Cohen-Top. 13740 Avion
Drive, La Mirada, California 90638, Telef.
213-941-8682.
PLEASE I Uw check op naam stellen van
Mrs. R. Cohen en NIET op Moesson of
Tjalie Robinson BV. In USA niet bekend
Abonnementen bij vooruitbetaling.
Advertenties kunnen zonder opgaaf van
redenen geweigerd worden.
De directie behoudt zich het recht voor om
bepaalde redenen abonnementen te be
ëindigen of aanvragen te weigeren.
Redactie en vaste medewerkers:
Lilian Ducelle, J. H. Ritman, Dr. H. J. de Graaf,
Rogier, Ralph Boekholt, Harryet Marsman
(Plantersvrouw), Ems I. H. van Soest, Poirrié.
Eindredactie en opmaak:
Ch. J. A. Manders.
Administratie/Boekhouding:
Th. M. A. Scheulderman.
Abonnementen: Mevr. E. van Hout-lntveld.
Advertenties: Mevr. I. Boon.
3