MAKASSAR 1935-1940 De pier van Makassar. De sociëteit Concordia. Begin 1935 werd ik in dienst van de firma Maintz producten handel overge plaatst van Soerabaia naar Makassar voor de opkoop van huiden en reptiel- vellen. Ik kwam aan op een zaterdagmorgen omstreeks 7 uur en ging, na kennis gemaakt te hebben op kantoor, de stad verkennen op mijn meegenomen H.D. motorfiets. Deze tocht gaf mij echter zo'n slechte indruk van de plaats, dat ik maar meteen naar kantoor terug ging en terugzending naar Soerabaia aan vroeg. Gelukkig trof ik een zeer begrijpende baas, die mij bepraatte om het tenminste eerst een week aan te zien en dan met de volgende boot terug te gaan. Deze week uitstel had echter tot gevolg, dat ik zes jaar lang in Makassar bleef en de stad en de mensen daar later heel erg mocht. Mijn eerste indruk van Makassar was een klein dood stadje waar niets te beleven viel. Maar bij nadere kennismaking vond ik een levendige stad met een drukke handel en zeer begrijpende en warme mensen. Ik boekte goede resultaten met mijn werk, vooral de handel in krokodillen-, leguanen- en slangen- vellen werkte ik geweldig op. Ik boek te namelijk alleen al aan pythonvellen in 1936 een recordjaar, waarin ik zo ongeveer 3500 meter per maand van deze vellen exporteerde. Er bestond in Makassar een uitgebreide handel in bosproducten, zoals rotan, damar, harsproducten, huiden en vellen. Zeker 50% van de bevolking is Chinees en deze beheerste de gehele tussenhan del tussen de bevolking en de grote exporthuizen. Door dit grote aantal Chinezen was het Tjap Go Meh feest daar dan ook altijd een grote gebeurtenis met veel vuurwerk en grote optochten door de stad. Gedurende deze optochten von den er altijd vele steekpartijen plaats. In de drukte en het gedrang van de optocht werden dan oude geschillen opgelost. De Makassaar staat erom bekend dat hij gauw met het mes is, wat hierbij dan ook tot uiting kwam. De politie en het hospitaal hadden dan handen vol werk. Voor de Europese bevolking boden de Sociëteit Concor dia en de Makassaarse Zeilvereniging met zogenaamd "Platje" aan de water kant en het daaraan verbonden zwem bad, ontspanning. Op het platje kon men heerlijk uitblazen in een frisse zeebries onder het genieten van een koude drank. Het platje had een mooie houten pier met een roeibootje waar mee men naar de voor het platje ver ankerde zeilboten kon worden ge bracht. De zeilvereniging was een bloeiende club met een groot aantal leden en zeer geanimeerde wedstrij den. Voorzitter was toen de heer Met- zelaar, eigenaar van de "Martha", een zeiljacht van de regenboog klasse, die hij altijd zijn binie kajoe noemde. Maar men kan niet over de zeilvereniging praten zonder de naam "Mesman" te noemen en wel in het bijzonder Wim Mesman, de patriarch van de Mesman familie en erelid van de zeilvereniging. Hij stond bekend als de Radja Laoet en werd door iedereen gerespecteerd, zowel door de Inheemse bevolking als door de Europese ingezetenen, leder jaar op koninginnedag werden er grote zeil- en roeiwedstrijden gehouden voor Inheemse vaartuigen zoals Lepa-lepas met roeiers van vier tot tien man, zeil Lepa-lepas en grote prauwen. Oom Wim organiseerde dit dan allemaal, leder kustdorpje en eilandje rustte dan voor deze gelegenheid een vaartuig uit om aan de wedstrijden deel te ne men. De zeilvereniging gaf dan een geldprijs plus een zijden wimpel van de zeilvereniging, welke dan door de winnaars met veel trots in de top van de mast gevoerd mocht worden. De winnaars stelden meer prijs op deze wimpel dan op de geldprijs, want ie dereen kon dan zien dat zij de win naars waren. Met zo'n wedstrijd lagen er zoveel boten in de baai, dat je bij wijze van spreken over de boten naar de eilandjes "Poeloe-Moreau" en "Lae-Lae" lopen kon. En niet te ver geten de picnic naar Samalona. Voor deze gelegenheid werd dan een laad- prauw van de K.P.M. feestelijk uitge dost en voorzien van een bar en mu ziek en het geheel werd dan door een sleepboot getrokken. Gedurende de overtocht werd er naar hartelust ge danst en heerste er een feestelijke stemming. De zeilwedstrijden boden voor iedere klasse van de gemeen schap wat. De rijkere leden deden mee met hun jachten, terwijl de minder ge- fortuneerden even enthousiast mee deden met hun Lepa-lepas en er werd in iedere klasse even hard gestreden, om als eerste te eindigen. En nu wat over het zwembad. Hier werden altijd zeer geanimeerde zwem en waterpolo wedstrijden gehouden. Voor de Europese gemeenschap wa ren er twee clubs, te weten de "Ma kassaarse rode visjes", bestaande uit wat oudere leden, en dan de zwem- en waterpolo club "Neptunus", de toen malige kampioenen. Jojo Rauwendaal was de spirit van deze club, waarvan ik ook lid was. Onder de energieke leiding van Jojo Rauwendaal werden er door Neptunus heel wat wedstrijden gewonnen. Onze grootste rivaal was de Chinese club "Paoteri". Het waren dan ook altijd zeer spannende wed strijden tegen deze club. Om kampioen te worden moest men vier van de ze ven wedstrijden winnen en dit werd soms pas in de laatste wedstrijd be slist. En last, but not least de motorclub "Makassar", waarvan de leider en or ganisator Robert Mesman was. Hij was chef-atelier van de "Celebes" Motor Company, een mecanicien in hart en nieren en een echte motor-enthousiast. Hij organiseerde allerlei wedstrijden voor de club zoals betrouwbaarheids ritten, puzzle ritten, behendigheids wedstrijden en zogenaamde vossen jachten. In 1936 maakten wij een recordrit rond Zuid-Celebes. De deelnemers waren Robert Mesman, Singhe en Jan Molen kamp. Deze rit heeft 26 uur geduurd en voerde o.a. langs Pare-Pare, Ran- tepao, Paloppo, Watampone en Bon- thain. Wij bereden alle drie 97 cc D.K.W. motorfietsen. Een geweldige 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 10