DUIZEND ZALIGHEDEN UIT ONZE JEUGD Legen verkoper (Foto Rogier) Als kind van 10 moest ik van 2 tot 4 uur slapen. Vergeet het maar, om 3 uur kroop ik uit het raam en kocht roedjak, heerlijk, van alle onrijpe vruchten Dat deed ik stiekum achterom, want pa en ma sliepen nog. Het water loopt me nog uit de mond bij de herinnering er aan! Tussen licht en donker was in Soeka- boemi een verkoopstertje van ketan panggang met boeboek. Als we naar het buitenverblijf van Oma en Opa Fournier gingen naar Tjipendeu dan kregen we om 4 uur 's middags altijd toewak, vers van de arenpalm en daar maakte de meid dan goela djawa van, dat was verrukkelijk! Wat hebben wij toch een heerlijke jeugd gehad. Voor het huis op Tjipendeu stond een nam-nam boom, dat vond ik als kind iets heerlijks, de vruchten groeiden tegen de stam. M. A. BAGNOL (II) Geboren te Pangkalan-Brandan (Suma tra) bracht ik mijn eerste en latere jeugd achtereenvolgens door te Pematang- Siantar, Singapore, Ternate, Makassar, Soerabaia, Padang, Sinabang - een eiland voor de Westkust van Atjeh - Semarang, de enige plaats waar ik 5'/2 jaar verbleef, Koetaradja (Atjeh), Den Haag, Medan, terug naar Pangkalan- Brandan, Medan, Batavia. Ook Sumatra heeft z'n heerlijkheden. Wat heb ik me ongans gegeten aan de ramboetans van Atjeh, de enorm grote doerians, en een bijzondere soort doe koe. Op de pasar in Koetaradja zat je voor één peng (gobang) achter een levensgroot glas ijs-pasra met alles er op en eraan. En vergeet niet de kwee apêm balik! De toekang apêm-balik hoorde je luid keels de straat Peunajongsingel, waar wij woonden, binnenkomen. Pêm - Apêm - Pêm - Apêm - balik'. Balik met een lange haal. Voor één peng kreeg je zowaar twee apêms zo groot als pannekoeken. En dan 's avonds de witte bandrèk - skoteng - met hele kleine gekleurde balletjes. Medan was voor mij luilekkerland op het gebied van dendeng. Jafan, flinter dunne plakjes vlees - zo dun als rook vlees - bijzonder goed gekruid en fel rood door rendêm in een soort Chine se wijn. Jafan kun je ook in Singapore krijgen, mogelijk komt het recept van Singapore. Medan verkocht in de avonduren ijs- pasra, waarin laag voor laag een nieu we kleur stroop gebruikt werd. Op Java zou een glas een gobang hebben gekost, maar op Sumatra was het leven duurder. Zo kostte hier een glas 3 cent. Wilde je op de torenhoge ijspasra katjang goreng hebben, dan kostte deze heerlijkheid 4 cent De ajam-paniki komt uit Ternate. Pala en nam-nam - groot als schotels - sappig zo van de stam geplukt doen mij nu nog watertanden I Semarang was voor mij: roedjak, roe djak kangkoeng, tahoe petis, de spe ciale kleine loempia's door een Chi nees in zijn wandelend keukentje huis-aan-huis de tuin in trekkend, on der luid kleppergeratel aangeprezen! En het sausje dat je erbij krijgt, zoet zuur met een gembersmaakje. Eens kreeg ik zomaar een gobang van een tante. Wat had ik er moeite mee de juiste keuze te doen! Naast het ijsdepot - waar men ook ijs-gandol verkocht - zat een bibik-petjil. Nu kon je in 1926 voor een gobang dat is 3 pèser (1 pèser 5/6 cent) 3 verschillende porties krijgen bij de bibik-petjil. Pèsercenten bestonden niet, je moest het omzetten in 3 porties. Ik kocht na heel lang overwegen: voor 1V2 cent roedjak gewoon, waarin ook pisang kloetoek meegeoelekt werd, en roedjak kangkoeng. De cent besteed de ik aan een vuurrode ijs-gandol bij het ijsdepot. Mens, wat heb ik gesmuld I Doordat wij overal wel een jaar, twee jaren hebben gewoond, kende mijn moeder bijna alle recepten, vooral de Padangse zoals rendang, belado, gele vis. Zij kookte voortreffelijk, mijn lieve moeder. Met de kerstdagen bakte ze planken vol spekkoek, koningstaart, mokkataart en noem maar op I 14 Was ik toen wij met verlof naar Nederland gingen. Kreeg ik een dub beltje, dan rende ik naar Jamin, hoek Weimarstraat/Valkenboslaan en kocht een grote toverbal, 7 cent kostte deze reuzebal. Wel duur, maar je kon er een hele dag mee doen en iedere keer veranderde de kleur bij het zuigen. Nu, bijna 66 jaar, is mijn smaak ver anderd. Er zijn nieuwe recepten, min der pittig misschien, maar toch proef je er Indië uit. Eens in de maand trak teer ik mezelf op tjendol bij Menuet, met veel goela-djawa I OLGA (wordt vervolgd) Bovenstaande foto van een tahu petis warong werd genomen tijdens een sekatèn in Solo. ledereen is in feestelijke stemming en heeft z'n beste kleren aan. En ook z'n beste schoe nen, al zijn die dan twee maten te groot, zoals bij de voetjes uiterst rechts in de beneden hoek - (Foto Rogier) 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 14