Op de P.A.M.S. in 1933. Gymnastiek bij de heer Haan. Het meisje op schoot vooraan is
Christine Beynon.
niet bij en op een keer stoot ik in de
galerij een lange tafel om, waarop zich
de lunch van de kostkinderen bevond.
Alle geroosterde broodjes dreven in
de chocolademelk. Dienstdoende mère
liep woedend naar me toe: "Natuurlijk
weer Zus Beynon, hè!"
Aan het eind van de maand was er
behalve de schoolrekening ook een
nota voor de schade die ik had aan
gericht. Daarvóór was ik al tegen een
glazen kast met wandplaten gebotst,
glas stuk.
Ik was dus geen lieverdje van de non
nen, maar daar kwam verandering in
toen ik naar de H.B.S. ging. We ver
huisden naar de andere kant van het
Klooster (Waterlooplein). Ook hier
werd ik wel eens de klas uitgestuurd,
omdat ik me niet rustig kon houden.
Heel deemoedig en schuldbewust liep
ik langs de banken naar buiten. Op de
speelplaats gekomen slaakte ik een
zucht van verlichting, voelde me heer
lijk vrij en begon rustig kanaries kapot
te stampen en de noot er uit te peute
ren.
Na de H.B.S. bij de zusters Ursulinen,
ging ik naar de PAMS (Pedagogische
Algemene Middelbare School). In de
vakantie die hiertussen lag, stierven
mijn oudste zuster en moeder. Mijn va
der wilde niet langer in het huis wo
nen, waar hij vrouw en dochter had
verloren. We verhuisden naar Mr. Cor-
nelis. Hier begon dus mijn kweek-
schooltijd. In het begin wat vreemd
met jongens in de klas, vooral gym
nastiek. Maar een leuke tijd gehad.
Toen we in het laatste jaar zaten (het
zwembad Manggarai was gereed ge
komen) besloten we met een paar
meisjes uit de klas die op Meester
woonden, naar het zwembad te gaan.
We konden geen van allen zwemmen.
Er was een zwemleraar die kleine kin
deren les gaf, en wij deden precies wat
die kinderen leerden. Ook eerst in on
diep water en later in het grote bas
sin. Zo hebben we met ons vieren ons
zelf en elkaar leren zwemmen.
We kregen goed onderwijs bij de zus
ters, vooral in vakken die voor meis
jes zo belangrijk waren, handwerken,
tekenen. In het laatste vak ging ik
helemaal op. Mère L. die ons daar les
Familie van ter Beek herenigd na de oorlog
in 1946, Makassar Lydia tussen haar ouders.
in gaf, stimuleerde me door me ook
voor thuis opdrachten te geven. Alles
wat ik gemaakt had liet ik haar zien.
Eens had ik bijzonder mijn best ge
daan en kwam met een groot schilderij
van een zigeunerin (nageschilderd uit
d'Oriënt). Ze zat met één bloot been
omhoog en keek uitdagend de wereld
in. Mère L. bekeek mijn werk en was
wel onder de indruk van mijn prestatie.
"Maar", zei ze, "dat been, die houding
lijkt me ordinair, jammer." "Ja, maar
het was zo", zei ik. "Dit kunnen we zo
niet op de tentoonstelling hangen,
Zus". Toch hield ze het schilderij en
ik hoorde er niets meer over. Voor de
expositie van handwerken en tekenin
gen waren ook de ouders genodigd.
Met Pa en Ma ging ik er heen. We
liepen langs de mooie werkstukken en
opeens stonden we voor mijn teke
ningen, allen bij elkaar Mijn zigeune
rin prijkte er midden in met een prach
tige draperie van zijde over haar blote
knie. Wat een geniale oplossing van
Mère L I
Nog een voorval, waaruit voor mij
bleek dat zusters ook "gewone" men
sen zijn. Het einde van de schooldag
naderde. We waren druk bezig een
Franse thema af te maken. Het laatste
jaar op de H.B.S. en ik deed erg mijn
best.
Toen we aan het opruimen waren riep
Mère B. ineens: "Zus Beynon blijft in
de klas zitten!" Ik keek vreemd op,
want was me van geen kwaad bewust.
Toen iedereen weg was en Mère B.
zich overtuigd had dat er niemand op
de gang was, kwam ze naar me toe
en ging naast me in de bank zitten.
"Je zit hier niet voor straf of slecht
werk, integendeel, je hebt meer dan
voldoende voor Frans en je tekent zo
goed, daarom wou ik je vragen of je
een foto van mijn moeder wil vergro
ten." Uit de zak van haar pij diepte ze
een oude foto op. Een dame met een
kind op schoot. "Dit is mijn moeder
en dat ben ik. Als je het voor me doen
wilt moet je me beloven er met nie
mand over te praten, vooral niet met
je vriendinnen!"
Ik was ontroerd en vond het zielig
dat ze zo bang was voor ontdekking
van zoiets gewoons en normaals in
mijn ogen. Natuurlijk beloofde ik haar
mijn mond te houden. Ik stopte de
foto in mijn tas en met ons geheim
verliet ik de klas. Met plezier werkte
ik aan mijn eerste opdracht. Binnen
de termijn had ik het af en ik was
zelf tevreden over het resultaat. Op
dezelfde dag van de week moest ik
aan het eind van de les weer blijven
zitten. Ik liep naar haar lessenaar en
liet haar de tekening zien. Ze was er
echt blij mee en borg die meteen weg.
Nooit zal ik vergeten wat ze me als
beloning gaf: een zelf gemaakt spelde-
kussentje, een ingelijste prent van haar
naamheilige en nog andere losse
plaatjes van heiligen.
Dieren
Mijn broers waren zes en acht jaar
ouder.
Toen zij een jaar of 14-16 waren kregen
(lees verder volgende pagina)
11