tenkader, later naar Kota Alam.
Goed en slecht, Kota Alam, ze hadden
ons te pakken. Verzet wilde na be
wapening losbreken. De Atjehrivier be
gon te bandjiren, wij hadden allerlei
soorten wapens. Toen kwam de Jap
dat te weten en wij werden allemaal
kaal geschoren, om niet te kunnen ont
vluchten, dan zouden zij ons kunnen
herkennen op straat.
v. W. Er is een groep op een schip
gezet.
D. Dat was met luitenanten mid
den op zee gemitrailleerd. Verdwenen.
Wij werden overgebracht naar Lo Seu-
maweh. Wij waren in de Uniekampong
terecht gekomen,
v. W. Dan ben je in Belawan.
D. Dat was in april '42, de datum heb
ik thuis.
v. W. Eerst met de tram, dan met de
trein, de D.S.M.
D. Ik werd ontboden bij generaal O-
verakker, met het verzoek of ik mij
los kon maken van krijgsgevangen
schap met de bedoeling een verzets
groep te vormen voor Sumatra's Oost
kust (S.O.K.). Geen gelegenheid om
te vluchten, kwam terecht in Lawa-Si-
Galagala.
v. W. Eerst gezien dat e engroep ver
trok uit Belawan? Een groep afge
voerd?
D. Voor 15 mei zijn wij afgevoerd. Wij
zijn geschift, de Indische Nederlanders
van de Europeanen, omdat wij een ge
kleurde huid hadden, om mee te gaan
met de Indische soldaten. Officieren
gingen met ons mee, een officier van
gezondheid en een bestuursambtenaar,
Drenth, voor de kolonisatie. Een kolo
nisatie zogenaamd naar Lawa-Si-Ga-
lagala.
v. W. Eerst hebben daar Duitsers ge
zeten; het kamp zag er niet zo goed
uit.
D. Wij moesten er wat van maken,
v. W. Jullie moesten sawah's bewerken.
D. Geen sawah's, omkappen van woud
voor beplanten van mais, geen rijst,
mais en groenten, voor onszelf.
Op een gegeven moment (moment is
gestuurd aan een rapport aan Nibeg).
Ik zal u deze uit Amerika opsturen. Wij
zaten daar anderhalf jaar, er gebeurde
niets. Onze gezinnen werden zelfs in
het kamp gehuisvest, ook om te hel
pen. 24 Juni '43 werd in het kamp be
kend gemaakt dat wij hulpsoldaten
moesten worden,
v. W. Hei-ho.
D. Voss, ik hei-ho, over mijn lijk.
v. W. Daarmee is ook de zaak Voss
ontstaan.
D. Wolf, onderwijzer te Sawahloentoe,
landstormsoldaat, laten wij een be
zwaarschrift indienen, getekend door
ieder, het was ongeveer getekend.
Voor wij het bezwaarschrift indienden
werd het onderschept. Wie getekend
hadden werden op een rij gezet. Wie
niet getekend hadden kregen een sa
luut, bedankt. Met ons ging het mis.
Wij moesten alles afgeven, werden ge
ketend, in vrachtauto's naar Kotatjane
vervoerd, 40 km. Daar aangekomen
meteen in de cellen gestopt.
De avond daarop hoorden wij in de
cellen enige knallen, wat zou er nou
gebeuren? Later werd het ons bekend
gemaakt dat vier der onzen gefusil
leerd waren: Croes, Wolf, Voss, Stolz.
Wij kregen geen eten en geen drinken.
12 Man werden aangewezen. Ik zat
naast de deur van de cel, naar de
aloon-aloon, daar was een opkomst
van sympathisanten. Veel mensen,
daar lagen zij, de ene nog meer ver
minkt dan de andere. Voss kopschot,
Croes gemist, kap met samurai-zwaard,
linker schouder. Van daaruit moesten
wij 3 ploegen aflossen, lijken dragen,
waar naar toe? Draagwijze als een stuk
wild, vastgebonden armen en benen
aan een bamboe hangend, pikolen. Wij
hadden allen een korte broek aan, wij
zaten vol bloed, 6 km lopen. Daar
aangekomen in de Alas-rivier. Wij
hebben daar gedronken, geen eten, wij
dronken bloedwater.
De Jap zei tegen ons, deze lijken via
Alas-rivier naar Sinkel, lijken in zee
gaan naar Nederland. 15 Dagen geen
eten, geen drinken. Ambonnees hoor
de niet bij ons, moest cellen schoon
maken, gooit water, vuil, hielp ons in
leven. Gebruiken hun broeken om het
water op te nemen. Verschrikkelijke
situatie. Ettelijken overleden. Een voel
de het aankomen, vroeg: help mijn
ring aan mijn vrouw te geven. Elke dag
stervenden. Eén overleden meldde de
wacht, waarom niet allemaal. Vroeg
eten, er is geen brood, eet balken, was
het antwoord.
Wij, waarvan de gezinnen in Lawe-Si-
Galagala zaten in de gevangenis. Ik
kon niet meer lopen, ik kroop op mijn
buik, verschrikkelijk. Ik was er het
ergste aan toe. De Jap wilde mij niet
in het kamp hebben. Stuur mij maar
weg, maar met een briefje, dat heb
ik nog, dat ik wegens ongeschiktheid
uit het kamp ben verwijderd. Andere
mensen van Kotatjane naar Koala
Simpang. Na de oorlog was ik bij Wes
terling, toen gingen wij kijken te Koala-
Simpang, er waren nog 5 over, verder
geen meer. Een Ambonnees vertelde
dat ze allemaal zijn heengegaan, dat
zijn Guldenaar, van Heemst, Wormer,
Overklein en ik, 5 over. Nu zijn ze ook
vroegtijdig heengegaan; ze waren jon
ger dan ik. Ik vraag mij af, ik ben de
enigste. Waarom, Voss in een klap
weg. Wensen een kleine waardering.
Hij had alleen gezegd: Leve de ko
ningin. Wij hebben geweigerd.
Dat het zo beroerd gegaan is en dat
wij toch getekend hebben, dat is niet
waar, ik ben er uit gegaan, ik heb ge
simuleerd tot en met, ik sta er buiten.
v. W. Maar wat is er nu met de ande
ren gebeurd; er zijn toch een stel op
gehangen aan hun duimen?
D. Dat ben ik meneer, in Medan. Ik
was vrij, na vier weken was ik zo goed
als genezen, nou ja, ik zou niet graag
vertellen wat er met mij is gebeurd,
maar ik kon niet lopen; die maag van
mij is helemaal kapot, na vier weken
dat ik in Medan was heb ik mij ge
meld bij een touwslager. Daar werkte
ik met Chinezen die een vereniging
hadden, de Kuo-Min-Tang. Zij hebben
mij gevraagd of ik met hen wilde sa
menwerken, wat ik ook gedaan heb.
Tot zij enige acties hebben gehad, de
mitraillering van de Post Spaarbank,
een hoog gebouw met een plat dak.
v. W. In Medan?
D. In Medan, nou hadden zij alles, ver
bindingen, radio, zij wisten dat er een
aanval zou komen,
v. W. Van wie een aanval?
D. Van de Amerikanen. Nou hebben
ze mij geplaatst achter het gebouw van
de Post Spaarbank met een rode doek,
dan zou ik, als het tijd is, er was
niemand, en ik zat maar te wuiven. Het
hele luchtdoelgeschut is onklaar ge
maakt. Ik heb mijn rode doek maar
vlug in mijn zak gestopt. Voorlopig
viel er een schot, ongeveer een meter
boven mij. Ik stond er, het was een
12,7 en toen vijf minuten na de aanval;
de straten waren compleet leeg.
v. W. Maar wie waren in de aanval?
D. Amerikanen.
v. W. Er zijn nooit Amerikanen ge
weest.
D. In de lucht, ja. Zij waren met een
Sikorsky. Twee wachten zagen wij
daar staan. Die knapen werden kwaad
op mij en ik moest naar mijn schuil
kelder. Voorlopig is dat van de baan.
Dat geschut was compleet wegge
vaagd. Later was er ook een mitrail
lering van Aras Kamboe. Dat is buiten
Medan in de richting van Pematang
Siantar.
v. W. Naar het zuiden?
D. Ja daar heb ik de datum van, me
vrouw Joustra heb ik daarover geschre
ven. Die wou graag weten wanneer
dat was gebeurd, in verband met steun
aan een weduwe, maar ik heb het haar
niet kunnen geven. Ik heb het haar
verteld. Ik zat met mijn oude moeder,
zwaar ziek. Tot mijn vertrek naar Ame-
ika heb ik mevrouw Joustra niet één
gegeven kunnen verschaffen. Mijn
moeder is in '57 overleden en toen zat
ik daar al drie jaar.
Aras Kaboe, ik ben er zelf bij geweest,
ik zat nog steeds in de Chinese be
weging. Ik had mijn troepen, bij Rantau
Kamina, dat zijn boorterreinen. Mijn
mensen hebben zich gevestigd in mijn
groep; ik heb het ze gezegd. Onder
een sergeant tweede klas, Sastrabra-
ta. Deze mensen hebben een goed
werk gedaan. Ze zeggen wel dat het
verzet in Sumatra niet bekend is. Het
interesseert niemand; de sergeant
heeft de bronnen opgeblazen en ge
durende de bezetting elk pompstation
vernietigd met die mensen van mij. Ik
kwam. er af en toe om een kijkje te
nemen. Omdat ik met een Indo-band
liep mocht ik de stad eigenlijk niet
verlaten. Ik heb het een paar maal
gedaan. Het geval van Aroe Kaboe
was een trein, gevuld met militairen en
(lees verder volgende pagina)
15