Uit de vele reacties op het stukje over de padvinderij van mevr. Beets-Arnhold blijkt dat de padvinderij een warm plekje in veler herinnering heeft. Daarom plaatsen we met genoegen deze foto van T. L. Mellema die er zelf het commentaar bij levert. Deze foto moet uit 1938 of begin '39 dateren. De groep heette DK 4, of de groene troep, naar de groene halsdoek. Deze horde oefende toen nog op het terrein van de Werkplaats aan het eind van de Dr. Yap-boulevard in Djokja. In 1939 werd dit terrein opgeëist door de AMS-A en toen werd toestemming verkregen van de Neutrale Lagere School 1-A aan de Merbaboelaan om daar te oefenen. Ons huis grensde met de achterkant aan dit terrein en mijn ouders hebben toen een paar "goedangs" afgestaan als "wolvenhol". De "akeela" was mevrouw J. Wijna-Leddy, die in het midden achteraan staat. Zij is in 1947 in Den Haag na een verkeers ongeluk overleden, maar heeft de hele kamptijd een padvindersdagboek uit 1939 kunnen bewaren. Dit dagboek, waarin vele foto's uit die periode kreeg ik vorig jaar van haar echtgenoot die destijds Afdelings-Districts-Commissaris was bij de padvinderij, toegestuurd, omdat ik er nogal veel in voorkwam. Hieruit heb ik nog veel namen kunnen terugvinden, maar kan er niet alle gezichten meer bij plaatsen. Hieronder volgen eerst de namen, die ik wel meen te kunnen plaatsen: Op de achterste rij van links naar rechts: "baghera" Schulz, Jaap Koopman, Ruth Pos, Geert Bos, x x, "akeela" Wijna, Teun Mellema, Jan Mobach, Gerrit van Loenen, "baloe" Nel Arnhold (Giel), Chappy Ollengren, Max Zonneveld. Op de middelste rij voorovergebukt herken ik niemand. Op de voorste rijen, hurkend, van links naar rechts: x x, Wim Stuiver?, Jan van der Let, Gerrit Toebes?, een prins (Danan?), daarachter Wietse Lenters?, vooraan weer een prins (Try?), daarachter x x, vooraan x x, daarachter Lucas Jan Hooikaas, Nicky van Lith, Henny Bronkhorst, en de laatste weer onbekend. Andere namen, voorkomend op een Kerstprogramma, zijn nog: Soemani, Goenadi, Adri Boomgaardt, Frits Geurtsen, Henk Ruys, Rudy Lamberts, H. Vonck, G. Kwast, M. Prior. (Vervolg: "Een haar te veel") aspect werd over het hoofd gezien en een gevoel van machteloosheid deed haar intrede. Toen kreeg de baas een lumineuze brainwave. Neen, geen Ei van Colum bus, maar een werkelijk sublieme ge dachte. Wij hadden op de onderneming een ziekenhuis met alles er op en alles er aan. Het ons toegezonden hoofdhaar werd aan de dokter voorgelegd; in zijn laboratorium maakte hij een coupe (ragfijne doorsnede) van het zo ver wenste hoofdhaar en ter vergelijking een coupe van een hoofdhaar van een Javaanse vrouw. En zie, met zekerheid kon worden vastgesteld, dat de ons toegezonden hoofdhaar afkomstig was van een WESTERSE vrouw, dus on mogelijk bij de sortatie in onze fabriek met de thee zijn meeverzonden. Dat was een vreugdevolle openbaring! Er werd een brief opgesteld in een kwasi deemoedige stijl, (wij hadden ook zo onze stijlbloempjes) "Tot onze spijtenz., doch het boetekleed werd niet dichtgeknoopt. Het corpus delicti werd teruggezonden, terwijl als sluitstuk de uitspraak van de dokter uit de doeken werd gedaan. Het was alsof er een ijzeren deur dichtsloeg. DISCUSSIE GESLOTEN. J. BALT "Het doet me genoegen, dat je tenminste voor één aspect van onze culturele back ground warm loopt". 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 19