poirrié
EEN HAAR TE VEEL
In de tegenwoordige tijd doet onze regering haar uiterste best haar onderdanen
te overtuigen van de benarde economische toestand, waarin het land verkeert
en de noodzaak voor een ieder om mee te werken aan allerlei bezuinigingen,
die ons in staat moeten stellen het hoofd boven water te houden. Die toestand
vervult ons met zorg. Het is weer eens "malaise" en de ouderen onder ons
worden voor de tweede maal met de neus gedrukt op een verschijnsel, waarvan
zij toenmaals, in de kracht van hun leven, de volle hevigheid hebben ondergaan.
De jaren 1930-1935 hebben ook van ons, werkers in het voormalige Nederlands-
Indië, een zware tol geëist. Een ieder zullen de gebeurtenissen van toen nog
wel duidelijk in het geheugen staan gegrift.
Een fataal verschijnsel was o.m. dat
van vele tropische landbouwprodukten
overschotten ontstonden, hetgeen de
prijzen op de wereldmarkt zodanig
deed kelderen, dat de ondernemingen
verliesgevend werkten. Op alle manie
ren werd getracht het bezuinigingsmes
steeds dieper in de variabele produk-
tiekosten te drukken. De dalende prij
zen van de wereldmarkt en de dalende
produktiekosten holden achter elkaar
aan. Niet altijd met succes, aan de
produktiekosten was een beneden-
grens.
Uiteindelijk staken de wereldprodu
centen de hoofden bij elkaar en uit
zelfbehoud kwamen zij tot een over
eenkomst t.a.v. de beperking van de
produktie van vele tropische landbouw
produkten. Op al die conferenties had
het kleine Nederland een stevige vin
ger in de pap, want de produktie-
capaciteit van het oude Nederlands-
Indië was indrukwekkend. Het kleine
land aan de Noordzee kon zich op
brede basis doen gelden. Suikerres
trictie, rubberrestrictie, theerestrictie
en gaat U zo maar door. Dat heeft
jaren zo geduurd en tenslotte zijn we
langzaamaan weer uit het slop geraakt.
De theerestrictie had tot gevolg, dat
belangrijke arealen van de theeaan-
plant uit produktie werden genomen.
De theeheesters in zulke arealen kon
den daardoor onbelemmerd opgroeien.
Die hoge thee-aanplant werd vaak een
broeinest van allerlei voor de thee
heesters schadelijke insecten.
Tussen de theecultuur van Java en die
van Sumatra bestond een structureel
verschil. Op Sumatra exploiteerden
enkele maatschappijen (waaronder ook
buitenlandse) enige grote onderne
mingen. In vergelijking met de kleinere
ondernemingen op Java, waar meer
gestreefd werd naar de fabrikage van
topkwaliteiten, ging de theecultuur op
Sumatra meer de richting uit van een
industrie. Deze ondernemingen legden
zich toe op een standaardproduct, be
reid volgens proefondervindelijk vast
gestelde normen, waarbij zelfs ver
schillen in kwaliteit door seizoenin
vloeden zoveel mogelijk werden ge
nivelleerd. De grote thee-pakkers in
Amerika, Engeland en Australië konden
derhalve vertrouwen hebben in het be
schikbaar krijgen van een grote hoe
veelheid standaardproduct als basis
voor het vermengen met andere soor
ten. Op deze wijze verzorgden zij op
hun beurt de detailhandel.
Veelal werden de oogsten voor lange
re tijd op contract verkocht, vanzelf
sprekend tegen een overeengekomen
prijs, waarbij de prijzen op de wereld
markt een richtsnoer vormden.
Zoals in Frankrijk bepaalde wijnen een
beroemdheid bezitten, zo hadden en
kele ondernemingen op Java, wat thee
betrof, een bijzonder goede naam.
Zonder volledig te zijn, denk ik hier
aan namen als Goalpara, Pasir Nangka
en vele anderen. Daar werd op top
kwaliteit gewerkt.
Toen in de jaren na 1930 de prijzen
op de wereldmarkt voortdurend bleven
dalen, kon het gebeuren, dat afnemers
met een contract van lange duur in
een nadelige positie kwamen te ver
keren, doordat de prijzen op de wereld
markt onder de gecontracteerde prij
zen doken. Het gevolg was dat ze de
geleverde thee steeds kritischer gin
gen bekijken, teneinde bij bepaalde
tekortkomingen een claim te kunnen
indienen. Het begon met klachten over
zand in de thee, microscopisch een
voudig te constateren. Het werd een
spel van zet en tegenzet. Voor de
hoofdingang van de fabriek werd een
ondiep basin gemetseld en vervolgens
met water gevuld. Het werkvolk, dat
naar binnen ging, moest op deze wijze
door een ondiepe waterplas lopen en
daarna over dikke kokosmatten de
voeten schoonvegen. Op deze wijze
kon geen zand in de fabriek en even
min in de thee geraken.
Vanuit de tuinen werden manden vers
geplukt blad door vrachtauto's naar de
fabriek getransporteerd. De voeten
van de manden werden vóór het op
laden grondig schoongemaakt, zodat
geen zand met het geplukte blad kon
worden meegevoerd.
Verder werd de droge thee gedurende
de sortatie enige malen gezeefd en ge
wand, waarbij een magneet eventuele
ijzerdelen opzoog. Als eindbewerking
werd de thee dan in een dun laagje
over een lopende band uitgespreid.
Aan weerszijden van de langzaam lo
pende band zaten circa tien vrouwen,
die alle ongerechtigheden met haar
vingers verwijderden. Teneinde te
voorkomen dat bij het werken met
kunstlicht insecten op het licht zouden
afvliegen, waren alle ventilatie-openin-
gen met fijn metaalgaas afgedicht. Alle
vrouwen, die in de sortatie werkzaam
waren, droegen als bedrijfskleding
witte katoenen mutsen, waarin het
haar met wrong nauwkeurig werd inge
pakt, zodat uitvallende haren nimmer
in de thee konden verdwalen. Deze
haartooi was niet bepaald flatteus,
doch schiep hygiënische waarborgen.
In de betreffende restrictiejaren met
dagoogsten, die zo van tien tot vijftien
duizend pond droge thee beliepen,
mocht de fabricagechef, de man, die
de leiding in de fabriek had, zijn aan
dacht geen ogenblik laten verslappen,
want het spook van de claim lag
voortdurend op de loer. Van de filo
soof professor Bolland is het gezegde
afkomstig: "Het ideaal is het onmo
gelijke, waardoor het mogelijke wer
kelijkheid wordt". Zo was het ook met
de vele maatregelen, die terwille van
de zindelijkheid bij de fabrikage wer
den nageleefd. Wij waren van mening
dat het mogelijke was bereikt.
En toen kwam toch de dreun.
Er kwam een brief binnen van ons
hoofdkantoor in Amsterdam, toege
licht door ons kantoor in Medan, waar
in melding werd gemaakt van een
klacht van een afnemer in Amerika,
terzake van het aantreffen van een
"vrouwenhoofdhaar" in een kist thee
van onze onderneming. "Tot onze te
leurstelling" was het bekende stijl
bloempje, dat de inleiding van de brief
vormde. En terecht werd er op ge
wezen, dat na het spenderen van zo
veel kosten (het was malaise) aan het
treffen van voorzieningen om klachten
als de onderhavige te voorkomen, de
resultaten bepaald teleurstellend wa
ren.
In een doorschijnende enveloppe was
een lange, opgerolde, zwarte hoofd
haar als corpus delicti meegezonden.
Dat kwam hard aan, de stemming werd
slecht en er was knersing der tanden.
Alle witte mutsen, die de vrouwen in
de sortatie-afdeling droegen, werden
nogmaals nauwkeurig bekeken. De na
druk werd gelegd op het goede in
pakken van alle haren, geen enkel
(lees verder pag. 19, 1e kolom onderaan)
"Als ze die gastarbeiders allemaal naar huis
stuurden, zou er voor ons geen werkloos
heid meer zijn".