De eerste ontmoeting met Koeboes Vijf dagen feest in de RAI 4 4 PASAR MALAM AMSTERDAM De grootste en meest-gezellige Pasar van het land van dinsdag 26 tot en met zaterdag 30 mei elke dag geopend van 12 tot 24 uur "Mijn eerste ontmoeting met koeboes", zei Jean op een avond, toen hij ons over zijn avonturen in het oude Indië vertelde, "mijn eerste ontmoeting met koeboes zal ik nooit vergeten. Ik was in de buurt van Moeara Boengo, een plaatsje in de residentie Djambi, bezig met metingen bij de rivier. Daarna trok ik met mijn koelies diep het binnenland in, waar, zoals ik dacht, nog geen mens in doorgedrongen was. We bevonden ons in een oerwoud, waar reusachtige bomen en hoge lianen getuigden van de ongereptheid der natuur. Bospaden waren er niet; dus liepen twee koelies voorop, die het lage struikgewas weg kapten en zo voor ons een weg baanden door dit donkere woud. Toen we enige honderden meters ge lopen hadden, zagen we dat hier en daar takken gebroken waren, en dat zelfs het onkruid vertrapt was. Mijn eerste gedachte was, dat een of ander groot beest dit veroorzaakt had, maar toen we verder liepen zagen we dui delijk voetsporen. Daar ik wist dat geen van mijn collega's hier nog ge weest was, vroeg ik me af van wie die voetsporen wel konden zijn. Ik buk te me en bekeek ze aandachtig. Eén van de koelies zei: "O, toean, die zul len wel van koeboes zijn". "Koeboes," zei ik verbaasd. Hij knikte. Ik herinner de me toen, dat ik als jongen van de lagere school op de aardrijkskundeles over koeboes had geleerd. Dat moes ten nomaden zijn, die nog zeer primi tief waren en enigszins mensenschuw. Men veronderstelde dat het nakome lingen waren van mensen, die, toen de Islam zich op Java verbreidde, zich niet tot die godsdienst wilden laten be keren, naar Sumatra waren overge stoken en zich in de bossen hadden schuilgehouden. Ik durf het echter niet met zekerheid te beweren. Mijn nieuwsgierigheid werd geprikkeld; ik wilde die koeboes graag zien. Dus volgden we de voetsporen en ontdek ten een groot gat in de grond. Eén van mijn koelies bekeek dat gat en zei: "Toean, ik denk dat ze een python hebben opgegraven, die zich in dit hol heeft verstopt." "Waarom deden ze dat?" vroeg ik. "O, ze eten alles wat ze in de bossen kunnen vinden en vangen," was het antwoord. We liepen verder en het duurde niet lang of we kwamen aan een plek, dat het tijdelijke kamp van de koeboes bleek te zijn. Er waren mannen en vrouwen, zes in totaal. Ze waren ver baasd toen ze ons zagen, en gingen dicht bij elkaar staan. Deze mensen waren zo primitief; ze hadden slechts een lendendoekje om; een afdak on der de bomen diende als beschutting van hun slaapplaats. Ik stond het eer ste moment perplex; dit waren ze dus, de koeboes! Ze keken niet onvrien delijk, maar bleven op een afstand. Wij kwamen enige stappen naderbij en juist toen ik een van de koelies wilde laten vragen of ze werkelijk een py thon hadden gevangen en of ik de huid zou mogen hebben, viel mijn oog op een pisangblad, dat op de grond lag, en op dat blad lag een prachtige python, die in moten was gesneden. Hoe teleurgesteld was ik! Ze aten de slangenhuid dus ook op. Mijn koelies knoopten een gesprek met hen aan in de streektaal, die ze ook spraken, en gaven ze wat tabak, die ze gretig aannamen. De koeboes vertelden dat ze daar reeds enige tijd waren, maar wegens ziekte van een der vrouwen niet verder konden. Ze waren dus verplicht te blijven tot ze weer lopen kon, alvorens verder te trekken, zoals nomaden dat plegen te doen. We stapten gauw op en ik was een ervaring rijker geworden." CEMPAKA KUNING Kijken en kopen bij de talloze stands met produkten en artikelen uit Aziatische en Afri kaanse landen. Dagelijks modeshows. Vele restaurantjes met lekkernijen uit de Indone sische keuken. asar jilalam "Amsterdam En natuurlijk weer een grandioos cultureel en amusementsprogramma met vele top-artiesten. Dinsdagavond 26 mei: VERKIEZING MISS PASAR MALAM '81 - Tel. 020-25 95 44 met hoofdprijs, een vliegreis naar Indonesië. TOEGANG 7,—. Kinderen tot 12 jaar en 65+ f 3,—. INLICHTINGEN: tel. 023-24 52 70 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 11