poirrié ii l'ïli nen geslopen. De lichtwachters waren ziek; de ene natuurlijk erger dan de andere. Overdag na een hele nacht bij toerbeurt in de met kwikdamp gevulde ruimte in het hoogste puntje van de toren zonder ventilatie-mogelijkheid cirkeltjes gelopen te hebben, lagen de mannen in hun hutje amechtig ter neer, maar tegen donker begaven zij zich weer naar de lichtbronruimte. Dood ziek, te zwak bijna om het reserve toestel te draaien, zetten zij zich beur telings toch tot die taak. Enkelen hun ner kregen duizelingen. Zij hoestten en vermagerden. Nochtans begaven zij zich plichtsgetrouw elke dag zodra het duister werd de toren in, waar gif tig kwik hen wachtteEN HET LICHT BLEEF BRANDEN I I Twee lichtwachters waren er zodanig aan toe, dat ze aan boord van de "Sirus" gebracht moesten worden. De 3de lichtwachter kon gelukkig op Poe- loe Bras achter blijven; hij kon de 2de werktuigkundige Clark, die voor de herstelwerkzaamheden werd aange wezen, ter zijde staan. Hoofdwerktuigkundige J. C. Eynwach- ter van het s.s. "Sirius" wist wel wat hij deed met deze aanwijzing, want Clark was iemand, die zijn mannetje wist te staan. De "Sirius" kon met een gerust hart naar Sabang gaan om te bunkeren ten einde zich op te maken voor hetgeen ging gebeuren. Voor het station Atjeh, waaraan de "Sirius" was aangewezen, stond namelijk heel wat op het programma. Ver onder de Westelijke Horizon ste vende met grote vaart op Sabang af het trotse mailschip van de Stoomvaart Maatschappij "Nederland" de "Johan van Oldenbarneveld" onder commando van kapitein Mörzer Bruyns met aan boord Jhr. Mr. A. W. L. Tjarda van Star- kenborgh Stachouwer, de nieuwe Gou verneur-Generaal van Ned.-lndië. Ver onder de Zuid-Oostelijke horizon wer den in het heldere blauwe water van Straat van Malakka twee onderling evenwijdig lopende kaarsrechte brede banen van schuim getrokken door Hr. Ms. "Witte de With" en Hr. Ms. "van Galen", die tesamen onder commando van Kltz. P. Koenraad het ere-escorte zou gaan vormen voor de "Johan van Oldenbarneveld" op het traject Sabang - Tg. Priok. Sabang werd in feesttooi uitgedost en ook Medan werd ver fraaid met erebogen en vlaggetjes. Terwijl Noord Atjeh zich prepareerde op de komende festiviteiten werkten in het midden van dat gebied de 2de werktuigkundige Clark met de licht wachter en de aanwezige koelies in het zweet huns aanschijns in het boven ste deel van "Willemstoren" in een ondragelijke stank van kwikdamp aan het herstel van het rotatie-mechanisme en de ondersteuning van het lenzen stelsel. Clark had bij het eerste onder zoek al in de gaten, dat de reparatie nu niet direkt een "klusje" was en zeker niet met zo weinig mankracht, maar met de goede "teamgeest", die het personeel van de Dienst van Scheepvaart kenmerkte, ach, dan zou het waarachtig wel gaan. En zo was het ook. In principe kwamen de werkzaamheden neer op het laten zakken van het kwik reservoir, waarop het lenzenstelsel ro teerbaar rustte, ten einde dit reservoir te vullen en het daarna opvijzelen daar van. Een heel karwei, want het reser voir rustte op enige machtige, van schroefdraad voorziene bouten, die met knotsen van moeren in hoogte stand verplaatsbaar waren. De schroef- sleutel voor het behandelen van de moeren woog al meer dan een kilo of vijf. Twee man waren nodig om de schroefsleutel te tillen en tegen de moer aan te drukken. Een derde en vierde man konden de sleutel een heel klein beetje van stand veranderen, on geveer 1/6 slag; dan moest de sleutel naar de volgende moer gebracht wor den en moest deze ook eenzelfde slag gedraaid worden, enz. tot de kwikbak voldoende gezakt was om kwik te kunnen bijvullen. Vóór het daartoe kon komen eerst het kwik zuiveren, de verontreinigingen van het kwikoppervlak afscheppen, af romen en in een leeg petroleumblik opzamelen voor transport naar be neden. Ja, zo had de lichtwachter het zich ingedacht, doch ziet, binnen korte tijd ging het blik lekken, het soldeer van de naden begaf zich. De koelies holden met het blik, ten dele gevuld met kwik de trap af; het lukte niet de begane grond te bereiken. Halverwege de tocht - op de tweede vloer - moes ten ze de deur naar buiten openen en het blik met inhoud naar beneden gooien. Voor het verwijderen van de resteren- I p?g "Waarom moppert Ibu eigenlijk altijd. In de regentijd ligt het slijk der aarde toch op straat!" de kwikverontreinigingen werd gebruik gemaakt van een grote wadjan, eigen dom van de vrouw van de lichtwachter. Omdat dat ding onhandig te dragen was werd de wadjan telkens ook vanaf de tweede vloer geledigd. Toen was het bijvullen geblazen met de reserve-voorraad van 1 liter uit een stalen fles. Vanzelfprekend een veel te geringe hoeveelheid. Echter gelukkig net voldoende om het lenzenstelsel het vereiste drijfvermogen te geven, waar door de installatie kon functioneren. Tijdens al deze werkzaamheden werd er niet naar getaald te ontbijten, lun chen of zelfs drinken. Dat kwam eerst aan de orde om 17.00 u. toen de arbeid verricht was en de lichtinstallatie met succes had proef gedraaid. Eerst toen gingen de harde werkers naar bene den, heeft Clark in plaats van met een stevige borrel zich gelaafd met het water van een "klappa moedah"; daar na een heerlijk bad met heel wat ga- joengs water en toen stond klaar een door de lichtwachter's vrouw klaarge maakte uitgebreide rijsttafel. Zij had zich daartoe uitgesloofd omdat het nu eenmaal zo hoorde, maar ook als dank aan de "toean" voor zijn aanwijzingen en hulp bij het repareren van de licht installatie, want één ding is waar: in "tempo doeloe" was het kustlicht voor een lichtwachter even veel zo niet meer waard dan een kind voor een moeder. Woensdag 2 september 1936 ging de "Sirius" nabij het eiland Poeloe Bras weer ten anker. Eerste officier G. Kooy- man en ook Hoofdwerktuigkundige Eynwachter gingen de wal op voor in spectie van het kustlicht. Dat de re paratie klaar was, dat stond voor hen vast als een paal boven water. En zo was het ook. Reeds twee uren later kon de "Sirius" het eiland achter zich laten met bestemming Olehleh. Aan boord werd met man en macht gewerkt aan de grote schoonmaak. De "kapal poetih", die een goede accom modatie had, want kort geleden had de "Sirius" een mooie trip door de Mo- lukken gemaakt met het Belgische kroonprinselijke paar; dit jacht zou de "toeans besar" van Olehleh naar Sa bang brengen: de Gewestelijk Militaire Commandant kolonel G. F. V. Gosen- son, de Assistent-Resident van Groot Atjeh O. Treffers, de Gewestelijke se cretaris J. B. F. Satorius, Kapitein Klaar, adjudant van Kolonel Gosenson, allen met hun dames. Voorts embarkeerden enige luitenants van het K.N.I.L. en At- jehse Hoofden, benevens de stafmu- ziek en een erecompagnie uit Kota Radja. In totaal 170 passagiers. Toen de "Sirius" van de Gouverne- ments Marine in de loop van vrijdag ochtend (11 september) aan de steiger te Sabang afmeerde werd het hoge gezelschap verwelkomd door de Con troleur van Sabang H. Gelderman, de Plaatselijk Militair Commandant 1ste luitenant D. Haremaker en de Haven meester A. van der Burgh. (slot volgt) 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 13