DE GESCHIEDENIS VAN SANTA MARIA
Links: het gebouw op Noordwijk, waarin de verschillende scholen van de Zusters Ursulinen zijn ondergebracht. Rechts: frontzijde van
het instituut van de Ursulinen op Noordwijk.
Het zeilschip "Herman" voer langzaam de haven van Rotterdam uit, op een middag, 20 september 1855. Op het dek
stonden enkele passagiers die uit de verte op zwarte bomen leken waarvan de takken en bladeren door de wind
werden bewogen. Dat waren de zeven eerste zusters Ursulinen, de eerste vrouwelijke missionarissen die vanuit Holland
vertrokken naar Nederlands-lndië en vaarwel wuifden naar familieleden en vrienden aan de wal. Zo ongeveer zal het
geweest zijn, 125 jaren geleden op die middag in Rotterdam.
Na een stormachtige reis van 140 dagen, kwam de "Herman" de baai van Batavia binnen op 5 februari 1856. Pas na
twee dagen konden de zusters voet aan wal zetten. Aan de kade werden ze opgewacht door de pastoor van Batavia
en enkele Katholieke gezinnen. De zusters werden direct naar het verblijf van de bisschop gebracht waar ze met
Mgr. Vrancken het middagmaal gebruikten. Daarna begeleidde de bisschop de zusters naar een gebouw aan Noord
wijk. Toen ze het gebouw binnenkwamen zagen ze in de ontvangkamer een dame en enkele heren, allen deftig ge
kleed. Wat waren de zusters verbaasd toen de bisschop hen het gebouw als woonhuis aanbood. De dame, Mevr.
Nikolas en een staf van bedienden zouden de zusters helpen.
Het gebouw dat het eerste klooster
zou worden leek meer op een paleis.
Het had een verdieping met links en
rechts een vleugel en in het midden
een heerlijke tuin. Men vertelde dat
de zusters nog meer onder de indruk
kwamen toen ze daar hun eerste a -
vondmaal gebruikten. Het hele gebouw
was helder verlicht door wel dertig
lampen van verschillende vorm, nog
vermeerderd met kleine lampjes in de
hoeken van de zaal en tussen de
planten in de tuin. De eettafel was
prachtig versierd en de gerechten
waren overheerlijk. Achter elke stoel
stond een bediende. Zeker zullen die
eenvoudige Indonesiërs gedacht heb
ben dat deze in het zwart geklede
vrouwen met eigenaardige hoofdbe
dekking, rijke mensen waren en van
adel, die dus een eerste klas bedie
ning moesten hebben. Jammer! Een
verkeerd begin dat afstand schiep
Maar ondanks dat voelden de zusters
zich zeer verplicht en waren zeer dank
baar voor alle diensten en vriendelijk
heid. In hun hart wensten ze juist het
tegenovergestelde. Waren ze juist niet
gekomen om te dienen, zoals het pa
rool der Ursulinen: SERVIAM luidt?
De volgende dag en verdere dagen
verminderde de overste, Mère Ursule
Meertens, geleidelijk het aantal lampen
en liet de bediening heel eenvoudig
geschieden. Het was voldoende dat
Mevr. Nikolas eens per week kwam,
verder konden de zusters het wel
redden; ze wilden zo gauw mogelijk
de mensen dienen.
Pas vier, dagen in het land waarvan
6
ze zo gedroomd hadden, moesten ze
een der zusters missen.
Mère Emmanuel, een Engelse, was al
tijdens de zeereis ziek. 25 Jaar oud
werd ze door de Almachtige tot Zich
geroepen. Dit was als het ware de
eerste steen die gelegd werd voor het
"huis van liefde" dat door haar mede
zusters Ursulinen in Indonesia verder
opgebouwd zou worden.
Het begin van de geschiedenis van
SERVIAM is nu uitgegroeid tot het
125 jarig missiewerk. De opvoeding,
dat was het arbeidsveld waar ze zo
spoedig mogelijk aan wilden beginnen.
Verschillende zalen in het gebouw
werden veranderd voor internaat en
school. Om een school te openen was
vergunning nodig van de regering. Het
Nederlandse Gouvernement stelde de
zusters aan, betaalde hun salaris en
de school mocht beginnen. Op 1 au
gustus 1856 werd de eerste school ge
opend. De regering wenste dat de
leerlingen ook intern waren, het waren
allen meisjes. Begonnen met drie leer
lingen groeide het aantal in oktober
tot 40 leerlingen en op het eind van
het jaar waren er op de Fröbelschool
62 en op de Lagere School 295 leer
lingen. Een snelle vooruitgang. Ge
lukkig bleef uit Europa het aantal zus
ters komen en hier kwamen ook leken
onderwijzeressen bij. De vermeerde
ring van zusters bracht de mogelijkheid
een nieuw klooster en een nieuwe
school te openen in Weltevreden. In ja
nuari 1858 zond Noordwijk drie zusters
uit om te beginnen. Ze gingen naar
Bazaar Baru (later Pasar Baru), naar
het huis dat door Pastoor v.d. Grinten
(voorzitter van de St. Vincentiusver-
eniging die sinds 1855 gesticht was)
gekocht was. De eerste leerlingen
waren de wezen die daar waren on
dergebracht. Toen 25 kinderen, maar
dit aantal werd steeds groter zodat
het huis gauw te klein was. In januari
1859 verhuisden zusters en kinderen
naar een groter stuk grond aan de
grote weg naast het postkantoor, Wel
tevreden geheten, nu bekend onder
de naam "Santa Ursula-Jalan Pos 2".
Noordwijk breidde zich uit. De kapel
van de zusters werd in 1857 door Mgr.
Vrancken gewijd en onder de be
scherming van "Moeder Maria Onbe
vlekt Ontvangen" gesteld. Van toen af
werd het complex ook Santa Maria
genoemd.
Het was als het ware een tuin van
opvoeding met verschillende soorten
bloemen. Men had daar de kleintjes
van de Fröbelschool en honderden tie
ners van de Lagere School en HBS,
alswel leerlingen van de Normaal
school. De tegenwoordige SPG Santa
Maria (Kweekschool) is als kiem be
gonnen in de Normaalschool, opge
richt door Mère Prieure Augustine Phi-
lipsen in 1881.
In 1891 werd een school geopend voor
jonge meisjes die zich wilden bekwa
men in vrouwelijke vaardigheden, de
"Meisjesschool". Deze ontwikkelde
zich tot de Meisjes Nijverheidsschool
onder leiding van Mère Clemence
Koch in 1933, en kreeg de naam
"Mater Dei". Die lag tot een tien
jaren terug aan Batutulis, ontwikkelde