Foto links: De natuurkunde-klas van de St. Jozef Mulo omstreeks 1937. Van l.n.r.: 1e rij: Juul Palm, Poppy Mulder, Betty Wichers, Kartini, Maud Kepel, Ida Hartman. 2e rij: Juffr. Senden, Jo Piekhaar, Lies Akkerman, Thera Mac Lennan, Wies Goei, Fien Rookmaker, Mientje Koek. 3e rij: Cootje de Soete, Truus Soentken, Olga van Wijhe, Emmy Sigmond, Adrie Tjan, Ella Sundah. 4e rij: Fietje Atmans, Corrie Kwee, Truus Anthonijsz. Foto rechts: Een groep leerlingen van de vakschool Mater Dei met Mère Hermine omstreeks 1939. Slechts enkele namen zijn nog bekend zoals achteraan: Stans Tendean, Lien Noteboom, Resi Kliem, Dientje Scott, Yvonne Johannes, Sylvia ten Cate. Vooraan: Soekarni, Ella Sundah, Sylvie Bong, Lily Kwee, en Juffr. Pauline Ronsselle. zich voorts tot de SMKK Santa Maria (Middelbare Vakschool), nu onderge bracht in het voormalige Mulo St. Jozef gebouw. Behalve scholen werden ook diverse cursussen gegeven naar gelang de behoefte in die tijd: cursus hoofdakte, hulpakte, akte voor secretaris, mu ziek, schilderen, Engels, Frans en Duits, en niet te vergeten naaien, borduren etc. De vraag naar personen die deze opleidingen hadden gevolgd was altijd groot. De zusters vormden de opleiding altijd volgens een be paald systeem, meegaand met de tijd en zich aanpassend aan de omgeving. Men waardeerde het werk van de zusters. In "Het Handelsblad", een krant in Batavia, stond in 1890 (febr.) Er werd een kunstavond gehouden door leerlingen en leerkrachten van de St. Maria scholen die onder leiding van de Zusters Ursulinen staan. De ouders van de leerlingen en de ove rige aanwezigen waren vol lof. Het peil van de opvoeding is hoog. De Nederlandse regering verklaarde het Instituut van de Zusters Ursulinen in Noordwijk tot een door de wet er kend lichaam. In het Staatsblad stond: "Het Instituut der Zusters Ursulinen te Noordwijk werd in 1856 geopend en bij Staatsblad van 1874 no. 56 als rechtspersoon erkend met het doel der inrichting: de opvoeding en het onderwijs der vrouwelijke jeugd." In de aantekeningen van het klooster óp het eind der 19e eeuw lezen we dat er 29 leerkrachten zijn op de St. Maria scholen, waarvan 25 zusters Ursulinen. Als waardering van het werk der zus ters verleende de Nederlandse rege ring aan Mère Augustine Philipsen in 1901 de onderscheiding "Ridder in de Orde van Oranje Nassau". Het Serviam der Ursulinen, begonnen tijdens de tijd van de Nederlanders, werd voortgezet, niet alleen in Bata via, maar ook in andere steden. Noordwijk als moederhuis zond haar zusters als pioniers. In 1863 vertrok ken 5 zusters naar Surabaya waar zij een school begonnen in Kepanjen. In 1902 opende Noordwijk een klooster, school en internaat in Buitenzorg, nu Bogor geheten. Bandung zag in 1906 de Ursulinen een huis bewonen aan Jalan Merdeka waar al gauw scholen voor meisjes geopend werden. Tijdens de Japanse bezetting werden vele zusters geïnterneerd, velen stier ven in het kamp.. Maar de zusters die buiten konden blijven zetten het werk voort. Ongeveer twee jaren was er een lagere school en vakschool die de naam KIMURA droeg. Mère Loy ola Mas Bakal heeft veel geholpen in die moeilijke tijd. Al gauw werd bijna het hele complex van St. Maria door de Japanners gebruikt, alleen de ka pel en een klein gedeelte erom moch ten de Zusters behouden. Toen de Japanners weggingen werd Noordwijk bezet door de Gurkha sol daten en later door het Vrouwenkorps. De bezetting van het complex in 1943 is begonnen door de Japanners en ge ëindigd in 1946 toen de Engelsen vertrokken. Toen bestond Noordwijk 90 jaar. De buiten- zowel als de binnenkant van het klooster en van de scholen zagen er toen verschrikkelijk uit! Alle lokalen waren zwaar beschadigd en de inventaris, de electrische-, gas- en waterleidinginstallaties waren kapot of vernield. Dat was in 1946. Toen kwam de nieuwe periode. De komst van de Republiek Indonesia bracht nieuw leven. In de geest van de Pancasila werkte men vol geestdrift en er was een nauwe samenwerking en vriendschappelijke geest merkbaar in alle lagen van de maatschappij. Op 4 oktober 1954 werd aangetekend dat Mevrouw Fatmawati Soekarno vaak de kinderen en zusters van St. Maria opzocht. Aan de andere kant gingen leerlingen, leerkrachten en zusters dik wijls naar het paleis van de President, juist zoals het goede buren betaamt. De ingang van "Santa Maria" zoals die er thans uitziet. Zuster Maria Goretti begeleidt de gasten, minister van volkshuisvesting, Cosmas Batubara en echtgenote. Met het eeuwfeest op 7 februari 1956 leefde iedereen mee met de Ursulinen. De Minister van Onderwijs schreef o.m. dat hij het werk van de zusters Ursulinen in dienst van de opvoeding van de Indonesische vrouw zeer waardeerde. Zeer oprecht hebben ze de opvoeding van de Indonesische meisjes gedurende 100 jaren in handen genomen. Het resultaat van hun toe wijding werd niet alleen door de ka tholieken erkend, maar ver daar bui ten, in alle Indonesische kringen." Nu werken de Zusters Ursulinen ook in Sukabumi, Solo, Malang, Flores en West-Kalimantan. E. SUNDAH

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 7