Indonesische Sagen en Legenden BIBIK DINGKLIK KUNST-AGENDA DE LEGENDE VAN DE WARINGINBOOM Heel lang geleden regeerde over Java een goed en rechtvaardig vorst, Kemoe- ran Dinadja. Zoals andere Oosterse vorsten had ook hij een reeks kinderen bij zijn vele vrouwen. Het oudste kind heette Djamadjaja en was de zoon van zijn hoofdvrouw. Deze prins was bij het volk bemind om zijn goed karakter. Maar toch, was er één, die hem haatte. Dat was Dewi Andana, de tweede vrouw van de vorst. Zij had ook een zoon en daarom was ze afgunstig, want op de troon zou ze later graag haar eigen zoon zien en zolang Djamadjaja leefde was die natuurlijk de aangewezen troonopvolger. De vorst zelf was al zo oud, en de gedachte dat zij eens, als Djamadjaja zou opvolgen niet meer in de hoofd- vertrekken mocht verblijven zo min als haar kinderen, deed in het binnenste van Dewi Andana een listig plan ontstaan dat lukken moest. Was zij niet de lieveling van de vorst en daarbij de schoonste van alle vrouwen? "Straks moet ik ook nog onroerend goed belasting betalen voor die slome kerel van mij." Toen vorst Kemoeran Dinadja haar eens bezocht in de vrouwenvertrekken en haar vroeg welke wensen zij had en wat zij aan sieraden begeerde, ant woordde Andana met haar liefste stem: "Ach, Heer ik heb slechts één wens en dat is dat mijn oudste zoon U later als vorst zal opvolgen, andere wensen heb ik niet!" De vorst bracht haar het onredelijke en onmogelijke van haar verzoek on der het oog; wat zou zijn eerste ge malin zeggen! Rechtens kwam de troon alleen Djamadjaja toe. Maar de listige Andana bewerkte de oude vorst net zo lang tot hij voor haar smeekbeden bezweek. Hij vond goed dat Djamadja ja naar het bos in veiligheid gebracht zou worden, daar hij anders door zijn vijanden vergiftigd zou worden. De zoon van Andana, Raden Samidjan zou hem opvolgen als vorst. Hoe Dja madjaja zijn vader ook verzekerde dat hij dood noch vijand vreesde en dat hij liever wilde blijven, de oude vorst hield voet bij stuk. Djamadjaja had te gehoorzamen. En zo vertrok Djamadja ja, diep betreurd door hovelingen en volk, uit het rijk. Zijn trouwe gade, Dewi Kesoemo wilde niet achter blij ven. Trouw zou zij Djamadjaja overal volgen, het leven vol onbekendheid tegemoet. De boze Andana wilde zekerheid heb ben dat haar zoon troonopvolger werd. De nacht voor het vertrek van het prinselijk paar, sloop zij de kamer van Djamadjaja binnen en deed in de kendi (waterkruik) een langzaam wer kend vergif en toen Djamadjaja als altijd 's avonds uit de kendi dronk, voelde hij zich daarna loom en duize lig. Hij vertelde het niet aan zijn vrouw. In de vroege ochtend vertrokken ze. De prins voelde zich al zieker en zie ker worden en toen zij aan een diep ravijn kwamen kon hij het niet langer meer voor zijn vrouw verbergen. Hij zeeg in elkaar en kon nog net stame lend tot zijn gemalin zeggen: "Ach m'n lieve Kesoemo, ik moet je alleen ach terlatenI" en hij sloot voor altijd zijn ogen. Dewi Kesoemo was radeloos en bad tot de machtige geesten: "O, machti ge Goden, geef mij mijn man terug. Maak hem weer levend!" Nauwelijks had zij deze woorden gesproken, of uit de hemel daalde Koemo Djojo, de God van de Liefde en het Huwelijk, neder. Hij naderde het lijk, maar schud de bedroefd het hoofd. Dewi Kesoe mo smeekte hem: "O, machtige Heer, schenk mijn man zijn leven terug". Maar Koemodjojo schudde het hoofd, want hij kon hem het leven niet weer geven. "Neen, Uw man kan niet meer tot leven gewekt worden, want door een boze hand is hij vergiftigd en geen hogere macht kan de uitwerking van dit vergif te niet doen. Ik zal echter Uw man op deze aarde doen voort leven, niet als mens, maar als een hoge en machtige boom zal hij hier staan Dewi Kesoemo zag plotseling tot haar onuitsprekelijke verbazing het lichaam van haar man bedekt met boomschors en hoe uit zijn met boomschors bedek te armen takken ontsproten vol met schone groene bladeren. En toen ze keek naar de lange zwarte haartres- sen, waren die niet langer zwart, maar bruingrauw. En zo zag ze plots zijn voeten niet meer. Die waren in de aarde verzon ken. Het waren de wortels van de vreemde boom. Dewi Kesoemo sloeg haar armen om de ruwe stam en schreide nog hartverscheurender: "Wat heb ik, o machtige Koemodjojo aan een zielloze boom?" Maar Koemodjojo schudde zijn hoofd en antwoordde: "Deze boom is niet zielloos. Overal op Java zal hij voort spruiten en overal als heilige offer plaats worden beschouwd. Vorsten en bedelaars, allen zullen hem als heilig eren en wee hem, die de boom durft om te hakken. Ziekte en onheil zal over hem komen". Koemodjojo keerde na deze woorden terug naar de Godenhemel. Diep be droefd bleef de prinses achter, terwijl ze al schreiend haar armen om de stam hield en haar hoofd ertegen steun de. Zo sliep Dewi Kesoemo in voor eeuwig. Haar ziel werd in de boom opgenomen, haar lichaam veranderde in een bron, waar kristal helder water uit opborrelde. TENTOONSTELLING "GOED GELD" Over de betekenis van geld als ruil en betaalmiddel vroeger en nu, in an dere landen en bij ons, gaat de ten toonstelling 'Goed geld', die vanaf 8 mei jl. te zien is in het Museum voor Onderwijs te Den Haag. Op deze expositie, die duurt tot en met 13 sep tember 1981, zullen ook allerlei aan verwante aspecten aan de orde komen, zoals inflatie, oorlogsgeld, noodgeld, valsemunterij en het sparen. Van de meeste primitieve volken is bekend, dat zij al gebruik maakten van de een of andere vorm van geld. De tentoonstelling omvat onder meer di verse voorbeelden van dat primitieve geld, dat kon bestaan uit waardevolle en duurzame levensmiddelen of ge bruiksvoorwerpen, wapens en siera den. Een bezoek aan de expositie 'Goed geld' zal voor jong en oud een boei ende belevenis zijn. Eens zien, wat nu precies een oordje is, een duit, of tij gertongen, manila's en Spaanse mat ten. Tal van amusante gebeurtenis sen en feiten verlevendigen het ge heel. Een attractie voor jeugdige be zoekers is onder andere de mogelijk heid om zelf een munt te 'slaan'. De openingstijden van het Museum voor het Onderwijs, Hemsterhuisstr. 2/e in Den Haag, zijn: dag. van 10-17 uur, zat. en zond. van 13-17 uur, alg. erkende feestdagen gesloten. 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 15