ORIENT TRAVEL B.V.
is dé specialist op het Verre Oosten en biedt nog steeds de laagste
tarieven naar Indonesië aan:
Retour AMSTERDAM/JAKARTAf 1.750,—
NU OOK AANTREKKELIJKE TARIEVEN NAAR CALIFORNIË I I I
Geen risico: U betaalt de reiskosten pas bij ontvangst van uw tickets,
(slechts 10% deposito bij de boeking).
Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG
Tel. 070 - 63 83 67
Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM
Tel. 020-23 74 84
Groeneweg 1-1381 CM WEESP
Tel. 02940 -1 48 88 1 79 58
BUITEN KANTOORUREN
De heer F. Schirmer - Tel. 075 - 17 07 80
Evenwel, het oorlogsfregat dat in 1811
een handjevol militairen en burger
ambtenaren naar de Oost bracht, droeg
dezelfde naam als het fregat dat een
vijf jaar later een soortgelijk gezel
schap naar de bocht van Guinee ver
voerde. Vóór de landing der Engelsen
moet de "Méduse" naar Frankrijk te
rug zijn gekeerd.
Maar in 1816 zou een Frans oorlogs
schip van die naam zijn vertrokken om
Senegal van de Engelsen terug te
krijgen.
Dit was maar een tochtje in vredes
tijd, heel wat kleiner en veiliger dan
de verre reis naar de Oost. Deze reis
was dan ook verkeerd ondernomen.
Het begon al met de aanstelling van de
commandant, Duroys De Chamarreys.
Geen Raoul, die met één oog beter
zag dan met drie, doch een der z.g.
"rentrants", burgers of militairen, die
in de revolutiejaren "geëmigreerd"
waren, daar het er hun te heet onder
de voeten werd.
De felsten hadden zelfs tegen hun va
derland gestreden, doch zij die niet
onvaderlandslievend hadden willen zijn,
hadden natuurlijk niets geleerd, vooral
de marinelui, schippers aan de wal ter
wijl heel Europa in brand stond. Maar
deze niet-vechters hadden ten minste
hun Koning trouw gediend en deze
moest in 1814/15 hen dus waardig be
lonen. Duroys de Chamarreys werd
dus commandant van de "Méduse",
tot zijn ongeluk I
Van het anker lichten af op 17 juni 1816
was de mindere geschiktheid van deze
gezagvoerder duidelijk, doch daar zich
geen bijzondere moeilijkheden voor
deden, verliep de reis aanvankelijk
redelijk wel. Maar op 2 juli, toen het
einddoel, de rede van St. Louis niet
meer ver af was liep de Méduse 's
nachts bij kalm weer op het rif van
Arguin. Alle pogingen, om het schip
los te krijgen, bleken vergeefs. Als
gebruikelijk destijds, en nog vele, vele
jaren daarna, was het aantal reddings
boten totaal onvoldoende, n.l. in het
geheel maar zes voor een 350 man.
In de beste sloep scheepte zich de
rampzalige gezagvoerder in, mét de
aanstaande gouverneur van Senegal
Schemltz, met nog enige officieren en
matrozen. Beloofd werd snel naar St.-
Louis te varen en van daaruit hulp te
zenden. Een loffelijk voornemen, maar
het maakt nu eenmaal een ellendige
indruk, wanneer de kapitein zijn schip
voortijdig verlaat. Inderdaad werd St.-
Louis vrij snel bereikt en vandaar werd
de brik Argus uitgezonden, om de
overigen te redden.
Vijf andere sloepen wisten vrij snel de
kust te bereiken en de opvarenden
slaagden er in na een moeizame woes-
tijntocht bewoonde streken te berei
ken, waar ze water en voedsel kregen.
Doch onderweg waren ze door Moren
tot op de huid totaal uitgeplunderd.
Daarbij kwamen slechts negen man om
het leven.
Doch het overgrote deel der schip
breukelingen, 152 man, werd op het
schip achtergelaten, met de aanwij
zing om een vlot te bouwen, om zich
daarop te redden. Inderdaad gelukte
het een soort van vlot samen te stel
len, waarop zelfs een mast met zeil
prijkte. Ook werd wat drank en vic
tualie meegenomen, doch alles vrij
slordig en ongeregeld. Het ergste was,
dat alle leiding en gezag ontbrak.
Daardoor ontstonden er twisten, die
van kwaad tot erger leidden. Van dron
kenschap kwamen moord en doodslag.
Zieken werden eenvoudig over boord
geworpen, waar de haaien korte met
ten met hen maakten. Doch de mensen
deden voor deze ongure beesten niet
onder. Er kwam kannibalisme voor
Toen het ongelukkige vlot eindelijk op
17 juli door de Argus ontdekt werd,
waren van de 152 opvarenden nog
maar 15 over, waarvan er naderhand
nog vijf stierven. De overigen waren
vermoord, verdronken of verslonden...
En dit schrikwekkend aantal doden was
achteraf beschouwd volkomen over
bodig geweest. Immers, bij meer orde,
tucht en gezag had men rustig aan
boord kunnen blijven, waar in het ruim
overvloed van spijs en drank was.
Enigen, die niet op het beruchte vlot
mee hadden gewild, trof men later nog
levend aan. En onlangs verscheen in de
pers een bericht, dat men na 164 jaren
op het rif van Arguin nog de overblijf
selen van de "Méduse" had aange
troffen.
De overdracht van het koloniaal gezag
door de Engelsen aan de Fransen was
voor laatstgenoemden een beschamen
de zaak. Slechts een handjevol schip
breukelingen vertegenwoordigde het
nieuwe gezag. In het geheel had de
ramp 167 mensenlevens gekost.
De indruk in Europa, met name in
Frankrijk, was verbijsterend, en er
werd dadelijk politieke munt uit ge
slagen. De oppositie roerde zich; de
kapitein was immers een "rentrant".
Uiteraard wachtte deze rampzalige
commandant geen aangename thuis
komst. Hij werd voor de krijgsraad ge
daagd, gedegradeerd, beroofd van alle
vroeger toegekende eretekenen en tot
enige jaren gevangenisstraf veroor
deeld. Daarna kreeg hij uit meelij
een postje bij de douane, waarin hij
nog vele jaren een ellendig en ver
acht bestaan voortsleepte. Immers nog
lange tijd bleef de Méduse-ramp hoof
den en harten der Fransen vervullen,
ook in het buitenland.
Immers in 1819 zond de 28-jarige
schilder J. L. A. T. Géricault aan de Pa-
rijse Salon zijn vermaard "Radeau de
la Méduse" in, welk doek niet enkel
om zijn grote afmetingen (4.91 x 7.16
meter) opzien verwekte. Deze klassiek
opgeleide kunstenaar had zijn leer
meesters al tot wanhoop gebracht door
zijn voorliefde voor de Zuid-Neder
landse Rubens. Eerst volgde hij deze
bewogen en pathetische schilder in
het schilderen van steigerende rossen.
Daartoe trad hij voor enige tijd in mi
litaire dienst bij de koninklijke "Mous-
quetaires", om de snelle viervoeters
goed te leren kennen, doch zijn Ra
deau" bezorgde hem met één klap
wereldfaam. Hierin kon hij zich uit
leven in de schildering van heftig be
wogen, halfnaakte figuren op een klein
vlot in een woelige oceaan. Het mees
terwerk - thans in het Louvre - deed
een geweldige strijd ontbranden tus
sen de aanhangers van waardig klas
siek en de uitbundige romantiek. Doch
politieke motieven ontbraken niet:
conservatieven contra liberalen.
Verbitterd door oppositie en tegen
werking verhuisde Géricault met zijn
reuzedoek naar Londen waar zijn
"Radeau" veel succes had. Stelde hij
het tegen entreegeld ter bezichtiging,
zoals nadien gewoonte werd bij zulke
spektakeldoeken.
De kunstenaar overleed reeds in 1824
aan de gevolgen van de val van een
zijner geliefde paarden. Ware de ramp
een eeuw later voorgevallen, stellig
zou men er een film van gemaakt heb
ben, zoals indertijd van de Titanic-
ramp in 1912, toen er ook te weinig
reddingssloepen waren. Doch daar
Lumière of/en Edison nog niet met
hun grootse uitvinding op het scherm
waren verschenen, werd de ondergang
van de "Méduse" voorlopig nog maar
op de planken vertoond, en wel als
Opéra!
Het vermaardst is de opéra tragique
gebleven, die de Duitse componist
Friedrich von Flotow in 1838 in het
Parijse "Théatre de la Renaissance"
voor het voetlicht bracht, zijn eerste
(lees verder pagina 16)
8