De Gedung Pancasila in het Hertogspark door Dr. H. J. de Graaf Dezer dagen mocht ik van Zijne Excellentie Mochtar Kusumaatmadja ten ge schenke ontvangen een kostbaar boekwerk, getiteld "Gedung Pancasila", een prachtuitgave van het Departemen Luar Negri dari Republik Indonesia (Depar tement van Buitenlandse Zaken der Rep. Indonesia), uitgegeven ter herinnering aan de 35e verjaardag der proclamatie van de onafhankelijkheid dier Republiek en van het bovengenoemde Departement. Ofschoon het ongebruikelijk is een gegeven paard in de bek te zien, meen ik in dit geval van deze regel te mogen afwjjken. Immers op blz. 13 in de Prakata (voorwoord) wordt mij als mede auteur dank gebracht, en men mag het product, waaraan men heeft mede gewerkt toch wel beoordelen. In dit geval zou een te felle kritiek toch feitelijk neerkomen op snijden in eigen vlees, en wie zou dit kunnen kwalijk nemen? Laten we in elk geval prijzen, waar te prijzen valt, en dat is ruimschoot aanwezig, vooral wat het uiterlijk betreft. Schitterende kleurenreproducties van het elegante gebouw, dat in onze dagen nog maar eenvoudig "Volks raad" heette en eertijds bedoeld was als woning van de legercommandant. Het is de laatste jaren een brillant ge bouw geworden met dure meubels, schitterende lichtkronen, kostbare ta pijten, een fraaie betimmering, vlaggen en vaandels. Waartoe al deze opschik? Is het omdat het de entree vormt van de wolkenkrabber daar achter, het Mi nisterie van Buitenlandse Zaken? Neen, het oude gebouw is zo opge sierd, omdat daar op 1 juni 1945 de latere president der Indonesische Re publiek, ir. Soekarno, er voor het eerst de Pancasila, de vijf Grondbeginselen dier Republiek, heeft geformuleerd, geproclameerd en aan de Japanse ge zaghebber aangeboden. Vandaar de bijzondere wijding van dit gebouw. Niet dat de Indonesiërs daarvan ter stond overtuigd of zich bewust waren. Integendeel! In de 60-er jaren is het gepeupel dit heilige gebouw binnen gedrongen, heeft er danig huis gehou den en de muren met oproerige op schriften beklad, zoals: Rakjat lapar, akibat Mentri Gestapo (afb. op blz. 54). De Receptiezaal van de Gedung Pancasila, op de vloer een in Indonesië vervaardigd tapijt in "modang" (gevlamd) motief, in goud op een blauwe ondergrond. Doch nadien is het gebouw, dat er met zijn Dorisch zuilenfronton uit de oude koloniale tijd, toch wel waardig uitziet, schitterend gerestaureerd, waaruit blijkt dat de oude kunstzin der Javanen niet geheel uitgestorven is. Voor het fraaie houtsnijwerk zijn be kwame houtsnijders uit Koedoes ont boden. Hun voortreffelijk werk is ze ker een compliment waard. Doch nu de tekst bij de goede illus traties! Deze bevat de geschiedenis van het gebouw, soms veel méér, soms wat te weinig. Velen hebben er aan medegewerkt en in het voorwoord worden deze niet enkel dankbaar vermeld, doch er wordt tevens ernstig geklaagd over het ge brek aan historische bronnen. Het komt mij echter voor, gezien mijn er varingen met deze materie, dat men zich te uitsluitend beperkt heeft tot gedrukte boeken, en nagelaten heeft, zich in de couranten te verdiepen, om maar te zwijgen van de schatten, ver borgen in het Arsip Nasional (Lands- archief). De sedert Daendels regelmatig ver schenen nieuwsbladen zullen zeker wel iets bevatten omtrent de bouw en de inrichting van het paleis van de Leger commandant in het Hertogspark. Een dergelijk onderzoek is echter zeer tijd rovend en wellicht was de tijd van voorbereiding te kort. Na de Legercommandant waren de Raad van Indië, de Volksraad en de Japanse Centrale Adviesraad de gas ten in het statige gebouw in het Her togspark. De Schrijver weidt nog het meest uit over het "Vóór-parlement" der koloniale Regering, m.i. wat te sterk. Kritiek blijft niet achterwege. De namen der Gouverneurs-Generaal op de blzn. 24 en 25 worden niet ge noemd. Een onbeleefdheid? De bewie roking van een figuur als Thamrin had gevoegelijk achterwege kunnen blijven. Bij zijn overlijden heet het "A man of Ghandi's or Nehru's equal has passed away". Te veel van het goede? Na de capitulatie van het Nederlandsch- Indische gezag komt, niet onmiddellijk, de "Tyuuoo Sangi" - in, de centrale adviesraad, een jammerlijke instelling met wat zielige leden. Op de foto uit een Japans geïllustreerd tijdschrift (blz. 33) maakt alleen Soe karno een wat flinke indruk. Deze Raad kon niet in de schaduw van de Volksraad staan, waarmede inderdaad de koloniale Regering rekening hield. De beperkte wetgevende macht was geen wassen neus. Men denke aan het dreigement ener afgestemde begroting, dat door de koloniale Regering niet licht werd opgevat. Wat is er nü van de volkssouvereiniteit overgebleven? Ook het traditionele verhaal over de uitroeping der onafhankelijkheid van Indonesië op 17 augustus 1945 wordt weer eens opgedist, ofschoon dit met de Gedung Pancasila niets te maken heeft. Al weer wordt het optreden van de Japanse schout-bij-nacht Maeda verzwegen. Heeft deze in feite niet die hele ceremonie van Pegangsaan 35 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 16