Soepit Oerang AARDVERSCHUIVING KOST 184 JAVANEN HET LEVEN JAKARTA Bij aardverschuivingen en overstro mingen op Oost-Java zijn zeker 184 mensen om het leven gekomen. De aardverschuivingen zijn veroorzaakt door lavastromen uit de vulkaan Semeru, hetgeen gepaard ging met hevige regens die overstromingen veroorzaakten. De bewoners, die voor de ramp gewaarschuwd waren, weigerden hun vruchtbare landbouwgrond te verlaten. (Bin nenhof 18 mei j.l.). Met geweld ben je in mijn herinnering gedrukt, geweld van modderstromen, lava, stenen, zwavel en andere stoffen, losgerukte stammen en klein hout, overstromend die kleine dorpen met enkele honderden bewoners. Ongeveer 70 jaar geleden was ik er, op Soepit Oerang, koffieonderneming, hoogstgelegen op de Smeroe-helling. Wat heb ik er toen genoten, van de bergstreek en zijn na tuur. Vlak langs de onderneming liep een diepe kloof, toen gevuld met hoge boomvarens, lianen, mossen en andere kleine rotsplanten. Een sombere kloof, waarin ik afdaalde langs het enige uitgehouwen pad en waarlangs ik, na een prachtige wandeling in die kloof, moest terugkeren. Waarop ik de gastheer en -vrouw in onrust en spanning over mij vond en waarna ik het verhaal over de modder stromen, de bandjirs hoorde. Bij een bandjir werden altijd zoveel uitwerpselen van de Smeroe in de kloven en stroompjes meegesleept, dat alles op hun weg meegesleurd werd. Zo waren, na een plotseling opgekomen bandjir, de postloper van de onderneming en zijn paard in de kloof overvallen en spoorloos verdwenen. "Als het een wolkbreuk zou zijn", zei de heer F. me, "zou het hele landje met de gebouwen en aanplant wel ver dwenen kunnen zijn. Je weet nu hoe gevaarlijk die kloof is." En 's avonds, bij helder weer, zagen we de regelmatig Koffieonderneming in de omgeving van de Smeroe, die op de achtergrond te zien is. terugkomende vuur- en rookpluim de uitwerpselen neer schieten, een mooi en imposant gezicht. Trouw en regelmatig, zonder fatale uitbarstingen, was de Smeroe altijd één van mijn geliefde bergen op Java. En nu deze ramp; misschien waren er meer in de vervlogen jaren, misschien was er reeds geen Soepit Oerang landje meer! Waar leefden die desabewoners van, wat verbouw den zij, wat hebben ze vertrouwd I Mijn hart is vol van hen en van het oude Soepit Oerang I (Vervolg: "Gedung Pancasila" luxueus uitzag dan thans. Dank zij de hulp van de pas getrouwde mevrouw Geuze was ik dus voor één nacht on der de pannen. Maar hoe verder? De volgende morgen zette ik namelijk mijn idiote speurtocht door Weltevre den voort. Doch opeens schoot mij te binnen: Waarom zou ik mij niet bij de tangsi melden? Ik was toch nog steeds militair! Droeg ik niet mijn groene uniform? Zo gedacht, zo gedaan. Ik liet mij naar het 6e bat. rijden, meldde mij bij de wacht, kreeg toestemming van de dienstdoende officier met de boodschap: "Als je hard loopt krijg je ook nog eten!" Ik rende dus naar de keuken, waar werd uitgedeeld en liet mijn getrouwe pannetje vullen met heerlijke rijst en toebehoren. Op de slaapzaal koos ik een open plek, maar een matras of bultzak was er niet bij. Daar moest je zelf maar aan zien te komen, bij een handige Chinees op Pasar Senen natuurlijk. Daar verkocht men matrassen van stro, waarop het voor een tijd best te slapen was. Zo heb ik een paar maanden weer tussen de Jappen gebivakkeerd. Militaire dienst was er niet meer bij. Slechts één maal was het "aantreden" geblazen, vermoedelijk per ongeluk. Verder volop de kost en vrij van cor- vée en dergelijke. Zo gauw mogelijk stelde ik mij in ver binding met het "Hoger Onderwijs". Dat was het oude kantoor van de Volkstelling aan de Schoolweg. Daar vond ik prof. Berg druk doende in een ruime lokaliteit. Rechts stonden hoge rekken, vol bijeen gesleepte boeken, van allerlei soort. Links grote lange tafels met stoelen, voor de lessen. Daar tussenin een tafeltje met schrijf machine voor de secretaresse, die te vens voor de koffie zorgde. Dat was de Nood-Universiteit! De volgende dag begon ik college te geven aan een toevallig aanwezig stel letje studenten, vogels van velerlei veren. Aangezien de docenten dezer "Universiteit" daar ook wat te bikken kregen, zelfs eens smakelijke restan ten van een studenten-fuif, kwam de inwendige mens zeker niet te kort. Ik vond het bestaan zo opperbest! Alleen miste ik mijn gezin erg. Maar dat was de schuld van Soekarno. Pas een half jaar later waren we weer bijeen. Maar toen had ik al weer een eigen dak boven mijn hoofd. In elk geval wist ik nu voor altijd wis en zeker, dat er in het begin van fe bruari 1946, en zeker nog wel langer, in onze "Volksraad" een militair hos pitaal is geweest van de teruggekeerde Nederlandsch-lndische Regering, waar ik dank zij de vriendelijke medewerking van mevrouw Geuze geslapen heb als een roos, ook al was ik geen patiënt. Slechts aan het Indonesische Minis terie van Buitenlandse Zaken is deze merkwaardige periode in de geschie denis van hun "Gedung" tot dusverre ontgaan. THANS VERSCHENEN "DE VERRE OORLOG" - door Prof. dr. N. Beets Lot en levensloop van krijgsge vangenen onder de Japanner. Bersiaptijd, soevereiniteitsover dracht, assimilatie in Nederland. Foto's en tekeningen, 480 pagina's. Prijs f 56,50 f 5,porto "NIET MEER AAN DENKEN" - Nic. Beets Burma-Thailand 1943 Prijs f 17,90 f 4,porto BOEKHANDEL MOESSON 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 18