SCHILDPADDEN KORT VERHAAL Juffrouw Brooshooft van de vijfde klas was een geboren onderwijzeres. Bij haar had je het gevoel dat het een voor recht was kennis te mogen opdoen, zoveel kennis als je maar aankon. Als je niet je best deed, deed je jezelf te kort, niemand anders. Ze kon ook vertellen, juffrouw Brooshooft, boeiende, ongewone verhalen die je nergens anders hoorde. Eens vertelde ze een verhaal, echt of niet echt gebeurd, dat diepe indruk op ons maakte. Het ging over een bekende zangeres of actrice die op tournee in Indië was. Voor haar vertrek werd haar voorspeld dat ze eens haar eigen leven zou redden door een schildpad na te doen, namelijk door haar hoofd in te trekken. Het sleutelwoord was "Schildkröte". Terwijl ze op tournee was, keerde ze eens laat in de nacht per auto terug van een voorstelling. Uitgeput dommel de ze in op de achterbank en was daardoor niet voorbereid op een he vige botsing met een andere auto. In de laatste seconde voor de botsing hoorde ze een stem zeggen: "Schild kröte I" Ze trok haar hoofd in en redde daarmee haar levenJuf frouw Brooshooft maakte gebruik van de diepe indruk die het verhaal op de klas maakte door een grote plaat van een schildpad te laten zien. Zoals dat zo vaak in het leven ge beurt, kort nadat ik voor het eerst van een schildpad hoorde, zag ik er een. De zondag na het verhaal van Juffrouw Brooshooft tracteerde mijn vader ons, mijn moeder en mij, op een etentje in het enige plaatselijke hotel. De eetzaal was klein en eenvoudig; er waren maar twee tafels bezet behalve die van ons. De hotelhouder kende mijn vader wel en kwam wat bij ons praten. Hij was een grote man met dik zilvergrijs haar, een zware grijze snor en door dringende ernstige ogen. Van mijn plaats aan tafel naar hem opkijkend viel mijn oog op zijn horlogeketting waaraan ik tot mijn verbazing een gouden schildpadje zag hangen. Zo jong als ik was trof mij die samenloop van omstandigheden: het verhaal op school en vlak daarop het schildpadje van de hotelhouder. Deze zag mij sta ren en glimlachte. "Ja, dat was een hangertje van mijn vrouw", zei hij, het schildpadje aanrakend, "ik heb het maar gehoudenNa haar dood, vulde ik bij mezelf aan. We wisten al lemaal van zijn aanbeden vrouw die in een paar dagen aan zware longont steking was bezweken. Hij had daarna (Vervolg: "Ben Hanssens") eenheid is. Het is eerlijk gezegd ook zo, dat je je soms voor andere Indo's schaamt. Maar er moet wat gedaan worden voor Indo's, dóór Indo's. Niet passief blijven. In het klein ben ik bezig met een badminton-club, een typische Indo-sport. Dat is leuk, voor de band en voor ontspanning maar het is niet genoeg. Daarnaast kan nog zoveel gedaan worden, ook op cultu reel gebied: toneel, cabaret, lezingen, film, muziek. Dansavondjes zijn wel DOOR GREET GAUDREAU een mooie half-Japanse njai gehad, maar had haar na korte tijd weer weg gestuurd. Hoe weten mensen sommige dingen? Ik was tien jaar oud maar ik wist, als uit de lucht gegrepen, dat hij zijn vrouw nooit vergeten had en haar plaats aan niemand gunde. Wie had mij dat verteld? Een vriendin, een van de baboes, de vrouw van de djongos die specialiseerde in romantiek? Ze ker niet mijn ouders. Mensen - in het algemeen, "mensen" - weten dingen van elkaar, verborgen dingen die als het ware gemeengoed worden, in de goede zin van het woord. Zo leren we onze medemensen beter kennen. Een paar jaar later gingen we naar Holland. Modjokerto vervaagde en maakte plaats voor Den Haag, natte sneeuw, een vreemde school, vreem de mensen waaraan ik moest wennen. Mijn moeder verloor haar vader en begon naar spiritistische seances te gaan, op zoek naar hem. Ze vond hem nooit terug en als ik volwassen was geweest had ik haar kunnen zeggen waarom. Na mijn grootmoeders dood verliet mijn grootvader zijn huis niet meer, zeven trieste jaren lang, tot aan zijn dood. Hij had niets om naar terug te keren en alles om hem vast te hou den, waar hij was. Zes jaar later, in een andere stad, keerde mijn moeder op een avond op gewonden terug van een seance. "Er staat een man naast u", had het me dium gezegd, "een grote knappe oude man, met grijs haar, in een wit tropen pak. Hij knikt en glimlacht, maar ik weet niet wat hij wil, hij schijnt geen boodschap te brengen. Hij kent u, zegt hijMijn moeder, sudderend van opwinding, pijnigde haar hersens, maar leuk maar er moet toch meer zijn, zelfs meer dan eten. Wij willen wel mee doen en ik weet zeker mijn kinderen straks ook. Maar vooral zij moeten eerst zien dat er iets is, dat er wat gedaan wordt. Ik zal in mijn zaak een hoek gaan maken voor Indische boeken en platen. Plaatselijk moet er toch ook wat te organiseren zijn, bijvoorbeeld een zaal huren t.b.v. een culturele avond met lezingen, voordrachten. Niet in de eer ste plaats amusement. Er zullen dan misschien niet direct zoveel mensen kon zich zo iemand niet herinneren. "Hij laat iets zien, een ornament", zei het medium, "het lijkt op een schild padje, in goud of zilver Daar bleef het bij want tot haar grote teleurstelling kon mijn moeder haar bezoeker niet thuisbrengen. Ze kon er niet over uit, ondervroeg mijn vader die zijn hoofd schudde. Een grote oude man? Een schildpadje in goud of zil ver? Ik wist het meteen, maar het vreemde was dat deze herkenning mij niet zo trof als die eerste blik op een schildpadje bengelend aan een horlo geketting. Toen, op die avond, in een warme, half lege eetzaal, werd mij iets ingeprent, waarom, voor welk doel, is mij nooit duidelijk geworden. Het is een koud geworden spoor, want zelfs die latere herkenning door middel van een eenvoudig hangertje scheen geen bepaald doel te hebben. Het was maar een groet, van iemand die nauwelijks een kennis was, met wie wij geen omgang hadden: een klein mysterie. Veertig jaar na dat dineetje droom ik van mijn vader, knappe oude man met zilvergrijs haar. In dat huis waar mijn moeder van de seance vertelde, sta ik in de voorkamer boven aan het raam en zie hem, glanzend wit in zijn tropenpak, de straat oversteken. In de droom weet ik met zekerheid dat hij alleen maar even langs komt om te zien of zijn jongste dochter het goed maakt en ik stel hem gerust door met mijn zakdoek naar hem te wuiven. Dan is hij blij en tevreden. Psychologen, vooral navolgers van Jung, kunnen mij misschien die droom verklaren. Ons onderbewuste, zeggen zij heel geleerd en waarschijnlijk heel juist, is zevenachtste van een ijsberg die onder water ligt, ons bewuste is maar één-achtste boven water. Het is ons onderbewuste dat ons beheerst... Ik stel mezelf tevreden met de ge dachte dat "zij" soms terugkeren al leen om ons even te zien en te groe ten, glimlachend knikkend. Weet je nog? Hoe gaat het met je? Wees maar gelukkig. Ik wacht op je komen maar later, wanneer ze zien dat er iets waardevols door en voor Indo's gedaan wordt, zullen ze heus wel komen, ook de jongeren. Indo's hebben wellicht toch een toekomst. Ja inderdaad, er kan genoeg gedaan worden. Er móét wat gedaan worden. RALPH BOEKHOLT Voor een persoonlijke kennismaking met de Hanssens, maar natuurlijk ook met hun fraai ingerichte, welvoorziene winkel, het adres is: Toko Tempo Doe- loe, Kooikersweg 411, Den Bosch. 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 25