f
GOOD OLD SOERABAJA
1
door K. M. GRAICHEN
Van mijn 53 jaar Indisch leven heb ik 80% in Soerabaja doorgebracht, ik ben
dus een rasechte Soerabajaan. In mijn jeugdjaren heb ik de stad zien opbouwen,
de gedeelten die nog niet bestonden: Tandjoeng Perak, Ketabang en Darmo,
dat nu de stad met Wonokromo verbindt. Heel Tandjoeng Perak heb ik met
zeezand zien opspuiten (was een moeras) en zien opbouwen met woonwijken,
kantoren, magazijnen, havens en al. Zowel Darmo als Ketabang waren kam
pongs, sawahs, waar wij als padvinders doorheen fietsten. Voor Tandjoeng
Perak eindigde de stad bij de Heerenstraat-Griseesche weg; voor Darmo bij
Kaliasin-Palmenlaan Zuid en voor Ketabang was de kali Brantas achter Simpang
en de Simpang Sociëteit de grens. Darmo en het z.g. "Witte Dorp" verbonden
na de opbouw de stad met Wonokromo.
Door de stad liep de beruchte stoom
tram, van Wonokromo via Kaliasin,
Simpang, Toendjoengan, Gemblongan,
Pasar Besar en dan langs Lindeteves
Stokvis rechtsaf over de brug naar de
Oedjoeng. Op de Oedjoeng (overzijde
van de kali van het latere T. Perak)
stond o.a. de Koningin Wilhelmina-
toren, een houten geval, niet zo hoog,
maar je keek wel over de bomen heen
en kon enerzijds de stad, anderzijds
het eiland Madoera zien liggen.
De eerste dierentuin stond in de oude
buurt van Plampitan (of Peneleh?) van
de heer Kommer (kende hem persoon
lijk), bestond uit twee woonhuizen met
doorgebroken muren, met diverse die
ren en vooral slangen, van kleine tot
pythons toe, in op elkaar gestapelde
kisten en kooien. Zondags kon je te
gen een redelijke entree komen kijken;
was altijd vol publiek. In de volksmond
heette het, dat de heer Kommer al zo
dikwijls gebeten was, dat hij immuun
was tegen slangengifDe waarheid
hiervan laat ik in het midden.
Naderhand bouwde de gemeente een
groot dierenpark in Wonokromo, com
pleet met roofdieren, slangen, enz.
Hiervan was de heer Kommer de ma
nager.
Op Pasar Besar, tegen het spoorweg
viaduct, stonden 3 4 bioscopen, de
Sirene, de Johannes en de Orion. Bij
elke bios kreeg je gratis een program
ma, met het complete verhaal van de
film welke die avond daar vertoond
werd. In één bios speelde een blinde
pianist allerlei liedjes, de hele film
door. Hij wist niet wat er vertoond
werd, dus speelde hij maar raak. Elk
kwartier of zo gingen de lichten aan
en werd het filmgedeelte terugge
spoeld en de vervolgspoel opgesteld,
lichten uit en daar ging het weer ver
der. Dit heette een "episode". Elke
episode eindigde op een spannend,
gevaarlijk moment, en op het einde
kwam op het doek de aankondiging:
"Ga morgen zien hoe de man (of
vrouw) uit dit gevaar gered wordt."
Er waren mooie films, b.v. Maciste, en
Eddy Polo (krachtpatsers), Stingaree
(cowboy), of serie-films: "de Gebro
ken Munt", "de Nibelungen", en an
dere. Aan het kruispunt van Kranggan
met Blaoeran, Boeboetan, Baliwerti
stond de Kranggan-bios. Deze had een
28
doek in het midden, met rechts voor
gewoon publiek en links de klas- kam-
bing (goedkoop). Achterkant van het
doek. "Die zien de film van achter naar
voren", zeiden wij.
Ook had je enkele Japanse toko's, erg
goedkoop. Als je een stief of potlood
kocht, 2 a 3 cent, of een schrift, dan
maakte de Jap een diepe buiging. Erg
beleefd, ja; we hebben ze later leren
kennen!
In mijn schooltijd had je nog respect
voor een Javaanse "mas oppas", op
blote voeten. Als die je aanhield voor
rijden zonder licht, dan maakte je dat
je weg kwam (oppas was altijd te
voet) of je stapte gehoorzaam af. Dan
gaf hij je zijn boekje met potlood en
vroeg om je naam en adres daarin te
schrijven. Hij kon niet lezen en schrij
ven. Dan schreef je natuurlijk: "Oppas
tangkep njamoek" of zo iets en gaf
het boekje terug. "Trima kassi banjak,
njo," zei hij dan en kon je verder lo
pen en 10 meter verder opstappen en
verder rijden (zonder licht). Wat hij op
zijn kantoor te horen kreeg, kan ik
me indenken.
Mijn twee oudere zusters waren en
thousiaste dansers; ik hield veel meer
van alle soorten sport en voelde niets
voor dansen. Wij zaten nog op de la
gere school; we hadden een grammo
foon met een grote hoorn. Vóór elke
plaat eerst aanslingeren, een naald
inzetten, (na elke plaat halve slag
draaien en dan weggooien). Als het
geluid te hard was, smeet je een doek
in de hoorn, bij wijze van geluiddem
per. Onder geallieerde dwang van bo-
P.
vengenoemde zusters moest ik toch
leren "dansen". H'm, "geleerd".
Op zekere middag was er een soort
dansfuif in de z.g. "Spiegelzaal" van
Hellendoorn op Pasar Besar. Wij er
heen, mijn zusters genoten, ik bleef
zitten kijken naar al dat gedoe. Kwa
men ze op mij af: "Vooruit, ga ook
dansen." "Mij niet gezien, ik niet."
"Jawel, je hebt het thuis geleerd, je
kunt er voldoende van. Probeer nou!"
Ja, soedah, boleh tjobah. Ik keek de
zaal rond, zag aan de overkant twee
meisjes zitten, muurbloemen, een dikke
en een dunne. Voor mij de dunne maar.
Ik liep op ze toe en vroeg het tengere
meisje ten dans.
"Nee," zei ze, "ik kan niet walsen".
Dit was voor mij een openbaring: o,
dit is dus een wals; weet ik veel!
Wals, step, foxtrot, podoh wai. Verle
gen om weer naar mijn plaats terug
te lopen (blauwtje gelopen), vroeg ik
het andere meisje ten dans, een ste
vige, dikke figuur. Dit bleek een voor
zienigheid des hemels. O.K., daar gin
gen we. Ik kon alleen rechts om draai
en, niet afwisselend links en rechts.
Opmerkingen van mijn partner van:
"Je moet niet aldoor op mijn tenen
trappen", werden door mij geriposteerd
met: "Je moet je voeten ook niet al
door onder mijn schoenen schuiven."
Het onvermijdelijke geschiedde! Na
drie maal de zaal te hebben rondge
told (ik zag de lol er niet van in), werd
ik plotseling duizelig. Vloer en plafond
draaiden met grote snelheid om een
denkbeeldige as. Uit lijfsbehoud stop
te ik, bukte en sloeg mijn armen
krampachtig om haar middel, zou an
ders languit op de vloer gevallen zijn.
Na een tijdje zo gestaan te hebben
(mijn partner bleef rustig staan, ge
lukkig), en vloer en plafond zich weer
normaal gedroegen, ging ik weer over
eind staan. Mijn partner zei rustig:
"Zullen we maar weer gaan zitten?"
Dat werd door mij enthousiast aan
vaard. In de zaal heerste een zekere
mate van hilariteit. Dit was mijn eerste
en tevens laatste dans. Het was een
ware zegen dat het slanke meisje mij
geweigerd had; anders hadden we ge-