^Buiten ócltynt ctityd maar de zon Linkerfoto: nf Zu f6 ,uan' de 9ediensti9e van tempo doeloe, bezig met het schoonmaken van de groenten voor de rijsttafel Dit onbetaalbare ras van oude, trouwe bedienden wordt steeds zeldzamer. Ze werkt reeds jaren bij een Indonesische vriendin van mij. De druk op het water is 's morgens zo gering, dat de kranen het niet doen, noch in de keuken noch in de badkamer. Als ze s morgens om half acht binnenkomt, heeft ze geblandjaad en dan gaat ze aan de qanq-' wp?'hill-» ^6n' m6.""'- dvTe,len' wasse,n. koke,n. afwassen en strijken. Zo eerlijk als het goud, waarin men zo iemand wel beslaan mag. Mijn vriendin is dan ook van plan haar een pensioentje uit eigen zak te geven, als het zover is Want AUW is er niet bij in Indonesië. Rechterfoto: Er is een nieuwe generatie bedienden opgegroeid in Indonesië. Jong, bij voorkeur westers gekleed en toch zo Indo- JoennSCpn9kïtinVmandienst bij vrienden in Bogor, kleedt zich alleen bij bijzondere gelegenheden in sarong kabaja. kfh ni 6 waf Sle 0ude 9edier,stigen. Het wordt hoe langer hoe moeilijker voor de gegoede Indonesiër behoorlijk personeel te krijgen. Ook hier geven de jongelui de voorkeur aan arbeid in de fabriek. Mevr. BETS BONDE JENSEN - ELZE Buiten schijnt altijd maar de zon. Maar de kree houdt de warmte buitenshuis. De koele vloer en de luierstoel, Zijn het belangrijkst bij ons thuis. Buiten is het heel warm. Maar ze zijn toch op de straat. Lekkere djadjanan Roedjak-Asinan. Geen patates met mayonaise. We gooiden elkaar nat, tijdens 't bad, Met gajongs water, totdat vader zei: "En nu deruit, de boel loopt onder water!" Maar in het grote ledikant, Onder die klamboe van tule of kant, Toen was het Geluk zo dichtbij. Buiten schijnt altijd maar de zon. Om zes uur zijn we als altijd opgestaan. De haartjes mooi gekamd - de tandjes gepoetst Zijn we klaar om naar school te gaan. Met in ons hart de zon. Want we houden van de juf. En al kregen we een vier, We hadden veel plezier, Met de vrindjes, waar we ook mee vochten. En 's avonds om de dis - als 't zeven uur is, Was 't smullen, eten, totdat vader zei: "Nu nog één uur, je huiswerk niet vergeten." Maar in het grote ledikant, Onder die klamboe van tule of kant, Toen was het Geluk zo dichtbij. Maar men moet toch nooit vergeten En bedenken, dat het Leven, Voor zover je dit nog niet beseft, Behalve zon, ook regen heeft. Buiten kletst de regen op de straat, Binnen is het lekker fris en koel. Kinderen spelen op de vloer, adik op mama's schoot, En vader in zijn luie stoel. En 's middags was 't weer droog. Zijn wij op stap gegaan. Djalan-djalan maar, moe geworden toen, In de andong naar huis gereden. En 's avonds 't samenzijn - spelletjes doen Voor groot en klein, totdat vader zei: "De laatste pot"dan klinkt 't liedje van verlangen. Maar in het grote ledikant, Onder die klamboe van tule of kant, Toen was het Geluk zo dichtbij. Melodie "Alone again, naturally" Gilbert O' Sullivan Tekst: BEN SNIJDERS 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 30