Bejaardenzorg in Indonesië
De oude dag zonder zieligheid
Bejaardenhuizen, in Indonesië vaak Panti Wredha genoemd, beginnen overal op
te duiken. In Jakarta gebeurt de opvang van bejaarden onder toezicht van de
BKSS (Badan Kerja Sama Sosial), dat is de Dienst voor Sociale Samenwerking.
Daar worden de bejaarden goed verzorgd. Niet al de oudjes die daar wonen
hebben geen familie meer, sommigen hebben nog kinderen en kleinkinderen.
Terecht kunnen we ons daarom afvragen, waarom worden zij, die nog familie
hebben daar dan ondergebracht? Kunnen de kinderen dan niet voor hen zorgen?
Of maakt opa of oma misschien inbreuk op de huiselijke vrede?
In Europa is het oud-zijn een afschuwelijk probleem geworden. Daar is het zo
dat oude mensen vaak als waardeloos beschouwd worden. Zij worden niet ge
respecteerd, soms worden zij zelfs beschouwd als een belemmering voor de
vooruitgang. Neen, oude mensen zijn vaak verre van blij met de komst van de
oude dag.
Vanuit sociaal oogpunt bekeken is het
lot van de ouderen hier in Nederland
verre van slecht. Men is immers ver
plicht voor een ouderdomsverzekering
te betalen zolang men jong is. Daar
door heeft iedereen die oud i« en niet
meer werken kan, recht op pensioen.
Degenen die geen huis bezitten of wier
kinderen hen niet kunnen opvangen,
hebben zo toch recht op onderdak en
onderhoud in zo'n bejaardenhuis, ge
bouwd met het geld van de verzeke
ringen. Die flats en bejaardenhuizen
zien er keurig uit en zijn piekfijn in
gericht, alles is er kompleet. En toch
(Vervolg: "Oud worden")
bedelaars, altijd. Geef ook aan hen
die niet zichtbaar bedelen. Er is altijd
een tekort en een gift komt misschien
op dat juiste moment. Zeur niet, jam
mer niet en scheld niet op de Indo
nesische regering terwijl u uw beurs
stijf dichthoudt. Zeker, het probleem
moet "van bovenaf" aangepakt wor
den, maar dat duurt meestal zo lang
dat "van onderaf" ten gronde gaat. Er
wordt in Indonesië ontzettend veel ge
daan op allerlei manieren waar men
hier geen weet van heeft. Niet alleen
die ontwikkelingshulp waar welvarende
burgers hier moord en brand om
schreeuwen, maar door particulieren,
verenigingen, groepen. Men moest in
Nederland eens weten hoeveel kle-
dingpakketten, nuttige artikelen en
geld stilzwijgend naar Indonesië ge
zonden worden
Veel druppels op de gloeiende plaat,
maar elke druppel is er een. Zoals de
kleinigheid die Ralph Boekholt aan het
vrouwtje gaf dat op het parkeerterrein
bij de Borobudur rondscharrelde. Ze
bedelde niet nadrukkelijk, maar haar
gezicht stond wel op zorgelijk, voor
het geval je haar niets zou geven. Ze
stond daar maar en keek naar de tou-
risten. Toen Ralph haar wat gaf stak
ze het in haar bundeltje bij de rest van
haar hebben en houden. Ze haalde een
strootje te voorschijn, vroeg een vuur
tje en ging rustig tegen de auto ge
leund staan roken. Straks zal ze wat
te eten kopen. Straks, de oude dag
is nog niet over, nog lang niet.
Misschien zal ik haar straks benijden,
ik kan niet eens roken. .D.
Oma Noordhoorn, de onderneemster.
ziet men er tegen op, men is bang voor
de eenzaamheid van zo'n tehuis.
In Indonesië bestaat geen verplichte
ouderdomsverzekering zodat hier de
tehuizen moeten worden gebouwd uit
vrijwillige bijdragen en regeringssub
sidie. Toch zijn veel bejaarden in In
donesië beter af. Daar hebben ze het
geluk opgevangen te worden door hun
kinderen. Er zijn niet veel bejaarden
huizen en ze zijn ook niet erg in trek.
Er is sinds 1903 al een opvangtehuis
voor bejaarden in Jakarta in de buurt
van Pasar Baru, daar opgericht dpor
de GPIB (Gereja Protestan Indonesia
Barat). Er wonen momenteel 59 be
jaarden waarvan er 12 opa en 7 oma
zijn.
Deze bejaarden leven verdeeld in drie
groepen. Paviljoen A wordt bewoond
door degenen die zichzelf nog kunnen
behelpen maar daarbij toch wel wat
hulp nodig hebben. Deze afdeling be
staat uit een zaaltje met bedden naast
elkaar zoals in een ziekenhuis. Pavil
joen B is voor degenen die hulpbe
hoevend zijn in alle opzichten, soms
verlamd of blind, dus zij die bij vrijwel
alles geholpen moeten worden. Zij
wonen ook in een zaal zoals in Pavil
joen A.
Paviljoen C is bestemd voor die oud-
Oma Huka (rechts) met mevrouw Muskita,
leidster van de Stichting Bejaardenhuizen
GPIB.
jes die zichzelf nog kunnen behelpen.
Zij kunnen meestal hun eigen kamer
tje nog schoonhouden en hun eigen
wasje doen. "In dit paviljoen zijn de
omaatjes nog kenès (koket)", zegt
nyonya Silano die nu al 20 jaren in de
bejaardenzorg zit. Voor deze klasse
zijn er tweepersoonskamertjes (tempat
berbentuk kopel-kopel). Elk dubbelka-
mertje is bestemd voor twee inwoners
of inwoonsters.
Soms zijn die oudjes grappig, soms
lastig, soms ontroerend. Kort geleden
was er ineens wat onrust in een be
jaardenhuis in Bandung omdat twee
van deze oudjes er vandoor gingen.
Niet omdat ze het niet meer konden
uithouden maar omdat ze stapelver
liefd op elkaar waren. Deze twee on
getrouwde mensen hadden de liefde
gevonden in het bejaardenhuis. Si Aki
ging dikwijls op bezoek in het dubbel-
kamertje van Si Nini en Nini maakte
de lievelingskostjes klaar voor haar
teerbeminde Aki. Daaruit ontsproot
zoiets als een prille liefde.
Maar die liefde ondervond belemme
ringen en daarom gingen zij er van
door. Maar het duurde niet lang of zij
stonden weer op de stoep van hun
oude tehuis en verklaarden te willen
trouwen. En dat stond zo vast, dat de
leiding maar toegaf aan dit zeer on
gewone verzoek. Het huwelijk vond
doorgang. De ceremonie werd gevierd
(lees verder pagina 6)
Een oma uit paviljoen B.