DE NIROM-TOT BETERE TIJDEN Toen 7 december '41 Japan onverhoeds Pearl Harbor aanviel verklaarde Nederlands Indië meteen de oorlog aan Japan 9 December 41 k'®®9 J® N.I.R.O.M. (Nederlands Indische Radio Omroep) de opdracht van de Indische Regering om met spoed een bruikbare, van minstens 5 KW zender vermogen, te plaatsen in Bandoeng. Bandoeng werd gekozen omdat deze plaats (in het midden van West Java) tot het laatst verdedigd zou worden. Hiervoor werd op Tiioemboeloeit, een buitenwijk van Bandoeng, een groot woonhuis met ruime kelder en ruime tuin, beschikbaar gesteld. Dit huis was door een rijke Chinees oebouwd die in de kelder zijn kostbare schatten wilde opslaan. De vertrekken boven dé grond zouden benut worden voor slapen en eten als het Omroep personeel van Batavia terug zou trekken op Bandoeng. Daar ik C.T.D. (chef technische dienst) van de grootste zender en de technische werkplaats van de NIROM 10 KWatt was, was ik de geschikte persoon om mee te reizen naar Bandoeng en daar de 5 KWatt die in Tandjoeng Priok bijna klaar opgezet was in de kelder op te zetten. De hr. Hagenaar, H.T.D. (hoofd technische dienst) van de Omroep zou, wanneer ik zover met de zender gereed was, ook naar Bandoeng komen om de zender verder af te stellen. In Bandoeng kon ik over technisch personeel van NIROM Bandoeng be schikken, dat mij bij het werk aan de nieuwe zender zou assisteren. In de kelder zouden door Geveke Bandoeng nog 2st. 10 KWatt dieselgeneratoren geplaatst worden om bij uitvallen van het electrisch lichtnet voor de voeding van de zender en bijbehorende ver sterkers te zorgen. In de kelder zou ik ook nog zorgen voor een controle kamer met bijbehorende omroepcel. Voor andere uitzendingen hadden wij voldoende telefoonlijnen die uit de kelder liepen naar de NIROM Ban doeng Studio's op Tegalaga in Ban doeng. We hebben heel hard gewerkt aan deze zender en de verder noodzake- ijke apparatuur, en na een paar weken kon Hagenaar komen om zo nodig de laatste hand aan e.e.a. te leggen. Hij zou in een hotel in Bandoeng lo geren en geregeld door mij met mijn auto gehaald worden om op Tjioem- boeloeit te werken. De zender zou werken op 99 meter voor de avond en op 42 meter voor overdag. Dit was bijna dezelfde golflengte als die van de 10 KWatt zender van NIROM 1 dj. Priok. Nadat Hagenaar een week in Ban doeng was konden we beginnen met de proefuitzendingen. (Hagenaar was N.S.B.-er en getrouwd met een Duitse vrouw. Ik heb met hem vaak woorden gehad over de gedragingen van de Duitsers in de oorlog). Boven de grond hadden we voor deze zender 2 vak werk masten opgezet van 25 meter hoogte, waartussen de halve dipool antennes voor de zender in de kelder. De proefuitzendingen bleken heel goed te zijn, ook de diesels werkten goed. Minder goed, ook voor de geallieerden, verliep de Pacific oorlog, zoals be kend. De Jappen drongen steeds ver der naar het zuiden en eiland na ei land werd bezet. Toen het bleek dat ze vrij dichtbij Ja va kwamen - Japse luchtaanvallen wer den al geregeld uitgevoerd op Java - en er nagenoeg geen geallieerde vlieg tuigen waren om dit tegen te gaan, verdween Hagenaar stiekem naar Ba tavia. Op een ochtend wilde ik hem ophalen in het hotel, maar hij was ver dwenen. Ik moest toen zorgen voor de Bandoeng zender en de rest. Toen bleek dat er geen houden meer aan was werd de 10 KWatt in Tdj. Priok met alles wat er aan vast zat door het vernietigingsleger onklaar gemaakt. Ook de antennes met de 2 st. 80 me ter hoge vakwerk masten. De zender in Bandoeng moest toen het program ma overnemen en toen kwam een ge deelte van het Batavia Omroep perso neel, waaronder de Omroepleider, om roepers operators en kantoorperso neel naar Bandoeng. Als omroeper was ook de bekende Bert Garthof erbij. Zij gingen wonen in de gereed ge maakte vertrekken van deze studio en het gehele omroep programma werd vanuit deze studio en studio Tegalaga verzorgd. 8 Maart '42 capituleerde Indië en gaf zich onvoorwaardelijk over aan de Jap. Bert Garthof sloot de uitzending met de woorden: "Wij sluiten nu, vaarwel, tot betere tijden!" Maar wij sloten niet, wij mochten van de Jap blijven uitzenden voor familie- en Rode-Kruisberichten. Op de studio was nog geen Japse bewaking en wij bleven uitzenden tot 24.00 uur en slo ten dan met het "Wilhelmus", in op dracht van de heer Kusters, de Om roepleider. Dit hielden wij 10 dagen vol tot 18 maart '42. Was het goed ge daan of niet? Wij weten het niet I De luisteraars naar onze programma s konden het niet begrijpen dat we het "Wilhelmus" nog steeds uitzonden. Het deed velen goed. 18 Maart '42 in de loop van de och tend, kwam echter een militaire truck het studioterrein oprijden en er spron gen Kempeitai soldaten af en namen ons gevangen nadat we de uitzending stopgezet hadden. Hardhandig werden wij in de truck gewerkt en naar Ban doeng, het Kempeitai gebouw ge bracht, terwijl we niet al te lief be handeld werden door de soldaten. Bij het gebouw gekomen werden we weer hardhandig van de truck gejaagd en het gebouw ingewerkt. Ons gezel schap bestond uit drie dames en tien heren, waaronder hr. Stenfert, direc teur van "Radio Holland", mede-eige naar van de NIROM. We werden naar een verhoorkamer geleid waar ver scheidene Kempeitai-officieren en een Indonesische tolk zaten. Na een uur staande wachten werden we één voor één verhoord. Tijdens de verhoren werd iedereen met stokslagen en klappen gevraagd wie verantwoordelijk was voor het uitzenden van het "Wil helmus". Kusters, Kudding en Van der Hoogte zeiden dat zij er verantwoor delijk voor waren, al zeiden wij dat wij er allen mee accoord waren gegaan. Wij mochten niet zitten, moesten blij ven staan. Tijdens ons urenlang ver hoor (in het Engels en Indonesisch) klonk er opeens gezang van Japan ners. Wij dachten dat het onze doden- zang was. Dat was het gelukkig niet, de Japanners zongen geregeld. Eten en drinken kregen wij niet, daar hadden we trouwens geen trek in. De omroeper Van der Rijst, viel van zijn stokje en werd hardhandig op zijn be nen gezet. Toen bleef hij wel staan. De heer Kusters en de radio-opera tors Kudding en Van der Hoogte kwa men niet terug uit de verhoorkamer. Vrij laat in de avond, toen iedereen nog eens verhoord was en we nog altijd stonden, werden we weer door de Kempeitai soldaten hardhandig in de truck geladen en weer naar Tjioem- boeloeit gebracht onder bewaking van de soldaten waar ook een Jap bij zat die behoorlijk Engels sprak. Op de studio aangekomen werden we weer allen van de truck gejaagd en mochten we de studio in. De bewaking bleef en de Engels sprekende Jap ver telde ons dat we de volgende ochtend op de trein naar Batavia gezet zouden worden. Alleen een koffertje met kle ding mochten we meenemen. We wa ren ontslagen. Onze verdere bezittin gen waaronder onze auto s moesten op de studio blijven. Die nacht hebben we niet geslapen, misschien een hazeslaapje. We waren benieuwd wat ons de volgende morgen weer boven het hoofd zou hangen. Onze gedachten bleven bij de drie mannen die achtergebleven waren. Gegeten hebben we helemaal niet meer. Vrij vroeg in de ochtend van de volgende morgen stonden we op en probeerden zoveel mogelijk van onze bezittingen in een koffer te pakken. Gelukkig controleerden de Jappen de koffers niet. We werden weer in de truck geladen en richting spoorweg station Bandoeng gebracht en daar afgezet. Een vertrekkende wagon werd voor ons vrijgemaakt en wij moesten allen bij elkaar instappen. De Engels spre kende Jap gaf ons een in de Japanse taal geschreven briefje mee en ver dween uit de wagon. Geen bewaking ging mee, gelukkig, van deze Jappen waren wij af. Wat zou er op dat briefje staan? Even later vertrok de trein naar Batavia. Het ging allemaal vrij langzaam. Vele brug- 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 16