Diamonds Manufacturing Rotterdam Groothandel in /en fabrikant van diamanten en juwelen kan u tegen gunstige voorwaarden diamanten aanbieden voor uw relaties en familie in Indonesië voor vrijblijvende informatie: Kipstraat 7b, 3011 RR Rotterdam. Tel. 010-134550* gen waren gedeeltelijk kapot gebom bardeerd. De trein kon er nog wel overheen maar de passagiers moesten allen uitstappen met hun bagage, over de brug lopen en konden weer instap pen als de trein heel langzaam aan de overkant gekomen was. Als ieder een weer ingestapt was ging de trein reis verder. We passeerden alle bekende plaatsen langs de lijn, konden gelukkig op de stations wat eten en drinken en kwa men eindelijk aan het station Mang- garai. Daar hoorden we dat om 18.00 uur de avondklok inging. Garthof had dicht bij dit station een kennis wonen. Het was nog ruim een kwartier voor 18.00 uur. Hij zei mij op Manggarai uit te stappen. Dan konden wij voor 18.00 uur nog wel naar die kennis lopen en de volgende morgen naar mijn ouder huis in Meester Cornelis gaan, onge veer 20 minuten van Manggarai van daan. De anderen gingen door naar Batavia en zouden daar naar huis zien te komen met het Japse briefje. Bij de kennis gekomen kregen we eerst een maaltijd aangeboden. Wat hebben wij gesmuld.! Daarna vertelde Garthof ons hele verhaal aan de ken nis en vroeg ook of we daarna moch ten gaan slapen. We waren bekaf. Wij konden in de voorkamer op een bank slapen. De volgende ochtend besprak ik na het ontbijt een betja, bedankte de kennnissen en Garthof voor de geno ten gastvrijheid en reed naar mijn ou derlijk huis in Meester Cornelis, waar mijn familie zeer blij was toen ze me zagen. Ze hadden zich al zeer onge rust gemaakt toen de Bandoengzender plotseling stopte. Na ze een en ander verteld te hebben waren ze weer ge rustgesteld, alleen maakten ze zich wel zorgen over de drie achtergeble ven mannen. De volgende ochtend stapte ik op mijn fiets en ging naar Studio Batavia. Ve le collega's die met mij voor Studio Bandoeng gewerkt hadden werkten daar alweer, alleen zaten ze niet meer in hun oude kantoren en in het hoofd gebouw maar in de bijgebouwen. In het hoofdgebouw zaten de Jappen met wat Indonesiërs. In de kamer van de Omroepleider, hr. Kusters, zat een civiele Japanner, die in Amerika ge studeerd had. Hij sprak heel goed Engels. Van hr. Stenfert die ook al op de studio werkte hoorde ik, dat ik voor werk bij mr. Muramaru, de Japse Omroepleider, moest zijn. Er zat een Indisch meisje als secretaresse, dat ik van voor de oorlog kende. Ik vertelde hem het een en ander over Studio Bandoeng en dat we door de Kempeitai opgepakt en ontslagen wa ren. Hij zei mij dat ik mij voor werk moest melden op Parapattan, een ou de werkplaats van Radio Holland, waar de hr. Hagenaar de leiding had. Ook vertelde hij mij dat ik wel op moest passen voor Hagenaar, daar deze niet geheel te vertrouwen was. "Dat weet ik," zei ik. Daar ik vond dat Muramaru vrij rede lijk was, wat ik later vrij vaak heb meegemaakt, vroeg ik hem of hij iets wist van de heren Kusters, Kudding en Van der Hoogte. Toen betrok zijn ge zicht en zei hij heel ernstig dat deze heren fout geweest waren en op Antjol' een wijk tussen Batavia en Tdj. Priok, door de Kempeitai onthoofd waren. Wat schrok ik! Deze heren zou ik nooit meer zien. Ze waren, geloof ik, de eerste slachtoffers van de Kempeitai. Ze werden ook begraven op Antjol. Muramaru vertelde mij dat hij mevr. Kusters en de ouders van de twee anderen op de studio had ontboden en ze dit had verteld. Hij had de rin gen en de horloges van de onthoofden teruggegeven. Drie mannen in de kracht van hun leven, zo maar ver moord. Kusters, naar ik meen, niet ouder dan 50 - 55 jaar, Kudding en Van der Hoogte 22 jaar. Ik heb later zelf drie maanden bij de Kempeitai gezeten en de martelingen meegemaakt. Ze hebben toen mijn nieren stukgeslagen en ik ben nu sinds vijf jaar nierdialyse patiënt. Dit relaas heb ik hier neergeschreven met de bedoeling dat dit bekend wordt en misschien diegene onder de ogen komt die er voor kan zorgen dat als nog de drie heren posthuum de ver- zetsster uitgereikt kan worden. Voor mijzelf heb ik dat niet nodig. Ik ben in '48 "Ridder van Oranje Nassau" ge worden voor mijn werk in de oorlog en daarna. De toekenning van de ver- zetsster zou voor de achtergebleven familie een geweldige steun zijn, de dood van hun dierbaren beter aan vaardbaar. Ik hoop dat er ook nog lezers zullen zijn die zich de uitzen dingen van de NIROM Bandoeng zul len herinneren en er op willen reage ren. Ik heb dit gebeuren al zo lang bewaard en ben nu pas, na ruim vijf jaar voor behandeling in de stoel lig gend aan de kunstnier, tot dit schrij ven gekomen. Ik ben ook bezig een boek te schrijven over mijn leven in Indië, de opbouw van de NIROM daar en later. Ik kwam in 1934 als technieker bij de NIROM en verliet in augustus 1957 de Omroep in Indië, toen "Radio Republik Indo nesia", als Technisch Directeur van die Omroep. G. DE WILDE RECTIFICATIES I. In het artikel over Chris Broekhuy- zen door H. M. C. P. (pag. 8 nr. 20) kwam een onjuistheid voor. Chris is namelijk nooit warga negara geweest, hij bleef Nederlander. Voor deze on juistheid is H.M.C.P. niet verantwoor delijk, maar redactie Moesson. II. In het stukje over Soepit Oerang viel de naam van de schrijfster weg. Het is mevr. N. Takken-Schmid, thans 90 jaar, die deze herinnering aan de Smeroe opschreef. En zo'n opmerkelij ke prestatie mag niet anoniem blijven. 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 17