VIC BOLDY, altijd onderweg naar huis Aantekeningen over de Armeniërs I MALANG Hij is "pas" 78 en naar lichaam en geest still going strong. Reden dan ook, om maar weer naar Perth (W. Australië) terug te emigreren om daar zijn laatste levensjaren in een aangenamer klimaat door te brengen. Als ik deze regels schrijf zal het vliegtuig net geland zijn en stapt Vic Boldy uit met zijn bescheiden hebben en houden, maar als altijd met een vracht herinneringen die hij overal meeneemt. Herinneringen uit het leven in Indië, dat hij nooit zal vergeten. Een Armeniaan, geboren in Penang, opgegroeid op Java, geëmigreerd naar Australië, teruggekeerd naar Nederland en nu weer (voorgoed) vertrokken naar Perth. Ja, sommige mensen zijn eigenlijk altijd onderweg naar huis. Grootvader Marcar Jacob BOLDY, ge boren Isfahan omstreeks 1850, was paardenhandelaar en had later een wagenverhuurderij. Op een keer maak te hij een reis door Australië en trok hij van farm tot farm om paarden te kopen. De tocht duurde zes maanden dwars door het hele werelddeel. Hij was in Julpha getrouwd met de Ar meense Maraindjam Galstaun. Een van zijn zoons, Aratoon Marcar Jacob Bol dy, geboren te Julpha, hielp zijn vader bij de paardenhandel. Toen zijn vader hem oud genoeg achtte, zei hij: Het is tijd dat je een gezin gaat stichten. Maar trouw niet met een dochter van dit land, ga liever naar Julpha en zoek daar een vrouw van ons eigen volk. Hier heb je geld. Traditiegetrouw ging hm Jl. JEMD.6ATBÏS0EBWt0 ?S KIP 57» de zoon naar Julpha en trouwde daar met de beeldschone Sirvard Soekias. Na hun huwelijk te Julpha maakte het jonge paar zich op voor de reis naar Java, doch werd in de woestijn over vallen door Perzische rovers. Toen zij hoorden dat Boldy paardenhandelaar was beviel hen dat zeer goed, want zij (lees verder volgende pagina) Mijn zes eerste kinderjaren heb ik in Gang Boldy in Malang gewoond. "Boldy straat" zeiden we altijd, maar het is altijd "gang" geweest, een brede weg met grote huizen en erven. Er woonden Chinezen en Indische mensen, geen totoks. Gang Boldy lag in het zuiden van de stad, een zijweg van de grote weg die doorliep naar de Klenteng (tegenover de Emma bioscoop). Wie was Boldy en waarom was die weg naar hem genoemd? Niemand wist het of vroeg het zich af. En ik was nog te jong om er mijn hoofd over te breken. Tot, een halve eeuw later, ineens een abon nee in Australië nader kennis met Tjalie maakte: Vic Boldy. Hij blijkt de zoon van de vader naar wie die straat genoemd is: Ara- toon Marcar Jacob Boldy, die er stallen en een wagenverhuurderij heeft gehad. Gang Boldy is nu onherkenbaar veranderd. De grote huizen zijn weg, de erven zijn vol gebouwd met kleinere woningen, warongs. Toen ik er in '79 was, waren ze de weg aan het opbreken. Duidelijk staat nog de naam op de apotheek op de hoek van Gang Boldy en jln. Jendral Gatotsoebroto. Maar Gang Boldy bestaat nog en de Boldy's ook - L.D. De geschiedenis van de Armeniërs is er een van onderdrukking en vervol ging. Een van de oudste Christenvol keren, veel eerder gekerstend dan Eu ropa, namen zij een bijzondere plaats in Voor-Azië in, geheel omringd door vijandige Mohammedanen. Hun land, het oude Armenië (met de hoge berg Ararat waarop volgens het bijbelver haal de Ark van Noach moet zijn ge strand), was een uitgebreid gebied, tussen de Zwarte en de Kaspische Zee, op de plaats waar vandaag Tur kije, Sovjet-Unie, Irak en Iran samen komen. Het werd opgedeeld. De hui dige Sovjet Republiek Armenië is er maar een deel van, een veel belang rijker deel ligt in Turkije. In het Van- meer op het eiland Aghtamar bouwden de Armeniërs in de 10e eeuw de be roemde kerk, nog steeds een soort symbool voor alle Armeniërs. De Armeniërs hebben door de eeuwen heen zwaar te lijden gehad, het meest in de periode vlak voor de eerste Wereldoorlog, toen anderhalf millioen van hen zonder meer door de Turken werden afgeslacht; maar ook lang voor dien werden zij om hun geloof ver- vo;lgd. Om deze reden mag men hen zeker om hun standvastigheid bewon deren. Vervolgd om hun Christelijk geloof verlieten tenslotte velen hun vaderland; een groot aantal werd rond het jaar 1500 opgenomen door Perzië (thans Iran). De menslievende Sjah Abbas (ook genaamd Abbas the Great) wist dat de Armeniërs vredelievend waren en goede burgers zouden zijn. Hij wees hun een plaats aan waar zij zich in vrede mochten vestigen. Dat was Julpha, vlak bij de bekende stad Isfahan. Op den duur ontstond daar een bloeiende Armeense gemeen schap, die tot heden ten dage nog be staat. Zij behielden hun geloof, hun eigen taal en Armeens letterschrift. Een van hun gewoonten was, dat men uitsluitend onder elkaar huwde. Vanuit Julpha trokken sommige onder nemende Armeniërs verder, in ver schillende richtingen; aangenomen mag worden dat hun goede handelsgeest hen daartoe dreef. Zij gingen te voet of te paard of per ezel door de woes tijnen van Perzië en over de woeste gebergten, tot aan de Perzische Golf, waar zij de havenplaats Bandar Bu- schehr of Bandar Abbas bereikten. Dat was dan een tocht van duizend kilo meters. Zij wa.chtten in de haven op een van de Britse stoomschepen van de P. and O. line, die van hieruit de kustvaart over Zuid-Azië voeren. Zij kochten dan een passage naar Ran goon, Calcutta of Singapore. Maar om dat zij geen woord Engels spraken ging dat boeken van passagiers nogal primitief. De scheepsklerk vulde een biljet in, waarop naam, geslacht en leeftijd werden vermeld. Was de naam soms een beetje te lang of te moeilijk, dan werd die gewoon wat ingekort. Dat gebeurde ook met de naam Boldy, die misschien wel Boldanian kan hebben geluid. Omdat de reizigers geen enkel document bezaten was dit passage biljet alles voor hen. Het werd als een soort paspoort beschouwd en zodoen de bleef ook de soms vervormde naam, hun officiële naam. Na een korter of langer oponthoud in Brits-lndië, trokken velen weer verder, naar het gastvrije Nederlands-lndië. Dat is nog niet zo vreemd als het lijkt, want de V.O.C. had sedert 1623 een eigen vertegenwoordiging in Perzië, met meerdere vestigingen, waaronder één in Julpha. Het was dus heel goed denkbaar dat zij de Hollanders reeds kenden. Bovendien hebben Hollanders en Armeniërs nu eenmaal veel gemeen. Dit alles kan ertoe hebben geleid, dat zij zich gaarne op Java gingen vesti gen. Op Java, waar veel Armeniërs reeds vóór 1800 waren gevestigd, ontstond op die manier een vrij uitgebreide Ar meense gemeenschap, die zich vooral concentreerde op de plaatsen Batavia, Semarang, Soerabaja, later ook nog enkele andere plaatsen. De Armeniërs wisten zich goed aan te passen. Om hun ijver en bekwaamheid als vakman, hun handelsgeest en hun spreekwoor delijke eerlijkheid en rechtschapenheid, waren zij bekend. Zij veroverden zich een goed, velen zelfs een rijk bestaan en geen hunner behoefde ooit de steun van de overheid te vragen. Als ware Christenen hadden zij de gewoonte, landgenoten die in nood verkeerden, bij te staan; zij hadden hun eigen kerk, scholen en verenigingen. Op vele be graafplaatsen liggen hun graven met opschrift in Armeense letters. D. A. VISKER 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 18