VOER VOOR KATTENKENNERS
INDISCH
FAMILIE ARCHIEF
BIBIK DINGKLIK
Wij zijn overgeplaatst naar Makassar. Wij, dat zijn mijn vrouw, ik en twee kin
deren waarvan één nog in het kruipstadium, het andere dit stadium nog maar
net ontwassen. Al gauw vinden we een huis naar onze zin, maar als wij er in
trekken blijkt er een medebewoner rond te sluipen: een grijze poes, kennelijk
aan het huis verknocht. Mijn vrouw is daar echter niet op gesteld, vanwege
de kinderen die veel van hun tijd op de vloer doorbrengen. Dus overleggen
we met de djongos. Hij woont ruim een kilometer buiten de stad en hij stelt
voor het beest mee te nemen naar zijn kampong, waar hij wel een liefhebber
voor het beest kan vinden. Met poes in een mandje op de fiets plus een hele
qulden voor de nieuwe eigenaar verdwijnt hij 's avonds naar huis. Wij hebben
echter buiten het katteninstinct gerekend. Twee dagen later is poes terug, heeft
de weg naar zijn geboortehuis, geheel op eigen kracht teruggevonden en wij
zijn nu zo vertederd, dat wij - na enig beraad - besluiten poes in de voor hem
blijkbaar onontbeerlijke omgeving een definitieve plaats te gunnen.
Als ik het verhaal aan kennissen ver
tel en daarbij hoog opgeef over het
talent waarmee poes toch maar, zon
der enige aanwijzing van een Katten
ANWB de weg teruggevonden heeft
word ik uitgelachen. "Ach wat, het is
geen hondJullie djongos heeft je
lelijk voor de gek gehouden", zo luidt
het commentaar van deze kattenken-
ners. "Die heeft de gulden natuurlijk
zelf opgestreken en de poes een paar
straten verder losgelaten."
Teleurgesteld en beschaamd zwijg ik
verder. Maar
Enige jaren later. Weer overgeplaatst.
Nu naar Ambon, waar we in het huis,
waar eens Multatuli moet hebben ge
woond, een nieuw onderdak vinden.
Ook hier ontdekken we al gauw een
huispoes. We vermoeden, dat Eduard
Douwes Dekker wel met haar groot
ouders moet hebben gestoeid en dus
mag poes blijven. Bovendien zijn de
kinderen groter geworden, kruipen niet
meer over de vloer en zijn een poes
gewend. Maar deze poes is een vrouw
tje, want als haar tijd gekomen is, ont
dekken wij alle tekenen van een ver
gevorderde zwangerschap. Volgens
onze overburen is zij zelfs monogaam,
went elk jaar vrijt ze hun kater, met
alle gevolgen van dien.
Die gevolgen vinden wij enige tijd
later in een van de goedang kamertjes.
Baboe komt ons waarschuwen. In een
kist, bovenop de arang, liggen vijf
pasgeboren baby-poesjes.
Gauw wordt er een mand tevoorschijn
getoverd. Met behulp van baboe en
vele lapjes uit de rommelkast van de
kinderen wordt een zacht bedje opge
bouwd. Poes, die we intussen, uit
reverentie voor Multatuli, Tine hebben
gedoopt, zit argwanend en zelfs een
beetje vijandig naar al dat gedoe te
kijken. We stellen haar gerust met een
extra schoteltje melk, dat zij echter op
dat moment versmaadt. Dan stoppen
we haar, met enige moeite weliswaar,
bij de kleintjes in de mand, weestaan
de aandrang van ons zesjarig doch
tertje er ook nog een klamboetje om
heen te draperen en gaan tevreden
over tot de orde van de dag.
Als ons dochtertje van een speelpar-
tljtje bij een vriendinnetje thuis komt
is haar eerste gang naar de kraam
kamer. Bijna huilend van teleurstelling
komt ze ons halen. En wat zien wij:
alle vijf de baby-katjes liggen weer
30
.-4
Vreelandsestraat 14
2574 RX DEN HAAG
geopend voor bezoekers elke zater
dag van 08.00 tot 13.00 uur.
Afspraak uiterlijk donderdags.
Telefoon 070 - 65 50 68
Zomaar, omdat het zo'n aardig plaatje is, de
kater van John Knaud. Dus niet de kat van
familie Sluyter.
rustig op de arang, waar Tine ons
triomfantelijk éven aankijkt en zich dan
nog dichter tegen haar kindertjes aan
drukt.
Als het zover is dat de baby-poesjes
zich zelfstandig kunnen voortbewegen,
kost het ons weinig moeite voor vier
van de vijf liefhebbers te vinden. Eén
mag bij de moeder blijven en wij zijn
getuigen van haar opvoedingsmetho
de.
Onze eettafel staat op de overdekte
achtergalerij. Eigenlijk een muurloze
kamer, die - zoals dat in Ambonse hui
zen meer voorkomt - haaks op het
woongedeelte is gebouwd.
Op een ochtend ga ik daar heen voor
het ontbijt en zie nog net dat het
kleine poesje op de tafel is geklom
men. Maar nog voor het iets van de
daarop uitgestalde lekkernijen kan
aanraken is moederpoes er al bij,
geeft haar kind een tik met de voor
poot en duwt het resoluut van de
tafel af. Steelt poes dan zelf nooit?
O, jawel. Maar nooit bij ons. De nieu
we buurvrouw van het naastliggende
huis klaagde er kort tevoren nog over,
dat een poes bij haar lever gestolen
had en dan weten wij waar het stuk
lever vandaan kwam, waarvan we Tine
nog kort geleden zo heerlijk op het
achtererf hadden zien smikkelen. Dat
achtererf is haar domein. In huis komt
ze nooit. Kwém ze nooit, totdat ze
haar kind leerde muizen vangen. Heel
onverwacht zien we Tine op een dag
de kamer binnenlopen, gevolgd door
haar al wat opgegroeide kind. Tussen
de klauwen heeft ze een muis, die ze
telkens even loslaat om de kleine aan
te sporen zelf achter de muis aan te
gaan.
Nog weer een tijdje later loopt moeder
voor haar jong uit door de dakgoot.
Plotseling staat ze stil, kijkt omlaag,
draait zich om, ziet de kleine achter
zich, kijkt weer omlaag en springt van
het dak af op het achtererf. Daar gaat
ze rustig zitten, af en toe omhoog
ziend naar het kind, dat de sprong
kennelijk niet durft te wagen.
Poes verdwijnt nu weer, maar even
later zien we haar opnieuw in de
dakgoot, loopt tot vlak bij het jong en
springt wederom naar beneden. Kijkt
dan weer naar boven, wacht nu schijn
baar geduldig endan waagt ook
het jonge poesje de sprong en veilig
op het erf aangeland vlijt het zich be-
hagelijk tegen moeder aan. Tevreden
wandelen zij samen weg.
I. SLUIJTER
Je bent net een politicus,
die geeft ook kopjes als ie wat
van je nodig heeft.