Diamonds Manufacturirg Rotterdam
Herinneringen aan de Volksraad
Groothandel in/en fabrikant van diamanten
en juwelen kan u tegen gunstige voorwaarden
diamanten aanbieden voor uw relaties en
familie in Indonesië
voor vrijblijvende informatie:
Kipstraat 7b, 3011 RR Rotterdam. Tel. 010-134550*
Was zijn instelling "het begin van het einde"?
Het opstel van dr. De Graaf over het Gedung Pancasila in het Hertogspark riep
bij mij vele herinneringen op aan de tijd, dat dit gebouw in neo-koloniale stijl
de zetel was van de eerste volksvertegenwoordiging in Nederlandsch-lndië, van
de Volksraad met name. Ik heb daar vele dagen doorgebracht tijdens de zittin
gen van het college: ik heb, geloof ik, geen vergadering verzuimd tussen de
najaarszitting van 1921 en de voorjaarszitting van 1926. Ik ben er ook sedert
vele malen geweest - maar dan alleen als er belangrijke punten van debat of
gewichtige beslissingen aan de orde waren. Ook de laatste vergadering, in
Bandung in 1942, heb ik als toehoorder bijgewoond.
Het was niet mijn wens of verwachting
die mij ertoe bracht de zittingen van
het vertegenwoordigend lichaam bij te
wonen. Wel wist ik iets van het be
staan van de Volksraad, want ik had
de behandeling van het wetsontwerp
tot instelling van dit lichaam als Ka
merverslaggever bijgewoond - in Den
Haag natuurlijk - en zonder te vermoe
den dat ik nog eens in rechtstreekse
aanraking met dit lichaam zou komen.
Het wetsontwerp tot instelling van het
college werd in 1916 aangenomen en
in 1918 vond de plechtige opening in
wat nu het Gedong Pancasila heet
plaats met een rede van de toenmalige
GG Van Limburg Stirum.
Toen ik in 1921 in Indië aankwam, be
noemd tot "perschef" van het Alge
meen Syndicaat van Suikerfabrikanten
in Nederlandsch-lndië, had ik geen
flauw idee dat mijn eerste en belang
rijkste werkzaamheid zou zijn op te
treden als luisterpost van dat lichaam
bij de Volksraad. Ofschoon naar tra
ditie tot de vijf leden, gekozen uit de
kring der ondernemers, ook de voor
zitter van de ASNI behoorde, was de
toenmalige voorzitter van het syndi
caat, mr. Talma, overgeslagen; hij was
namelijk directeur van financiën, zeer
tot verontwaardiging van de imiddels
opgetreden GG Fock, overgestapt naar
het veel beter betalende bedrijfsleven.
De GG "strafte" hem door hem niet
tot lid van het college te benoemen.
Om in de lacune althans enigszins te
voorzien, stuurde het Syndicaat mij
vrijwel dadelijk na mijn aankomst in
Indië naar de najaarszitting 1921 van
de Volksraad, maar mijn taak dus was
het Syndicaat zoveel mogelijk op de
hoogte stellen van de "Musik hinter
den Noten" - van wat er omging dus
in het onderling verkeer van leden en
regerings-functionarissen, maar niet
rechtstreeks tot uiting kwam in de
debatten, die immers iedereen kon
lezen in de Handelingen of in kranten
verslagen, welke laatste voortreffelijk
werden verzorgd door collega Ostreich
(helaas ook al overleden) van Aneta.
Mijn taak als "perschef" was in de
praktijk van wenig betekenis, vooral
toen de storm, die na de Eerste We
reldoorlog tegen de suiker opstak, in
allerlei publicaties wat geluwd was,
en min of meer normale toestanden
weer opgetreden waren.
Ik was dus, tot mijn verrassing, van
journalist min of meer onwillekeurig
geconverteerd in public-relations-man
- dat is een man die het image van
zijn bedrijf in het juiste licht tracht te
stellen. Het vak, thans welbekend, was
toen echter nog niet uitgevonden en
ik was en bleef dus perschef, ofschoon
mijn bemoeienissen met de pers hoe
langer hoe meer krompen: de Euro
pese pers hield zich rustig en de in
heemse pers bleef (uiteraard zou ik
haast zeggen) haar traditionele stand
punten handhaven: de suikerindustrie
was nu eenmaal niet erg populair on
der de bevolking, wier belangen niet
gediend waren met de diep ingrijpen
de bemoeienis van de Europese in
dustrie met haar gronden en werk
zaamheden. Deze te overtuigen van
het belang van de industrie was vech
ten tegen de bierkaai, temeer omdat
de kritiek op het voortdurend ingrijpen
van de industrie in het agrarisch le
ven op het platteland een basis van
juistheid niet kon worden ontzegd.
Om dit paragraafje te besluiten: bij de
eerstvolgende gelegenheid benoemde
de GG de voorzitter van het Syndicaat
alsnog tot lid van de Volksraad. Daar
na trad ik voornamelijk op als zijn
secretaris.
In 1926 verliet ik het Syndicaat om
eerste redacteur van het Bataviaasch
Nieuwsblad te worden; in 1928, na de
dood van Zaalberg, werd ik hoofd
redacteur van dat blad. Het is echter
niet de bedoeling, U bezig te houden
met mijn carrière. Laat ons dus terug
keren tot de Volksraad. Het is overi
gens ook niet de bedoeling, U bezig
te houden met wat elders voortreffe
lijk is geschreven over samenstelling
en bevoegdheden van dit college, de
strijd over de inheemse meerderheid
enz., maar om U een idee te geven
van de atmosfeer die het Hertogspark
omgaf.
Een apocrief verhaal wil, dat toen de
toenmalige minister van koloniën,
Pleyte, die ook de instelling van de
Volksraad had voorbereid en het des
betreffend wetsontwerp in de Neder
landse volksvertegenwoordiging had
verdedigd, bij de opening van de
Volksraad Koningin Wilhelmina voor
stelde een telegram van gelukwens
aan de Volksraad te zenden, Hare
Majesteit dat had afgewimpeld met
de woorden:
(lees verder volgende pagina)
14