Jakarta, transport zonder problemen A leylanp JAKARTA 4EMBATAM 4ALAN KAKI AWAS* DOBBELDEKKER Een van de fijnste dingen van Indonesië en Jakarta in het bijzonder - en daar staat niemand lang genoeg bij stil - is dat je nooit moeilijkheden hebt met transport. Er is altijd iets dat rijdt en dat je vervoeren kan, voor een straat verder, tot aan het andere eind van Java en zelfs daar voorbij. Geen centje pijn, je be taalt, (een krats van datgene wat je in Nederland aan openbaar vervoer of taxi zou uitgeven) en je komt op de plaats van bestemming. Indonesië is ook wel het enige land ter wereld waar je niet hoeft aan te komen met: "Hoe kom ik er? Ik ken de weg niet, ik ben er vreemd," want je bent ieder ogenblik omringd door mensen die bereid zijn je naar elke gewenste plaats te brengen, je de weg te wijzen. Zulke helpers vind je altijd onder de bestuurders van de diverse vehikels waarover je la minute kunt beschik ken. De betjaks zijn weliswaar voor een groot deel uit de stad verdwenen, maar daarvoor is de Bajaj in de plaats gekomen, een soort grasmaaimachine- met-extra-zitplaats. Een rijdend voor werp dat, zodra je je er in gewurmd hebt (berekend op maat 36-40, wie dik ker is drage zelf de consequenties) en het zich in beweging zet, zorgt voor o- genblikken van volkomen vergetelheid. Het geluid dat de Bajaj-motor voort brengt is gelijk aan dat van voornoemd tuin-apparaat, maar wordt accoustisch versterkt door een driekwart gesloten bak. Het horen vergaat de reiziger vol komen, het zien beperkt zich tot dat van langsschietend verkeer en voorbij- kruipende trottoirbanden. De kruissnel heid van de Bajaj bedraagt 8,74 kilo meter per uur en is aanzienlijk minder dan de snelheid waarmee passagiers in sommige momenten van doodsangst een kruis slaan. Het vehikel loopt op tjendol en Allah's beste zegen. Ik vind de Bajaj een van de betere uitvinding en van de moderne techniek en wie het daarmee niet eens is verdient een autoped. Het tarief is laag, onwaarschijnlijk laag. Voorbeeld: van Tjikini naar Pasar Baru Rp. 500,daar rijdt een taxi hier mijn straat nog niet voor uit. In een Bajaj las ik eens het opschrift: Hari Ini Bayar, Besok Gratis. En morgen is het wéér besok zoals U weet. Op een avond, komend van het Caro- lus ziekenhuis, Matraman, barstte een regenbui los van jewelste. Binnen een mum van tijd dreef alles onder, we stonden tot onze enkels in het water te wachen op taxi's, Bajajs. Er was ineens een groot tekort aan voertui gen, het was een gewriemel in flit sende lichten, neerstromend en op spattend water, getoeter, gerinkel. Taxi's verdubbelden spontaan hun ta rief, bajajs triomfeerden knorrend. Zo'n stortbui 's avonds bij een druk punt is iets onvergetelijks. Ik kon een bajaj bemachtigen, wrong me drijfnat in de donkere beslotenheid, waarna de bestuurder me vriendelijk verzocht, de deur te helpen dichthouden, want de grendel was ter ziele. Hoe we de overkant van het brede Matraman bereikten, tegen de stroom in van het verkeer, alleen Onze Lieve Heer weet het. "Mijn ruitenwisser is ook kapot," deelde de chauffeur mede. Het was voor het eerst, - na die dodenrit in een pick-up in de derde politionele actie in het Kedirische, toen Tjalie zo nodig het convooi moest verlaten, - dat ik bang was. Wat is het verstandigste dat je kunt doen als je bang bent? Juist, beide ogen dicht knijpen. Dat deed ik, zonder te ver- "Inplaats van die brug op te krikken, kunnen we ook de weg een paar meter laten zakken geten de deur dicht te houden. Bij een bajaj gaat de vergelijking op, dat man en paard één moeten zijn en ook samen ten onder gaan. Beider leven wordt hier gemeten in centime ters en seconden. Toen ik mijn ogen durfde openen sloegen we Gondangdia Ketjil in en vroeg de chauffeur op welk nummer ik moest zijn. Taxi rijden is geen luxe in Indonesië. Daar heb je die kwieke gele wagen tjes die elke seconde dat je op straat wacht, voorbij schieten. Je hoeft nauwe lijks je hand op te steken, de chauf feur weet aan de manier waarop je naar zijn wagen kijkt, dat je hem nodig hebt. Er zit een meter in het dashboard, het tarief is laag. Je rijdt niet in pluche, er is af en toe wel wat aan de hand met de carrosserie, maar ze rijden goed en kennen elke straat, je komt ALTIJD waar je wezen moet. Zonder kennis van bus- en tramroutes, zonder een taxi te hoeven bellen, zonder strippenkaarten, Wilt U een taxi die behalve snel en betrouwbaar, ook nog "goed in de veren" zit, dan belt U een Blue Bird, 325607. Heeft U veel af te rijden in de stad, dan is zo'n Blue Bird, voor mi nimaal twee uur gehuurd, ideaal. Kost met foOi maar een tientje per uur. En BIS-KOTA DUBBELDEKKERS-SOESAH-IMPRESSIES VAN POIRRIE (200 in Jakarta geassembleerde Leyland en Volvo dubbeldekkers) "Hadjo, jij en de hele benkei zijn op staande voet ontslagen!" (rechts) "DAAR KOMT 'IE WEER!!!!" 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 34