I WA fJ-lerinnerincjen 3£etjil All (XXXVII) BIBIK DINGKLIK i'.- 1 i' Zichtbare herinneringen. Wanneer de elke dag trouw opkomende zon dagen en soms weken aaneen zwaar gehinderd wordt door voorbij drijvende wolkenvelden. Wanneer je zelfs als wandelaar tussen de plensbuien door genoodzaakt wordt alle snelheidsrecords te breken omdat je wat nog droog aan je is ook graag droog wilt houden. Wanneer je rillerig van de kou in een tweestrijd bent gewikkeld over het wel of niet aantrekken van een lange onderbroek. Wanneer je alleen via de Enkhuizer Almanak er achter kan komen hoe de stand van de maan er bij staat. Kortom, wanneer het zomer is in Nederland dan komen de zichtbare herinne ringen uit m'n Indië-jaren me veelvuldiger voor ogen. Dan zie ik bepaalde her inneringen weer tot in details gebeuren. En dat na een dikke dertig jaar. Haast onvoorstelbaar. Weet u wat ik het mooiste vind van zichtbare herinneringen? Ze vergelen nooit zoals foto's en ze zijn doelma tiger en betrouwbaarder dan foto's. Want foto's worden dan wel gemaakt om als ruggesteuntje te dienen bij de herinneringen, maar kunnen je soms als het op herinneren aankomt mooi in je hemd laten staan. Een duidelijk voorbeeld is de hierbij geplaatste foto welke genomen is in Kadipaten. Links ziet u Hannes Moo- ser onze kok, in het midden sergeant majoor Toering door ons Pa Oene ge noemd en rechts Pietje Swing. Deze foto nu is toen ook gemaakt voor de herinnering van een zo te zien ludiek gebeuren, want zo hygiënisch en ste riel als de kok er bij staat heeft hij nooit achter z'n houtvuurtje gestaan en Pietje liep ook nooit zo rond te swingen. Maar wat ik ook pieker bij deze foto, ik kan er niets meer van terugvinden in m'n herinneringen. Daarom, geef mij maar m'n zichbare herinneringen, die laten me nooit in de steek. Wat wel opvallend is, is dat mijn zicht bare herinneringen van de meest sim pele zijn. Terwijl je toch zou verwach ten dat de gebeurtenissen waarbij je de handen van verrukking ineen slaat en uitroept dat je dat van je leven nooit, maar dan ook nooit zal verge ten, meer in aanmerking zouden ko men voor het zichtbaar worden. Maar niks daarvan. Wel het eenvoudige ge beuren van het kopen van een Chi nese peer zie Ik nog steeds. Dat kopen speelde zich af achter de ge vangenis van Batavia. Vermoeid na een oefening daar in de buurt kwamen we bij het verzamelpunt, een scha duwrijk plekje geschapen door drie hoge bomen, aan en of ze het ge roken hadden dat wij juist daar ver zamelden, ik weet het niet maar enige verkoopsters en verkopers zaten al geduldig en glimlachend met hun koopwaar voor zich uitgestald te wach ten op onze klandizie. Ik slenterde naar één van de verkopers toe, een oud baasje die zijn krakkemikkerige fiets tegen een boom had gezet en 20 v.l.n.r.: Hannes Mooser, de kok, sergeant- majoor Toering (Pa Oene) en Pietje Swing. op de bagagedrager een mandje met fruit had staan. Dat fruit toonde zo'n grote gelijkenis met de Hollandse peren dat ik spon taan mompelde: "Hé, dat lijken wel peren". Bij navraag bleken het ook peren te zijn, namelijk Chinese. Zon der me ook maar een ogenblik te be denken kocht ik een peer, zocht een goed plekje uit om het vermoeide lichaam in alle rust uit te laten zakken, maar vooral om van m'n lievelingsfruit, de peer, te gaan genieten. Dat de Chi nese peer het neusje van de zalm moest zijn stond als een paal boven water voor me, want zo redeneerde ik: een Nederlander en een Chinees verschillen aan de buitenkant ook een ietsie, maar van binnen zit er precies hetzelfde en evenveel in. Dus, zal dat bij de peren ook wel het geval zijn en zit het wel goed met de smaak. En met die overtuiging en met de smaak van een sappige Hollandse klapspeer in m'n achterhoofd zette ik m'n tanden in de peer en beet er een flink stuk af. Wat een teleurstelling hapte ik op dat moment naar binnen. Met geen pen te beschrijven. Dag en nacht kunnen niet zo verschillen als de smaken van deze naar den lande genoemde peren. De mierzoete smaak van de peer ver oorzaakte ogenblikkelijk een maag inhoud die naar het kookpunt vloog. Kokhalzend vloog ik overeind, spuwde m'n mond leeg en met een verwijtende blik naar de verkoper (of hij er iets aan kon doen) gooide ik de rest van de peer zo ver mogelijk de ongerepte natuur in. En als de Indische bodem werkelijk zo vruchtbaar was als ze toen vroeger beweerden dan moet er nu op de plek waar de peer terecht gekomen is een Chinese pereboom staan van zo'n vijfendertig jaar oud. Een ander gebeuren dat steeds zicht baar blijft en ook echt niets voorstelt vond plaats op het voor troepentrans port omgebouwde vrachtschip de Klip- fontijn. Thans rusten zijn ziel, lichaam en nalatenschap al jaren op de zee bodem. Op de Klipfontijn dus, ergens varende op een toen spiegelgladde Indische Oceaan, lag ik door de hitte gevloerd op m'n vaste stekkie op het voorschip in de brandende zon te brui nen. M'n hoofd had ik naar links ge wend en ik keek gedachteloos naar de schoorsteen midscheeps waaruit de uitlaatgassen van de motoren bijna loodrecht omhoog gepuft werden. Dat is nu de hele herinnering. Meer niet. Maar nog steeds zie ik die strak ke blauwe lucht, de schoorsteen en de rook. Hoe ken? Ik weet het niet en ik wil me er ook niet in verdiepen, want ik ben veels te blij met m'n zichtbare herinneringen. Vooral met die herinneringen waarin de zon met z'n weldadige warmte een belangrijke rol speelde, want wanneer er weer van die dagen en weken zijn dat ik het zeer moeilijk heb met het begrip Hollandse zomers en aan den lijve zeer goed kan voelen dat de zon achter de wolken schijnt dan zie ik hem toch en dat is meer dan foto's en kale herinneringen me kunnen laten zien. J. BLOKKER "En eeuwig zingen de bossen." ie hoort alleen nog maar motorzagen

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 20