Aan de evenaar ten westen van de 141e meridiaan (II) EEN KLEURRIJKE FIGUUR Het geluk is met de dommen, zo wordt beweerd, doch dat gold blijkbaar niet voor Vandermoosdeo, een kleine zelfstandige zoals dat tegenwoordig heet. Althans zo zag hij het na een onverkwikkelijke affaire waar we het niet over zullen hebben. Lang geleden was hij voor het koloniale leger naar Indië gekomen en als gepensioneerd onderofficier dreef hij thans een broodbakkerij, dat wil zeggen, zijn vrouw en enkele knechten deden het werk. Hij deed aan manage ment zoals dat heet en dat betekende dat hij meestal geen barst uitvoerde doch schuil ging achter een tafel waarop enorme aantallen bierflessen prijkten. Met een denkersblik over zich, zoals dit soort lieden eigen is, liet hij de ene fles na de andere sneuvelen. Hij had zich met deze bezigheid een zeer druk bestaan opgebouwd en daarbij mopperde hij aan één stuk op die luie gemeenschap. Vooral ambtenaren moesten het ontgelden want die zouden, aldus hem, geen bliksem uitvoeren. Doodvreters waren het, die zich uitsluitend bezig hielden met het eten van pinda's en dat terwijl hij zoveel belasting moest betalen. Het was een nagel aan zijn bierkist door Louis Beekman Lapré Bovendien was het gouvernement niet alert genoeg, let maar op die Indone sische infiltraties die herhaaldelijk on gestoord plaatsvonden. Zelfs onder de rook van Hollandia! Nee, hij als ge wezen KNIL-militair wist dat wel beter en in zijn tijd, zo redeneerde hij, kre gen de Jappen ervan langs. Dat we binnen de kortste tijcf de oorlog ver loren, dat was te wijten aan overmacht en moest op rekening worden geschre ven van die club met de gebroken geweertjes. Of was het omdat wij in onze zelfgenoegzaamheid die Aziaten enorm hadden onderschat? Wist hij veel dat Aziaten even deskundig en in sommige opzichten zelfs beter dan Europeanen konden zijn? Sissend verdween de inhoud van de volgende fles door zijn steeds droge keelgat en verder in de enorme buik. De spreuk "Ende despereert niet" was inmiddels door de geschiedenis ruim achterhaald en thans was het "Neder land let op uw saeck" geworden. Ja maar hoe? Soekarno had het steeds maar over zijn haan die vóór 1 januari victorie zou moeten kraaien. Zou hij nu daarmee wachten totdat die haan rood van kleur zou zijn geworden? Nee, Nederland zou deze zaak rigo- reuzer moeten aanpakken want met de begroting van dertig miljoen per jaar kon je in dit grote land figuurlijk, in derdaad slechts pinda's eten. Tot zo ver had Moos gelijk. Er moest iets groots gebeuren en dat kon slechts als je de mogelijkheid had om heel wat geestrijk vocht in je pens te gieten. Zoals hij dat deed I It brightens your mind, zo dacht hij. In the opposite way zou daaraan toege voegd kunnen worden, doch wie ben ik dat ik mij die wijsheid kan veroor loven? Tenslotte lust ik ook wel een slok, o zo I De verstoorde bijeenkomst Op een donderdagmiddag slofte Moos naar de Sentani-sociëteit, want uit be trouwbare bron had hij vernomen dat er een zitting zou zijn van de Raad van Diensthoofden en hij was nieuws gierig naar wat die allemaal te bespre ken zouden hebben. Regeren is voor uitzien dacht hij, en vooral dat vooruit zien had zijn belangstelling. Toen hij het etablissement betrad was er nog niemand aanwezig, behoudens de twee barbedienden. Hij bestelde een "pijpje" en ging dicht bij de in gang zitten. Vlak bij de bar waren enige tafels in carré geplaatst en over dekt met lakens. Daaraan zou het puikje van de ambtenarij plaatsnemen en onder het genot van een drankje (meestal waren het er meerdere!) het te voeren beleid bespreken. Al spoedig betrad de één na de ander het gebouw en nam plaats achter de tafel. Het viel hun ogenschijnlijk niet op dat Moos bij de ingang zat en hei melijk iedere bezoeker nauwkeurig ob serveerde. Nadat iedereen gezeten was en voor zien van de nodige pilsjes, kon aan de arbeid worden begonnen want daar waren ze tenslotte voor gekomen, niet waar? Dat vergaderingen vaak ontaar den in sociaal geleuter is weer een andere zaak. Maar goed, als eerste onderwerp op de agenda was de film keuring aan de orde en het betrof het wel of niet vertonen in de plaatselijke bioscopen van een film over de Mau- Mau terreur. De bloedige en wrede vrijheidsstrijd van de Kenyanen onder Yomo Kenyatta tegen het Britse kolo niale bewind. Hoe zouden de papoe- a's hierop reageren? Moos luisterde aandachtig mee en vond het allemaal oeverloos en pater nalistisch geleuter. Hij ergerde zich rot aan de enorme tijd die er aan een onderwerp besteed werd, alsof er geen belangrijker zaken waren die de aan dacht verdienden! De klap op de vuur pijl kwam, toen het ging over het im porteren van vis in blik. U kent ze wel, die ovale blikken makreel tjap bunga, afkomstig van een Japanse cannery. Een goed produkt en bijzonder in trek bij de bevolking, doch de import hier van bevorderde zeker niet de zelfwerk zaamheid van die bevolking in een land notabene waar de vis in zee voor het opscheppen zwemt. Hoe dan ook, Moos vond het nu tijd geworden om daar als eerzaam burger, want zo zag hij zich, zijn mening over te geven, al was dat dan ongevraagd. Tenslotte was hij belastingbetaler. Driftig nokte hij op de tafel waar hij aan gezeten was en vroeg het woord. Geërgerd keek het tot zwijgen ge brachte puikje zijn richting op en vroeg zich af wat die vreemde snoeshaan moest. "Heren", zo begon Moos zijn betoog, mag ik even het woord? U zat daarnet te ouwehoeren over het importeren van vis in blik, maar ik zal U vertellen dat als ik met een emmer naar de pantai (het strand) ga en één keer zo doe - Moos maakte daarbij een gebaar alsof hij de denkbeeldige emmer in het water kwakte en weer ophaalde - dan zit die emmer vol vis Wordt het nu geen tijd om eens te denken aan de plaatselijke mogelijkheden en die te ontwikkelen? Dat is immers goed voor de economie van het land, dat begrijpt U toch?" Nou, dat was tegen het zere been na tuurlijk, dat begrijpt U wel. Zal je daar de les worden gelezen door, in de ogen van het puikje althans, de één of andere volgezopen dégénéré, zeg! Wat denkt die vent wel? Vlug werd de tele foon opgepakt en de politie gebeld. Of ze die ordeverstorende zuiplap maar eens wilden verwijderen. Met veel moeite werd Moos toen uit de soos gewerkt en alhoewel hij geen procesverbaal aan z'n broek kreeg, werd hem wel te verstaan gegeven dat hij zich schuldig had gemaakt aan overtreding van het wetsartikel "Orde verstoring". Niettemin, gelijk had ie deze keer, ja toch? Want Nieuw-Guinea was immers in menig opzicht een speeltuin voor paternalistische ama teurs, zodanig zelfs dat de bevolking er niet aan te pas kwam toen het om haar lot ging in 1962 en in 1969. De moraalpredikers lieten verstek gaan. Soit I (wordt vervolgd) 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 17