Modernisering van het Javaanse platteland 19 In snel tempo treden allerlei verbeteringen op. Met de verbeteringen van het wegennet op het platteland en in de binnenlanden van het uitgestrekte Indonesische eilandenrijk, zijn aldaar de dorpsgemeen schappen, ook in betere verbindingsmogelijkheden gekomen met de kleinere plaatsen 'en grote steden. En met de toename van het verkeer, over en weer op deze verbeterde verbindingswegen, is dan zo ook het aanzicht van vele dorpen gehuchten en kleine nederzettingen van de Indonesische bevolking, zowel óp het platteland, als ook zelfs in verafgelegen streken in het binnenland veranderd en verbeterd. Want ook daar is, naar het voorbeeld van de grotere plaatsen en steden, mo dernisatie, motorisatie en mechanisatie gekomen en hebben die als vanzelf ook veranderingen en verbeteringen gebracht in het leven in talloze dorps gemeenschappen. Zo is men in de dorpen meer en meer er onder ander ook toe overgegaan om hout dat als brandstof had gediend, te vervangen door petroleum - omdat petroleum thans ook met truck trans porten makkelijk en geregeld, vanuit de grote steden naar de kleinere plaat sen en dorpen voor verbruiksdoelein- den kan worden aangevoerd. In de nabijheid van petroleum opslag plaatsen op het platteland en diep in de binnenlanden, waar uiteraard een druk verkeer bestaat van het aan- en afvoeren van deze brandstof, op alle tijden van de dag en van de nacht, zijn vele dorpen en gehuchten in snelle vlucht opgekomen tot woonplaatsen, die veel hebben overgenomen van het aanzien van de grote woonplaatsen of steden hier te lande. Zo zijn daar vele bamboe- of houten huisjes van de bewoners thans ver vangen door halfsteense of algeheel stenen woningen, die in vorm veelal ook gelijk zijn aan die in de grote steden. Ook zijn er, die alreeds voor zien zijn van waterleiding en sanitair, alsook over elektrische verlichting beschikken. En de straten zijn er al grotendeels geasfalteerd en de gangen en steegjes zijn er thans ge plaveid en van riolen voorzien. Ook heeft men zich er vaak toegelegd op kleur en fleur en er thuis ook meer aan een schoon en zindelijk aanzicht gewerkt dan in vroegere tijden. Zo trekken deze vernieuwde dorpen ook meer en meer forensen uit de grote steden en ziet men er vaak ook bungalow-woningen komen, alwaar stedelingen met weekeinden verblijven, of er hun vakantiedagen doorbrengen. Opmerkelijk is het ook, dat deze dorps gemeenschappen thans ook voorzien zijn van grote schoolgebouwen, vanaf fröbelscholen tot en met middelbare scholen, net als in de grote plaatsen of in de steden hier te lande te vin den zijn. De schoolkinderen in deze dorpen gaan evenals de scholieren in de steden, ook geüniformeerd naar school. Steeds meer treft men in deze voor uitstrevende dorpsgemeenschappen ook vakopleidingen aan, voor het op vangen van drop-outs, die hun studies De heer R. M. Helling was tot voor kort hoofdambtenaar van Perhubungan Laut in Indonesië. Nu is hij gepensioneerd en be steedt de aldus verkregen vrije tijd aan het schrijven van op stellen over het moderne Indo nesië. Ze werden gepubliceerd in het tijdschrift "Famili". Een vriendelijke lezer zond ons een aantal van die opstellen. Hier volgt er één van recente datum (21 mei 1981) over de snelle vlucht van de modernisering van de desa. aan de middelbare scholen niet kun nen voortzetten. Meer en meer ziet men in vele dorpen ttyans ook, dat de dorpsbe woners gekleed gaan en zich uiterlijk verzorgen als de stedelingen. En veel al zijn ze ook reeds in het bezit van motorvoertuigen, zoals motorfietsen, scooters en kleine wagens. En in de woonhuizen bezitten ze door gaans thans ook reeds een radio en/ of een t.v. met daarbij veelal ook een of meerdere tape-recorders. Net als in de steden bestaat er ook bij de bewoners van de dorpen, die een stads-aanzien hebben verkregen, een grote leeshonger. Daarom zijn er ook dagbladen die speciale edities uit geven ten behoeve van de dorpsbewo ners. Want die verkrijgen dan zo da gelijks lectuur, die ze ook in hun da gelijks leven van grotendeels land bouw-, veeteelt-, en handnijverheid- werkzaamheden, behoeven. Ook kun nen zij dan zo, op een betere wijze voorgelicht worden inzake het rege ringsbeleid, omdat ze veelal nog ge bruik maken van de streektalen en het Indonesisch nog maar weinig benut ten. De open markten in de dorpen zijn thans ook haast niet meer te vinden, want ze zijn vervangen door overdek te marktloodsen en er hebben zich ook winkelwijken gevormd, eethuisjes, die het oude type van "warungs" ver vangen hebben. En veelal hebben deze winkelwijken ook een bioscoop voor de vertoning van speelfilms, die spe ciaal aantrekkelijk zijn voor dorpsbe woners. Maar naast al het vele nieuwe is in de dorpen ook nog veel bij het oude en vertrouwde gebleven. Zo heeft men daar nog de van-ouds-her waterputten bij de huizen, of gemeenschappelijke was- en badplaatsen, aan de oevers van de rivieren, of bij bronnen. Ook is het in de dorpen nog altijd lom merrijk gebleven, want daar zijn de huizen nog altijd voorzien van een groot erf met vele soorten vruchtbo men en stallen voor koeien, karbou wen, paarden en geiten. In de dorpen heeft men ook nog veelal de vanouds bekende voertuigen en karren, die door paarden worden voort getrokken. En op de bouwvelden ziet men nog steeds het oude vertrouwde beeld van karbouwen, die voor de ploegen zijn gespannen en die dan zo de grond bewerken. Ook in de oogsttijd is het oude ver trouwde beeld van het oogsten van de rijst, of van het vergaren van vruchten, nog niet verdwenen door nieuw in gevoerde methoden. En ondanks het geroezemoes van de vele motor-voertuigen over de wegen in de dorpen, valt aldaar in de avonden nog altijd te beluisteren het tjirpen van de krekels, het kwaken van de kikkers, het geluid van de tokeh en van de nachtvogels, die geluk of ongeluk voorspellen. Ook valt er 's avonds in de dorpen nog van de tonen van de gamelan te genieten, en van de suling, een eenvoudig dorpsfluitinstrument, en op bepaalde tijden hoort men het geluid van de "beduk", die de dorpsbevolking herinnert aan de Islamitische gebeds tijden. De dorpswachten die 's avonds "ron- da's" doen en middels het slaan op de kentongs ook nachtelijke uren aan geven, zijn traditiegetrouw nog steeds aanwezig. Zo ook de gemeenschapszin onder de dorpsbewoners, waardoor het dan ook mogelijk is, om in de dorpen vele werken te verrichten, die in het be lang zijn van de gemeenschap. Het is zo dan niet nodig om daarvoor een begroting uit te werken voor loon kosten. Deze gemeenschapszin bij de dorps bewoners manifesteert zich ook nog steeds bij geboorte, huwelijk en over lijden van dorpsgenoten.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 19