Eer, schuld en recht Er is de laatste jaren geen dag ge passeerd zonder dat er op onze re dactie in een brief of in een gesprek het onderwerp uitkering, ereschuld, oorlogsslachtoffer te berde werd ge bracht. Moesson, vroeger Tong-Tong, heet het klankbord te zijn voor de stemmen uit de Indische gemeenschap en dat hopen we te blijven. Het aantal "slachtoffers" van de oor log is groot, het abonnee-aantal van Moesson relatief klein. U begrijpt dus wel, dat wanneer wij als klankbord moeten dienen voor de klagers, er niets meer overblijft dat wij - en dan spreek ik namens Tjalie - als doelstel ling van ons blad zien. Een klankbord is er niet alleen om dissonanten op te vangen. Ik wil na de inzendingen op pagina 4 en 5 dan ook definitief een streep zetten onder het opnemen van jammer klachten. In Moesson zullen alleen of ficiële publicaties betreffende de uit- kerings-affaire worden opgenomen. De instellingen, stichtingen die zich met deze kwestie bemoeien zijn de ENIGE die er wat aan kunnen doen, ja toch? Verder, Hetty Eichholtz en ik zullen de geschiedenis wel ingaan als de enige dwarsliggers in de Ereschulden-kwes tie. Wat wij gehoord, gezien, meege maakt hebben, heeft ons de overtui ging gegeven dat het al lang niet meer gaat om een Ereschuld. De EER is al lang overboord gezet, het belangrijkste blijft de SCHULD van 7.500,waar een steeds groter wordend aantal "miskenden" aanspraak op maakt. Volmondig beamen wij de schuld die de Nederlandse Regering t.a.v. ex- KNIL-ers heeft, OOK BUITEN NEDER LAND, maar wij verafschuwen de bezetenheid waarmee jan-en-alleman, mensen die al lang schadeloos ge steld zijn door werkgevers of anders zins, proberen een graantje mee te Ergens in het Padangse woont Jan de Boer. Dit is zijn huis en dit zijn zijn kinderen. Hij werkt, maar daarmee verdient hij nauwelijks genoeg voor de kost. Een beetje steun van HALIN, ook nauwelijks genoeg. Steun van de Bruine Bus, waarmee hij in ieder geval iets aan zijn "huis" kan doen. pikken uit de pot waar nooit voldoende in kan zitten voor iedereen. Mensen die het niet meer nodig heb ben, maar nu, na 36 JAAR ineens vervuld zijn van hebberigheid. Ach ja, er zijn altijd wel voldoende motieven aan te dragen, syndromen doen tegen woordig ook opgeld. Naar mijn gevoel is het 7.500,syndroom het groot ste kwaad. Wie de uitkering het eerst zouden moeten hebben zijn de ex- KNIL-mensen in Indonesië, maar juist zij vallen er buiten. Welke ook de om standigheden zijn geweest waardoor zij in Indië zijn blijven wonen, hoe zwaar ook het lot voor hen is geweest en in welke armelijke omstandigheden zij nu ook leven, hun recht op die uit kering hebben zij verspeeld. Voor hen betekent het geld geen extraatje, een vakantie naar Griekenland, een nieuwe kleurentelevisie of cadeaus voor de kinderen, maar het RECHT om te blij ven leven. Een behoorlijk dak boven het hoofd, genoeg kleding, medicijnen, "Binnenkort zal er een bedrag van 7.500,op mijn giro-rekening worden gestort, omdat ik het ver blijf in de Japanse kampen heb overleefd en vervolgens tot nu toe in leven ben gebleven. Voor zeer velen die haar krijgen zal deze uitkering hoogst welkom zijn ter verlichting van hun finan ciële zorgen. Maar er zullen er ook verscheidene zijn zoals ik, die met wat ze bezitten en het pen sioen dat ze genieten, comfortabel kunnen rondkomen en voor wie de uitkering daarom in wezen niet meer is dan een aardige meevaller, zonder welke ze zich ook best kunnen redden. Hen zou ik (eventueel ten over vloede) willen attenderen op de onverwachte gelegenheid die zich nu voordoet om door een daad te tonen dat onze verbittering en verontwaardiging over de moeder landse onaandoenlijkheid voor het lot van de Nederlandse oorlogs slachtoffers van overzee, niet al leen door het eigenbelang werd ingegeven, maar wel degelijk be rust op gevoelens van bewogen heid en echte deernis met land genoten die daarginds in kommer volle omstandigheden zijn achter gebleven. Zelf wil ik voor dit doel een derde deel van de te ontvangen som be schikbaar stellen en omdat me bekend is dat U op het terrein van ondersteuning van deze behoef- tigen goed thuis bent, zou ik U willen vragen dit geld in ontvangst te nemen op een door U aan te geven rekening en er de juiste bestemming aan te geven." N.N. voedsel. Een morgen zonder zorgen. Als men zich hier in Nederland werke lijk ergens druk om zou moeten ma ken, dan is het wel om die uitkering voor de KNIL-ers in Indonesië, overal elders hebben zij het goed. "Ik ken er een paar, die helemaal apathisch zijn", vertelde iemand me, "ze hebben de kracht niet meer te vechten voor hun rechten." Apathie? IK geloof het niet. Gebrek aan hoop en geloof in menselijkheid van de Nederlandse Regering, moe heid om opnieuw en opnieuw de moei te en het geld op te brengen voor nieuwe requesten, schrijven naar die en die. En al schrijvend nog meer te leurstellingen te krijgen, nog wanho piger te worden als niets helpt. Het is geen apathie als men weigert nog meer te verliezen dan men te missen heeft, hun zelfrespect willen zij be houden Wie zou willen weten en begrijpen hoe groot de nood is bij "gevallen" die door de HALIN en het Charitatief Fonds Tjalie Robinson worden ge steund, die kan zich misschien mijn kwaadheid om het gedram om die f 7.500,indenken. Vraagt men die f 7.500,om er straks zijn kleine broeders mee te helpen? Zijn er straks mensen die zeggen: hier heb je mijn f 7.500,geef die aan die ex-KNIL- mensen, die niet geholpen konden wor den. Of wordt er alleen geholpen met de edele verontwaardiging: "De Re gering MOET betalen, zij hebben er ook RECHT op!" De Regering betaalt niet, dat kan ik U nu al vertellen. In tussen hebben die mensen daar geen kans op een redelijk bestaan. Of wel? Van NN (naam bij ons bekend) kreeg ik nevenstaande brief. Ik kan U niet zeggen hoe gelukkig die me maakt. De eerste van de 30.000 rechthebben den. De Ereschuld is een beetje inge lost. Met eer. LILIAN DUCELLE Zijn vader was ex-Knil, is overleden. Jan kon niet naar Nederland, geen voldoende papieren zal wel. Op de foto hierboven de pusaka de erfenis van Pa de Boer, en het enige meubel in huis: een bed. Sr. Ancilla die ons dit "geval" doorgaf, doet wat ze kan. En wij 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 3