3i
3£etjil
ORIENT TRAVEL B.V.
erinnerincjen
(XXXVIII)
Mnemosyne'
9
HET MEERTJE
Door het lezen van het prachtige gedicht Telaga Petengan
van V. N. Ahn Kobler in de Moesson van 15 augustus kwam
een lang ondergedoken herinnering boven water bij me Het
eerste couplet van het gedicht:
Ziet gij ginds die blauwe bergen
In hun armen rust een meer
Glanzend, puur, verborgen en eenzaam
In verheven godensfeer
zette me al direct uit het heden in een dikke dertig jaar
geleden verleden terug. Om precies te zijn februari 1948.
Terug naar de enkele maanden die we met ons peloton in
Tjibatoe doorbrachten. Maar vooral terug naar het piep
kleine meertje even buiten het stadje.
We hadden het meertje ontdekt tijdens één van onze door
nieuwsgierigheid gedreven rondstruiningen in de omgeving
van Tjibatoe. Nadien werd het meertje voor mij en enkele
sobats een vaak bezocht plekje.
Ook dat meertje lag er glanzend, puur, verborgen en een
zaam bij. Hoewel de eenzaamheid rondom en bij het meer
tje me toen wel opgevallen was, want buiten onze aanwe
zigheid heb ik er die maanden nooit iemand van de be
volking gezien, had ik verder niets in de gaten. Later, en
dat is voor mij meestal héél wat later, drong het pas goed
tot me door dat er iets met dat meertje aan de hand moet
zijn geweest. Nu weet ik het wel zeker. Het kan haast niet
anders. Er moet iets geweest zijn. Want hoe is het anders
te verklaren dat wij, als we het meertje een bezoek brach
ten, steeds in ons beste soldatenpak gestoken waren?
Waarom, zo vroeg je je later af, niet in een zwembroek
met zoveel koel helder water voor het grijpen om in te
dolfijnen? Maar nee hoor. Wij gingen er heen met pakean-
deftig an. Gelukkig heb ik nog een foto om het te bewijzen
anders zou u het nooit kunnen geloven.
Op deze foto zitten we gehurkt op een steen (op de foto
niet te zien) die een dikke meter van de kant boven water
uitstak. Links Bartje de Graaf, in het midden Jelle Bakker
en saja rechts.
Bij het meertje in de buurt van Tjibatoe, februari 1948. v.l.n.r.:
Bartje de Graaf, Jelle Bakker en Jan Blokker.
Met handig balanceerwerk na de sprong op de steen kon
den we net met z'n drieën een hurkplekje vinden om daarna
zo maar wat te zitten. Meestal duurde het steenzitten niet
langer dan een kwartiertje en dan verdwenen we weer.
Het is onbegrijpelijk, maar bij niemand van ons kwam ook
maar even de gedachte naar boven om een rottigheidje uit
te halen. Terwijl er toch niets mooier en leuker is dan
even een nou-kan-je-lachen-zetje te geven als je zo krap
gehurkt zit op een steen met rondom je heen water.
Gegarandeerd gaan er een paar te water.
Je verbaast je er nu over dat dat niet één keertje is voor
gevallen. Temeer, omdat we echt niet vies waren van dat
soort geintjes. Want hoe vaak hebben we niet, tijdens de
patrouilles wanneer onze weg dwars door een kali ging,
doormiddel van pootje haken een klein ongelukje gefor
ceerd om maar een sobat languit in de kali te krijgen
Nee, wanneer we alleen al water roken dan borrelden de
geintjes al naar boven. En waarom ook niet. Een nat pak
duurde daar nooit langer dan een half uur, dan was je al
weer droog.
Maar bij het meertje was ons gedrag heel anders. Daar
piekerde je er niet over om wat uit te halen. We hebben
daar zelfs nooit één vinger in het water gestoken.
Heerste daar ook soms een verheven godensfeer? Het
moet wel. Maar dan zijn het wel goden geweest die heel
wat mans waren want anders is het niet mogelijk dat wij
van leve-de-lol soldaten veranderden in oerdegelijke en
oerserieuze mensjes. J. BLOKKER
(Vervolg: "Indisch Sprookjeshuwelijk")
gesteld, stoelen werden in rijen gezet
en de opkomst van het ondernemings-
personeel was altijd trouw gevolgd.
De ene zondag kwamen de protestan
ten, de andere de katholieken.
De kleine Margootje was in gewijde
grond begraven, er had een mis voor
haar zielerust plaats gehad, zonder dat
mijn ouders het wisten. Als ik later bij
het verschijnen van mijn boeken bij
zonder vriendelijke reacties kreeg van
katholieke zijde, heb ik wel eens ge
dacht: "Daar zal mijn katholieke zusje,
dat ik nooit heb gekend, misschien iets
mee te maken hebben."
Het sprookjeshuwelijk en de realiteit,
die erop volgde! Toen ik het later te
boek stelde in een roman, schreef een
recensent: "Ze heeft in één boek wel
tien romans samengevat". Ja, het oude
Indië als verhalenbron raakt nimmer
uitgeput. In één huwelijksjaar beleefden
mensen soms meer dan anderen in een
leven. Mijn vader, Willem, zei wel
eens: "Daarom zeggen wij dat Indische
jaren dubbel tellen."
.G
De specialist op het Verre Oosten biedt aan
Retour Amsterdam - Jakarta voor slechts f 1.750,
EEN GOEDE BESTEDING VOOR UW f 7.500,—
Geen risico: U betaalt de reiskosten pas bij ontvangst van uw tickets, (slechts
10% deposito bij boeking).
Tevens hebben wij zeer voordelige tarieven naar Australië, USA en Canada I
Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38
Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG
Tel. 070 - 63 83 67
Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM
Tel. 020 - 23 74 84
Groeneweg 1 - 1381 CM WEESP
Tel. 02940 - 1 48 88 1 79 58
BUITEN KANTOORUREN
De heer F. Schirmer - Tel. 075- 17 07 80
door T. A. DE HAAN
Een aantal poëtische herinneringen die teruggrijpen naar dierbare tijden.
40 Jaren in Nederlandsch-lndië en Indonesië als medicus, maar ook
andere plekken op de wereld inspireerden T. A. de Haan tot deze
gedachten in gedichten.
Prijs f 19,50 porto f 2,10 BOEKHANDEL MOESSON