bahasa indonesia •jÉi* 3£erinnerincjen 3<CetjlL (XXXIX) drs. suci bartini kuntoro va/ A'&ïl Jt. V - 'i'b i'ilujé. Eenvoudig, praktisch overzichtelijk. Prijs f 14,50 f 2,10 porto Wij hebben veel Indonesische ontspanningslectuur en geregeld FEMINA, KARTIN! en INTISARI. toen hij naast me gerold was. "Ja maar dat is de bedoeling niet", antwoordde ik, angstig om me heen kijkend naar een nog veiliger plekje. "Zo vlot wil ik nu ook weer niet be graven worden. Ik bedoelde over een jaar of zeventig". "Doe me een lol en zeg dat er dan voortaan bij", griepte Piet tegen me. "Dat lijkt me veel ge zonder. Je weet toch dat de vijand overal en altijd meeluistert". Natuurlijk wist ik dat, maar wat wil je, een soldaat in Indië had zoveel aan z'n hoofd en nog meer ging er door z'n hoofd heen dat er wel eens iets door schoot en vergeten werd. Eén ding heb ik er van geleerd: Ik zeg nooit meer van m'n leven dat ik ergens begraven wil worden. Dat is me veels te link geworden. J. BLOKKER TJO EN PAM Tjo: Zeg Pam heb je gelezen over huis in Indonesië in Moesson van 15 september? Pam: Ja, waarom vraah je? Tjo: Ajo wij haan visum vrahen voor 5 weken? Pam: Waarom, wij haan toch niet? Tjo: Je ziet toch? Daar staat kost 55 hulden inclusief landing fees. Ma- na boleh tehenwoordig je krijg fees voor 55 pop, dus inclusief makan-makan, dansi-dansi en so? Pam: Ach, je ben een suffer, die fees zonder t is Engels en je moet uit spreken fies. Tjo: Ah, ik begrijp, als so dit beteken inclusief viese feest. Ajo wij haan SINJO BETAWI Een leuke opname van een gezellige selamatan van leerlingen van de H.l.-Kweekschool in Lembang. Namen en bijzonderheden zijn niet bekend, wie weet er iets meer over te vertellen Toen, was het me nog veels te vroeg. Het pad waarover wij onze patrouille liepen kronkelde zich tussen de met sa- wah's bedekte heuvels. De voorlopers van de dan weer links, dan weer rechts, dan weer achter en dan weer voor ons liggende berg, waarop halverwege de helling het doel van onze patrouille lag. Evenwijdig het pad liep een irrigatie kanaaltje waarin een zee van verlokking van het zuivere koele bergwater onze neus voorbij stroomde. Vermoeid en zweterig sjokten we zwij gend achter elkaar, door een geweldig mooi stukje Preanger. Zwijgend, omdat de vermoeidheid, zoals altijd het ge val was, ons het zwijgen had opgelegd. Het denken was overgebleven. En hoe. De gekste dingen, waar je nor maal nooit aan gedacht zou hebben, bedacht je. Zo dacht ik al een tijdje aan een welkome gek die me in het kanaaltje zou gooien, zo verlangde ik naar een duik in dat heerlijke koele water. Maar ja, zo'n gek was er natuurlijk niet (ik liep daar begin '48) en me zelf in het kanaaltje werpen was té gek want dat getuigde van ongediscipli neerd gedrag en dat was iets waar zelfs een haar op het hoofd van een soldaat niet aan dorst te denken. Dus sjokte ik maar voort. Nog twee bochten - ik wist het pre cies van voorgaande patrouilles - en dan zou de mooist gelegen kampong in West Java weer voor me liggen. Weliswaar een alledaagse kampong van niet meer dan een huisje of vijf entwintig in een rij aan de voet van een heuvel en waar knoerten van bo men voor een eeuwige schaduw in de kampong zorgden. Eigenlijk was het niet meer dan een bewoond laantje. Maar die ligging er van, die deed het hem. Die gaf de kampong iets unieks aan schoonheid, iets van een paradijs op aarde. Vlak voor de kampong bleef ik even tjes stilstaan om voor de onvergetelijk heid de kampong goed in me op te nemen. "In die kampong zou ik best begraven willen worden", sprak ik in een opwelling tegen m'n lotgenoot Piet die naast me was komen staan. "Dat lijkt me het einde". Verbaasd keek Piet me aan en liep zonder iets te zeggen door. Ik volgde. Plotseling klonken er schoten en enige kogels kruisten fluitend ons pad. He vig geschrokken stortte ik me ter aar de en rolde me, door een hunkering naar het eeuwige leven gedreven, over het pad naar het stevigste gedeelte van een sawahdijkje, om achter dit dijkje van de eerste schrik wat bij te komen en m'n angst de gelegenheid te geven wat heldhaftiger te worden. "Heb je nog meer van die leuke idee- en", was het eerste dat Piet me vroeg 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 11