£0
BEL EERST
AURORA
Een misselijke beschuldiging
KRONIEK VAN EEN
INDISCHMAN
Telefoon: 020-199377/199396
Lessen in het zwartmaken.
Dezer dagen opgeschrikt door een
stuk in de N.R.C. van 27 november.
Het is van de hand van NRC redacteur
Peter Schumacher onder de titel "Ru
zies vertragen Indische Uitkeringen".
Wij waren thuis al zo'n beetje plan
nen aan het maken wat wij met die
7.500,zouden gaan doen en nu
dit weer. Verontrust begon ik te lezen,
maar spoedig besloegen mijn brille-
glazen over de revolverjournalistiek
die hier bedreven wordt. Lief begint
Sch. te schrijven dat Ir. G. S. Vrijburg,
die als lid van de Commissie (Advies
commissie Uitkeringswet Indische Ge-
interneerden) is benoemd, na een strijd
van jaren er mede toe heeft bijgedra
gen dat de mensen uit de kampen als
nog schadeloos worden gesteld. Maar
dan komt het venijn: "De reden dat
de samenstelling op zich heeft laten
wachten kan niet uitsluitend worden
geweten aan langzaam malende ambte
lijke molens, maar ook aan het feit
dat niet alle Indische belangenorgani
saties Vrijburgs kandidatuur steunen.
Vrijburg is bij bepaalde groepen In
dische Nederlanders het laatste jaar
een omstreden figuur geworden". In
het artikel wordt dan vermeld dat er
geruchten in omloop zijn dat Vrijburg
lid van de N.S.B. zou zijn geweest, of
sympathiën voor deze partij heeft ge
had.
Het is natuurlijk onzin wat Sch. daar
beweert. Ik geloof er geen steek van
dat ruzie in het Nationaal Comité Ver-
Er is nu - ik zou haast zeggen van
zelfsprekend - intussen ruzie over de
samenstelling van de commissie, die
de regering moet adviseren over de
twijfelgevallen van de befaamde "af
lossing" van de Nederlandse Ereschul
den aan de tot dusver vergeten of
genegeerde aanspraken van de Ne
derlanders overzee. Op die ruzie gaan
wij niet in.
Waar wij wel op willen ingaan is de
beschuldiging dat Vrijburg lid van de
NSB geweest zou zijn in de dertiger
jaren. Ofschoon daarvoor geen enkel
bewijs wordt aangevoerd, blijft de ver
denking sudderen. Zo van: ja, wij heb
ben de bewijzen wel niet of nog niet
kunnen vinden, maar je kunt nooit
weten
zetsherdenkingskruis en mogelijke N.
S.B. sympathiën, de uitkeringen ook
maar één dag vertraagd hebben. Zij
waren trouwens al begonnen, voordat
de Commissie begonnen was.
De spreekbuis van die verontruste
groep Indische Nederlanders is, vol
gens het artikel in de N.R.C., de heer
Koot uit Hoensbroek, de voorzitter van
"Nu of Nooit". Koot heeft dat verteld
aan het Limburgs Dagblad die daar een
heel verhaal over publiceerde. Schu
macher van de N.R.C. vangt het balle
tje op en zorgt dat het landelijk be
kend wordt. Zo werkt dit spelletje
"praatje-rond-de-wereld".
Wij maken hier een staaltje mee van
de harde confrontatie politiek. Een me
thode van deze soort politiek is een
politieke tegenstander uit te schakelen
door hem zwart te maken.
De Indische Verenigingen die met de
Stichting Nederlandse Ereschulden van
Ir. Vrijburg samenwerken hebben, na
de eerste geruchten, uitgebreid de
achtergronden van Ir. Vrijburg onder
zocht en de documenten gelezen die
hem van deze verdachtmakingen zui
veren TIEN belangenorganisaties heb
ben na deze bevindingen een gemeen
schappelijk schrijven aan Minister van
Thijn gericht, waarbij zij hun onver
deeld vertrouwen in Ir. G. S. Vrijburg
betuigen.
Het is zaak voor de Stichting Neder
landse Ereschulden met de heer Vrij
burg aan het hoofd om door te gaan.
Branie en onversaagd, maar uiterst
waakzaam.
So long
INDISCHMAN
Wij voor ons herinneren ons vele dis
cussies waaruit duidelijk het verschil
in inzicht en mentaliteit van Vrijburg
en mij naar voren trad, maar geen die
mij ooit zou kunnen leiden tot het ver
moeden dat Vrijburg zich in gezel
schap van Mussert thuis zou voelen.
Natuurlijk had deze nooit een blad
voor de mond nemende figuur kritiek
op Nederland, die soms samenviel met
de kritiek van Mussert en de zijnen.
Maar wie in Indië had dit niet?
Het gebroken geweertje bijvoorbeeld
was een onderwerp van felle kritiek,
het karakter van de Nederlandse po
litiek met soms haast tragische gevol
gen voor Indië. Zeker speelden in de
jaren dertig ook de gevolgen van de
TRAVEL SERVICE B.V.
Clauskindereweg 28,
1069 HN - Amsterdam-Osdorp
Kantooruren: ma. t/m vr. 09.00 - 17.00 uur,
zaterdag tot 12.00 uur.
recessie die in 1929 begon een rol. Tal
van goedwillende lieden met weinig
benul van politieke verhoudingen in
het moederland, maar van onbezweken
loyaliteit wendden zich in die jaren tot
de man, die zich als een Verlosser
aankondigde: Mussert. Leden van de
beweging waren er velen, sympathi
santen met veel van wat Mussert ver
kondigde nog veel meer. Wie over
deze Nederlanders overzee een oor
deel wil uitspreken ga zijn gang, mits
hij in het oog houdt dat de NSB in
Indië nu eenmaal heel iets anders was
dan in Nederland. Op zijn hoogst komt
men dan tot de conclusie dat Indië
heel veel politiek ongeschoolde Ne
derlanders telde.
Vrijburg zal zeker wel eens iets ge
zegd hebben dat in het NSB-straatje
paste. Dat maakt hem geen lid of aan
hanger van wat zich later in Nederland
ontpopte als een landverraderlijke or
ganisatie. Maar bovendien - als men
de fictie wil handhaven dat Indische
NSB-ers onder geen omstandigheid
behoorlijke mensen zijn - dan blijft nog
het ontbreken van elk spoor van be
wijs, dat Vrijburg lid is geweest van
die haast vergeten organisatie, als een
paal boven water staan. Maar helaas
als zulk een beschuldiging, zij
het zonder dat spoor van bewijs, een
maal is uitgesproken, blijft er altijd wel
iets van hangen. Dat is het uitermate
smerige effect van die smerige be
schuldiging. Moesson spreekt gaarne
zijn volledig vertrouwen in de integri
teit van Vrijburg uit.
J. H. RITMAN
Ir. G. S. Vrijburg is een merkwaardig man. Orschoon in Bogor geboren heeft hij
zijn Friese afstamming nooit verloochend. Ik ken hem nu ongeveer een halve
eeuw en heb dus ruimschoots gelegenheid gehad hem te leren kennen. Welnu:
naar mijn ervaring is Vrijburg een "rechtlijnig" man: een echte Friese door
douwer, een man die ongeacht de konsekwenties "recht voor zijn raap" de
tegenstander zegt waar het op aan komt. Echt een man die het in "the gentle
art of making enemies" ver heeft gebracht. Een vechter, geen diplomaat. En hoe
hij vechten kon en kan heeft hij ook in Nederland bewezen door zijn activiteiten
als voorzitter van de Stichting Nederlandse Ereschulden, die nu, mede dank zij
de steun van andere organisaties, althans voor een deel haar zin heeft gekregen.
22