poirrie VAN DE INDO IN HONGKONG Wat een leuke reacties kreeg ik op mijn oude klassefoto in de Moesson van 1 nov. 1981 Hartelijk dank: Yvonne Neimann-Len- tze en Threes Körnmann-Rijken en Mevrouw C. M. Winkelman en Lies Spima-v. Kesteren en ook Irene Wein- tré, voor jullie brieven. Ik zal ze per soonlijk beantwoorden, alleen pas na half januari 1982. Maar wat heb ik ge noten van die leuke, lieve, soms ont roerende, soms héél lange (6vellen!) brieven I I Zoals gewoonlijk hier in Hongkong, heb ik nogal wat logé's in december en januari. Meestal familie. Dolgezellig, maar wel zó dat er weinig tijd tot schrijven overblijft (we hebben geen bedienden). Dus: ma'af ja lieve men sen! Is het trouwens niet fantastisch dat Moesson fungeert als middelpunt, als contactadres voor ons allemaal Door Moesson vormen Indo's, ver spreid over de hele wereld, één grote familie. Hopelijk blijft dat nog vele, vele jaren zo! Aan allemaal: Een fijne decembermaand toegewenst en nog maals heel veel dank. LAUTY KLEEVENS-MUSCH Hongkong LISONG EN DE BIOSCOOP In het stuk "Lisong II" in Moesson van 1 november komt een kleine vergissing voor: Yo Heng Siang (ook wel Heintje ge noemd) was de exploitant van Globe op Pintoe Besi en het Kramat-theater (later door ons in "Rex" herdoopt op het grote kruispunt Kramat-Senèn. Op Krekot stond de Cinema Palace van de gebroeders Oei Soen Jong en Oei Soen Tiong. Voor de goede orde: ik kan dit weten omdat ik van 1935-1942 films leverde voor RKO Radio Films onder contract voor directeur Lou Lioni. Van deze gelegenheid wil ik graag gebruik maken om te vragen of er lezers zijn die mij in contact kunnen brengen met andere filmmensen uit die tijd zoals: gebroeders Keasberry van Universal; Honig van de Filmcen suur; Bastiaans van Warner Brothers. JOHN POWNALL 1e Helmersstraat 221 1054 DW Amsterdam VAN EEN VOGELTJE IN EEN KOOI Zo'n derkoekoe (tekukur) van Rogier van de voorplaat no. 8 heeft mij anders wel voor enkele ogenblikken in op winding gebracht. Dat was tijdens mijn bezoek aan Yogya, verleden jaar. Ik wachtte op een morgen op een paar reisgenoten om samen te ontbijten, op 't galerijtje voor mijn kamer in het hotel. Hoorde ik ineens het blijde gejubel van een tjoetjah-rawah. Moeras-nachte gaal, noemde mijn vader de vogels, omdat ze graag voor dag en dauw hun aria's aan de kali-kant ten beste ga ven. Mijn hart sprong op, een tjoetjah rawah en zo maar in een hotel tuin. Dat had ik nog nooit mee gemaakt; het waren vroeger schuwe vogels die je hoogstens heel uit de verte kon horen zingen. Dit moest er dus één zijn in een kooi. Ik zoeken, overal en javoor 't kan toor in een andere vleugel zag ik een paar kooien hangen met de gewone vogels er in; poeters en ook een der koekoe. Ik liep er naar toe en uit de kooi met de derkoekoe kwam 't melo- dieuse lied van de tjoetjah rawah. Op het zelfde moment kwam een meisje uit het kantoortje. "Itoe soeara boeroeng dari mana?" Waar komt die stem vandaan? "Dari sitoe" Daarvandaan; en ze wees op de kooi boven m'n hoofd. "Vertel me nou wat? Die dooie dief, die geen bek open doet? Itoe boekan tjoetjah-rawah?" Toen begreep ze na tuurlijk dat ik wel iets af wist van In dische vogels. "Een bandje mevrouw". De zang was opgenomen. Zo worden touristen o.a. beld, waar ze bij (onder) staan. PLANTERSVROUW HOLLANDITIS 1981-82 WALTER SPIES Het artikel over Walter Spies doet bij me plotseling herinneringen uit mijn jeugd opkomen. Niet dat ik Walter Spies goed kende. Ik was toen nog een jochie van een jaar of dertien, veer tien, maar Walter Spies was een beste vriend van mijn Opa Jan Remeeus. Mijn Opa was als paardenkenner (hij was gepensioneerd wachtmeester van de cavalerie van het KNIL) stalmees ter van de Sultan van Djokja. Hij zorg de voor de hele stoeterij van de sultan waaronder een honderd paarden, wa gens en tuig alsook de twee gouden koetsen die de sultan had. Opa gaf ook rijles aan de prinsen en prinses sen, onder wie ook de tegenwoordige Sultan van Djokja. Ook het beslaan van de paarden viel onder zijn verant woording. Hij was ook de eerste en laatste Hollandse koetsier van de gou den koets van de sultan. In die tijd was Walter Spies Kapel meester van de privé kapel van de sultan en zo leerde hij mijn opa ken nen. Hij kwam vaak bij mijn Opa thuis. Hij sprak toen al heel goed Hollands, maar wel met een Duits accent. Walter Spies gaf ook muzieklessen aan jon gere Indonesiërs, die later in de kapel van de sultan werden opgenomen. Hij had een vrij redelijk bestaan. Pas later vernam mijn opa dat hij naar Bali was vertrokken. Jammer dat hij geen Ned. Staatsburger is geworden, want hij stond bij de Ned. Ind. vreemdelingendienst nog steeds als Duitser geregistreerd. We hebben nooit meer iets van hem ge hoord totdat ik Uw artikel las in de moesson. M. J. MOLLET DE ONDERGANG VAN DE VAN IMHOFF In mijn stukje over de film van Walter Spies' leven vermeldde ik dat Spies en zijn lotgenoten aan hun einde zijn ge komen door een torpedo, afgevuurd van een Japanse onderzeeër. Een vrien delijke lezer deelt mij mede dat dit onjuist is; het schijnt een meer voor komend misverstand te zijn, want in verscheidene publicaties over Spies wordt vermeld, dat hij en zijn lotge noten zijn verdronken omdat zijn schip - dat was de Van Imhoff van de KPM - werd getorpedeerd. Onze zegsman in tussen weet het beter en hij heeft recht van spreken, want hij was ook aan boord van het zo noodlottig aan zijn eind gekomen schip. De Van Im- hof werd aangevallen door een Japan se bommenwerper, die vijf maal miste alvorens hij de noodlottige treffer plaatste. Van de geïnterneerden heb ben weinigen de ramp overleefd. JHR. 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1981 | | pagina 23