Sneeuwwitje en de seven dwergen 12 x BashjuL Grumpy Dopey Met een glimlach herinneren wij ons de leuke dingen in het leven. De rest hebben wij vergeten. Dat ik mijn eerste schreden zette op het pad van de vrije onderneming, de "Handel" zeiden wij eerbiedig in Indië, kwam door een toevallige ontmoeting in de 'Koude Hoek' met mijn vriend si Eddie. Dit verhaal speelt zich af in het Batavia van onze jeugd, in het midden van de jaren 30. Dat is het Batavia waar ik al die leuke, opwindende dingen heb gedaan, die een Indische jongen kan doen. Waar ik op de Broederschool aan het Koningsplein Oost gezeten heb en later op de Koning Willem III school op Salemba. Waar ik padvinder was bij de 'Groenen', die hun clubhuis hadden in het Pejambonpark, tegenover de Volks raad, tegenwoordig gedung Pancasila geheten. Dat Batavia, waar ik gefuifd en gevrejen heb, bedoel ik. Doch om verwarring te voorkomen, noem ik die stad hier verder Jakarta. Ik had die middag op Pasar Baru een doos veiligheidsspelden gekocht, van het soort met een platte rug die men achter corsages en broches vindt. Het was midden op de dag en de zon brandde als een heet fornuis. Ik vond dat ik hard toe was aan een ijskoud drankje. Ik fietste Pasar Baru af en sloeg aan het eind rechtsaf. Ik was toen op Pintu Besi. Dit was een eigen zinnigheid van de straat, want linksaf van Pasar Baru, heette de straat Kre- kot. Iedere jongen in die tijd kent het smalle straatje naast de Globe bios coop. Op de hoek, aangeleund tegen de bioscoop had je het café Nieborg, doch aan de rechterhand had je een aantal kubusvormige restaurantjes van hoogstens vier of vijf meter in het vierkant. Deze restaurantjes noemden wij de 'Koude Hoek'. Men zal mij hier in de rede vallen en zeggen dat er ook andere drinkgele- genheden waren, die de koude hoek genoemd werden, en die ook een ver zamelpunt waren van de schooljeugd. Zoals bijvoorbeeld het restaurant naast de Cinemabioscoop op Kretot, waar biljarttafels stonden, waar wij onze eerste stoten op het groene laken ge leerd hadden. Je kon daar voor één of twee kwartjes per uur biljarten. Ook bij de Rexbioscoop op Kramat had je een koude hoek. Maar voor mij en vele van mijn kontjos was er maar één kou de hoek, die naast de Globe bioscoop. Daar trof ik geregeld mijn kameraden, daar kenden wij de Chinese kroeg bazen die wij "taukèh" noemden en waar wij op de pof mochten verteren. In een beduimeld schriftje schreef de kroegbaas wat si-panjang, of si-gen- dut, of si-merah hem nog schuldig wa ren, want hij kende onze namen niet. Het was er koel en gezellig. Aan de muren hingen fel gekleurde Chinese prenten, een Kwam Yin op een lotus en de god van de oorlog in rood en goud en natuurlijk hing er een rekla- meprent van Obat matjan en ook een poster van Coca Cola ontbrak er nooit. In de koude hoek kwam de mannelijke jeugd; ik heb er nooit één meisje ge zien. Maar ook werklozen die niets om handen hadden, want wij leefden toen nog in de crisisjaren en de consump ties waren daar goedkoop. Het goed- koopste was een glas Orange Crush met veel ijs. Dat kostte twaalf en een halve cent. Van achter zijn toonbank, achter in het lokaal, hield de taukèh zijn klanten in de gaten. Daar maakte hij ook zijn be stellingen klaar, koffie susu, stroop met klapa puan, fijngemaakte advocaat met blikkemelk en het heerlijkste van alles, ijs-shanghai. Alles met heel veel ijs, ijs in brokken, of tot gruis vermalen. Op de toonbank stond de ijsmolen klaar voor het gebruik. IJs. IJs. IJs. In de hete kustplaatsen consumeerden wij bergen ijs. Wat zou Indië geweest zijn zonder de ijs fabrieken die dag en nacht doorwerk ten. Het procédé om ijs te maken is niet moeilijk en de grondstof, het leidingwater, was ook al goedkoop, zodat het eindproduct in die tijd, als ik het mij goed herinner, zelfs diep in het binnenland voor een cent het pond werd verkocht. De gebeurtenis die ik hier verhaal, speelde rondom de eerste, grote teken film van Sneeuwwitje en de zeven dwergen, die toen gelijktijdig in de Globe en Rex bioscoop vertoond werd. De studio's van Walt Disney hadden drie jaren aan deze film gewerkt. U herinnert zich ongetwijfeld nog de leu ke songs uit de film, "We dig dig dig" en "Hi-ho". Sneeuwwitje en de dwer gen Happy, Grumpy, Dog, Sneezy, Bashful, Sleepy en Dopey werden de lievelingen van het publiek. Ik zou ze nu nog uit het hoofd kunnen tekenen, want ik had ze in die tijd wel honderd maal overgetekend. Elaine en ik hadden namelijk de film gezien en Elaine, die op de openbare vakschool voor meisjes, op Pasar Ba- roe tegenover de schouwburg, het modevak leerde, was er zo verrukt van, dat zij knopen wilde hebben van de kopjes van de dwergen en een broche van Sneeuwwitje. Met tekenpapier, pen en oost-Indische inkt en écoline-waterverf, triplexhout en een figuurzaag ging ik aan het werk. Toen ik klaar was, ging Elaine met de knopen en de broche, die er met een streekje vernis uit zagen of zij uit een winkel kwamen, naar school. Al haar vriendinnen wilden deze dingen hebben en wij kregen handen te kort om de Sneeuwwitje en drie van de dwergen. knopen en broches te maken, die Elai ne voor een gulden per set begon te verkopen. Zo ver waren wij met onze handel, toen ik op Pasar Baru een doos veilig heidsspelden had gekocht en in de koude hoek van de hitte zat te be komen. Het was toen dat een zware motorfiets het straatje naast de Globe binnendraaide en voor de tent stopte waar ik met een ijskoude stroop susu aan een tafeltje zat. Het was mijn vriend Eddie, die ik in geen maanden had gezien, die binnenstapte en naast mij ging zitten. "Je moet de zaken groot aanpakken!", zei Eddie, toen ik hem het verhaal van de knopen en broches had verteld. "Je kunt niet doorgaan met die dingen zelf te zagen. Ik weet in de benedenstad een Chinees die een zagerij heeft. En je moet niet langer de tekeningetjes iedere keer opnieuw tekenen, ook al gebruik je daar carbonpapier bij. Zet de tekeningen op een stencil en ik laat bij Gestetner een paar honderd vel voor je afdrukken. Je moet nu over gaan op massa produktie Hier sprak de praktische man, de on dernemer in de dop die Eddie was. Ik had hem leren kennen op het voet balveld, toen hij voor de Jan Pieterszn Coen stichting speelde. Hij was daar ondergebracht omdat zijn ouders op een onderneming zaten. Hoewel hij een goed studiehoofd had, voelde hij zich meer aangetrokken tot de grote, stoe re jongens in de blauwe werkpakken, de jongens van de ambachtsschool, dan tot de jochies van de H.B.S. of Mulo. Hij wilde praktische vakken le ren, met de handen werken. Hij was opzichter geworden bij gemeentewer ken, had een gemeentewoning in Tan gerang en een motorfiets. De film van Sneeuwwitje werd uitge bracht door de R.K.O. Radio pictures, waarvan Lioni directeur was. Hij had zijn kantoor op Pasar Baru Oost, tus-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 12