Met uw hulp kan de HALIN
blijven helpen. Elk bedrag op
elke tijd welkom
Stichting HALIN
GIRO 308
Guest-House "TAMARA"
paar oude stoelen en een tafeltje voor de huiselijkheid. Links op de bunker,
niet zo zichtbaar op de foto maar heel goed zichtbaar voor eventuele herove-
raars van het vliegveld, hadden we, om ze van die gedachte af te helpen, een
zware mitrailleur gezet. Vanaf deze bunker zorgden bij toerbeurt drie man tus
sen zonsopgang en zonsondergang voor een veilige haven voor onze luchtvloot.
Na zonsondergang werd de post ingetrokken en hoopten we maar, vanuit de
nabij gelegen kampong waarin we gelegerd waren, dat de peloppers 's nachts
niet zouden gaan rommelen aan de landingsstrip. Omdat hopen geen zekerheid
biedt was onze eerste taak als we de post "vliegveld" hadden en daar aange
komen waren, het grondig inspecteren van de landingsstrip om daarna de rest
van de lange dag zittend en liggend ze verder te zien vliegen zoals we onze
taak noemden.
Dat zien vliegen viel overigens bar tegen. Na de actie werd er zelfs niets aan
de grond gezet van onze luchtvloot en ging je je afvragen of er wel zo iets als
een luchtvloot bestond. Maar gaandeweg wisten ze ons vliegveld te vinden en
kwam er wat leven in het luchtruim en dartelden de eerste vliegtuigen over de
landingsstrip. In het begin alleen wat kleingoed zoals Austers en Pipercups,
later ook de voor die tijd toch aardig uit de kluiten gewassen vliegtuigen, de
tweemotorige Dakota's.
Deze bedrijvigheid werd voor ons een stimulans om steeds de uiterste waak
zaamheid na te streven, zodat een veilige landing van de in de lucht werkzame
strijdmakkers verzekerd was. Nu is er, en dat moet ik toegeven, van die waak
zaamheid niet veel te zien op de foto. Maar ja, voor een fotootje voor thuis
deed je alles en werd de waakzaamheid even aan de kant gezet evenals de
twee bunkergenoten. Vandaar dat u maar één wapenbroeder op de bunker ziet
en wel Jelle Bakker.
Met de komst van de Dakota's kwam er ook schot in de verlofregeling voor ons.
Van elk peloton in en rondom Tasikmalaja konden toen wekelijks een paar man
per Dakota met verlof naar Bandoeng. In het begin werd je alleen heen gevlogen
en moest je liftend terug zien te komen. Later werd er meer service geboden
en werd je heen en weer gevlogen. Voor de meesten, zo werd er beweerd,
een heel wat gerieflijker vervoer dan de open trucks.
Mijn verlof viel gelukkig, omdat ik het helemaal niet op het luchtruim voorzien
had, nog net in die periode dat je heen hoog boven de weg en terug laag over
de weg vloog. Omdat er geen andere mogelijkheid dan vliegen voor me over
bleef en verlof ook als dienst aangerekend werd, was ik wel gedwongen, toen
mijn verlofw^ek aangebroken was, om ook in de kist te klimmen die gereed
stond voor de vlucht naar Bandoeng.
Eenmaal van de grond wist ik het meteen al: vliegen hoeft voor mij niet meer.
In tegenstelling tot de andere sobat-passagiers heb ik helemaal niet genoten
van de vlucht. Harpstijf van angst bleef ik op de zijbank in het vliegtuig zitten.
Niets heb ik van het prachtige landschap onder me gezien. Ik had alleen maar
oog voor de linker motor waar ik tegen aankeek. "Als die nu maar blijft draaien",
dacht ik de hele reis. Al die verrukt schreeuwerige stemmen boven het lawaai
van de Dakota uit die beweerden dat ze gelijk hebben, dat het inderdaad net lijkt
of je boven velden boerenkool vliegt, zeiden me niets. Ik keek niet, m'n ogen
zaten aan de motor vastgeplakt. M'n sobats zagen boerenkool. Ik voelde me als
boerenkool, maar dan gestampt in een overjarig blik dat op barsten stond.
Nee, vliegen is voor mij niets. Ik zie ze liever vliegen en dan het liefst met m'n
rug tegen een stam van de Indische boerenkool geleund een klapper moeda
oppeuzelend. Dan voel ik me veel senanger.
J. BLOKKER
de waarheid vertellen kon ik niet, want
zij zouden het moeilijk begrijpen en
aanvaarden. Zo nuchter en plompver
loren voor het hoofd stoten was niet
alus. Ik moest er wat op vinden.
Aldus geschiedde.
"Entjik batin, mannen van het dorp,
luister naar mij wat ik heb ervaren.
Ik was een nacht op de begraafplaats
en heb daar gewaakt en geslapen tus
sen de graven, de takken liggen er nog.
U kunt zich zelf overtuigen".
Bevestigend gemompel van "aok, het
is zo".
"Wel, van het waken moe viel ik in
slaap. Maar u moet weten dat mijn
vader mij altijd heeft voorgehouden
nimmer bevreesd te zijn. Met een zui
ver geweten kan je nooit kwaad ge
schieden. Zelfs het boze heeft geen
vat op je, als je maar goed oppast en
waakzaam blijft".
"Aok, dat is zo. Onze wijze hadji, die
heengegaan is, leerde ons immer: Zij
die met Allah zijn zullen het slechte
overwinnen. Wat gebeurde er verder,
U sliep?"
"Wel, na middernacht schrok ik wak
ker van een stem die riep: "Abang,
Abang!" Een magere, knokige hand
schudde mij wakker. "Bangun Abang
(wakker worden, oom)". Ik schrok
wakker en realiseerde mij niet direct
waar ik was. Vreemd genoeg was het
niet donker, integendeel, er brandde
ergens een licht. "Jangan takut (niet
bang wezen) ik ben het, de hadji".
Toen drong het pas tot mij door waar
ik was. Ik huiverde wel even van schrik
en angst, maar herstelde mij en rees
overeind, sloeg de klambu op en ont
waarde de; hadji, zittende op zijn graf
in een straal van vlammen.
"Salaam aleikum, slamat tuhan hadji".
STICHTING
HULP
AAN
LANDGENOTEN
INDONESIË
Nassau Zuilensteinstraat 9, 2596 CA
DEN HAAG
in Bandung heeft 8 moderne twee
persoons kamers met eigen bad
en toilet voorzien van warm en
koud water.
Voor verdere inlichtingen telef.
053-76 16 45
Hij knikte en gebaarde dat hij mij ver
staan had. Hij sprak met holle stem,
zacht maar duidelijk: "Ik ben blij dat
je gekomen bent, Abang Kakak. Het
verdriet mij zeer dat mijn volk zo be
vreesd voor mij is, want ik wil slechts
het goede. Ik ben nu in een ander
leven en uit dat rijk kan ik mij slechts
manifesteren met vuur om mijn ge
daante als mens weer te vinden en hier
ben ik dan. Ik heb nog een boodschap
aan mijn dorpsgenoten, dat het hun
naar wens mag gaan. Laten zij de
wetten in ere houden en het goede
doen en elkander helpen en bijstaan.
Alleen zo zal de gemeenschap blijven
bestaan. Binnenkort zal mijn grote reis
aanvangen naar het zielenrijk waar ik
de hemel hoop te vinden van het
licht. Dank allen die geholpen hebben".
"Aok, aok". klonk het in koor, "wij
danken U wijze vader en Allah zij u
genadig".
Nadat ik er nog een aantal wijze raad
gevingen op het gebied van volksge
zondheid en onderwijs aan meisjes
had toegevoegd, zei ik tot slot: "Dat
was de boodschap die de oude hadji
mij gaf, in de hoop dat jullie zullen
proberen het na te leven!"
Of zij inderdaad mijn verhaal geloof
den, wil ik in het midden laten. Mij is
nooit wat verweten en niemand zin
speelde daar ook op. Na een tijd hiel
den de verschijnselen op en kon de
kampong weer vrij ademhalen. Inwen
dig bleven zij bevreesd en geloofden
in het bovennatuurlijke.
Zo eindigt mijn verhaal met de geest
verschijning.
Illustratie: Wout Doeve
21