"Hawaiian Little Boys99 GEORGE DE FRETES BLEEF ALTIJD ZICHZELF Op deze foto de "Hawaiian Little Boys" met hun eerste beker, gewonnen op een Hawaiian concours te Batavia in januari 1936. Knielend v.l.nr.: Vic Spangen berg, René den Daas en Mike Pauli, staande v.l.n.r.: George de Fretes, Hans de Water, Guus Schrijn, Leo Cress en Vic Latumeten. De beker kregen zij als aanmoedigingsprijs omdat ze feitelijk nog te jong waren om mee te dingen. De gemiddelde leeftijd van de jongens was 14 jaar I De aanwezigen op het concours gunden hun echter best een "echte" prijs en iedereen was enthou siast over de muziek. Het nummer "Dancing with my shadow" met zang van René den Daas oogstte veel applaus. De jonge George (Tjoh) de Fretes viel toen al op door zijn rustig en beheerst spel op de steelguitaar, zowel in op zwepende hula-ritmes als in de "waterfall" style van Andy lona. Hij was altijd zeker van zichzelf, wat het samenspel van de groep beslist ten goede kwam. En dat op die leeftijd René den Daas is intussen ook overleden. Hans de Water is nog actief in de muziek; met zijn "Rhythm Rascals" verzorgt hij de begeleiding van veel dans avonden. Guus Schrijn speelt alleen in huiselijke kring. Vic Spangenberg ver trok in 1938 voor studie naar Nederland. In de Duitse bezetting speelde hij bij de Kilima Hawaiians, na de oorlog in Amerikaanse en andere buitenlandse en sembles. Sinds 10 jaar is hij terug in Nederland, werkzaam bij een grote uit geverij in Amsterdam. Van de overige jongens op de foto weet ik niets af. H. Zwartjes, Stoutstraat 16 A, 3042 RG Rotterdam. "BLACKIE" De eerste foto van de oorspronkelijke Royal Hawaiian Minstrels. In het midden George de Fretes. Hij bespeelde niet alleen de hawaiian- gitaar als geen ander, maar ook de viool, fluit en gitaar. De meeste instru menten die U kunt horen op een van zijn mooiste elpees "George de Fretes and his krontjong minstrels" (uitverkocht) worden door hem zelf bespeeld. Als je "Stambul Fantasi" hoort, "Pulau Am- bon" of "Sabarku menanti", dan hoor je niet alleen muziek, je ziet ook een land, dat je stil maakt en ontroert, en je weet dat het een bijzonder en be genadigd man is die je door zijn mu ziek en zang los kan maken van je omgeving. Was hij bijzonder? Hij moet stil geweest zijn, rustig en bedaard. "Alleen wat ik door mijn muziek te zeg gen heb is belangrijk", zei hij altijd. Hij was artiest. Altijd onberispelijk in een spierwit pak kwam hij op. Hij leefde voor zijn muziek en hij had heimwee. Geen commerciële heimwee, maar een verlangen naar datgene wat niet meer was en wat zo één was met zijn muziek. Dat verlangen, dat gevoel zette hij om in klanken, door velen begrepen en door sommigen afgedaan als zijnde te geaccentueerd. Ongeveer tien jaar geleden verliet hij Holland om het zonnige Californië op te zoeken. Maar het was niet in de eerste plaats de zon die hij zocht. Zijn muziek, en dus hijzelf, werd hier niet meer gewaardeerd: te langzaam, te melancholiek, uit de tijd. Als hij in de U.S.A. op het podium stond en hij speelde daar "Waktu potong padi", dan waren zijn ogen betraand, vertelde iemand mij. Amerika blijft niet stilstaan bij de horlepiep, muziek van welke soort dan ook, wordt daar gewaar deerd, als het maar échte muziek is. Daar ook was hij dicht bij Hawaii, bij musici die hem begrepen. Is het toeval dat hij begraven is naast Sal Hoopi, één van de grootste hawaiian-gitaristen en eens, via grammofoonplaten, zijn leermeester? George de Fretes werd geboren in Ban dung op 23 december 1921. In Torran ce, Californië, overleed hij op 19 no vember 1981. Op 27 november is hij begraven op Forest Lawn Mortuary, Hollywood Hills, Los Angeles. De Suara Istana, Royal Hawaiian Min strels en de Krontjong Minstrels waren een stem van een tijd, van een gene ratie. Die stem is maar éénmaal te horen. Jongeren zouden de fakkel moe ten overnemen, dragen in hun tijd, deze tijd. Maar wie wil toch? Wie wil en durft krontjong te spelen? Kan toch niet hier, niet zo dan! Al voorbij! Ik begrijp wat U bedoelt en misschien hebt U wel gelijk, maar ik kan me niet bij die ge dachte neerleggen. Die muziek, die fakkel had en heeft zijn waarde en be tekenis. Het verlangen, niet naar een, misschien ongekend verleden, maar naar "het jezelf kunnen zijn", kind van twee werelden, doet die vlam aanwak keren en oplaaien tot het vuur waarin je jezelf vindt. Dat brengt de muziek van Achmad, Miss Riboet, Leo Spel, Goh Dumas, Belloni, Rudy Wairata, vele anderen én van George de Fretes. Je eigen voorkeur durven hebben, zon der schaamte, compromissen en voor waarden. Laat de boel maar op je af komen. Dat gebeurt toch wel, al ga je mee met de grote stroom, die niet weet waar ze heen gaat. George pakte zijn spullen en ging naar Californië, waar hij zichzelf kon zijn. Niet iedereen kan weg, maar hoe dan ook, je moet pro beren er hier het beste van te maken. Misschien door jezelf te zijn. R R 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1982 | | pagina 5