MESTER/ÜATINEGARA
De eerste 8 jaren van mijn leven woonde ik in Meester Cornelis. Maar ik heb,
als Anak Mestér, nog nooit van mijn geboortestadje een foto als onderwerp
geplaatst. Hoewel het nu officieel Jatinegara heet, zegt iedereen hier in Jakarta,
nog steeds Mestér en hebben verschillende straten hier nog steeds, vooral als
bus-stop, hun oude naam gehouden, zoals "Bir-lan" Berenlaan en zo.
(Ach ja, wat de échte Anak Betawi dierbaar is wisselt hij niet zo gauw om voor
iets anders en daar helpt zelfs geen Merdeka bij, blijkbaar!)
Maar al dat lieve vredige van mijn
kinderjaren is wel helemaal weg. Ik
herinner me Mèster als een lekker,
stillig voorstadje met veel kampong
ertussen. Met smalle straatjes zonder
verkeer. Met veel Opa's en Oma's die
snoepjes gaven en mooie boeken had
den over de Atjeh-oorlog waar ik wel
eens in mocht kijken. (Want veel van
die Opa's waren gepensioneerde
KNILers). Zelfs de drie jaren Jappen-
tijd waren voor ons kinderen die "bui
ten" waren gebleven erg leuk. Halve
dag "geheime school" bij een tante in
de buurt en dan verder door-maar-door
spelen. Op straat en in de kampong
in de omgeving. En af en toe was het
zelfs erg leuk als door de Jap met de
bewoners van de straat bepaalde oefe
ningen tegen eventuele bombardemen
ten werden gehouden. In brandblussen,
schuilkelders maken, gewonden ver
zorgen en brancards sjouwen enz. enz.
Leuk pehI
Bang waren we in die tijd eigenlijk
alleen als de twee gekken van Mestér
onze straat, de Yapdjenedweg, inkwa
men. Dat waren Ringgit (met de jurk
aan) en Nenek Orok (die een zwangere
buik van ouwe lompen had). Dan vlucht
ten we voortuin of voorgalerij in, gluur
den tot ze voorbij waren en gingen
daarna van verre afstand plagen.
En omdat jezelf in die tijd een stuk
kleiner was, leek alles natuurlijk veel
groter en breder; huizen, tuinen, af
standen, enz. enz. En als je nu weer
terugkomt en alles weer zietya-
illah Ons huis waar we woonden,
een poppehuisje, de Kali Baroe waar
we met bootjes speelden, een smalle
sloot, enzovoorts. De tram die door
de Kerkstraat reed bestaat niet meer.
En de straat zelf is haast 3 keer zo
breed geworden. Trouwens de meeste
van die kleine huisjes bestaan niet
meer. Alles is in toko's veranderd. En
die staan meteen aan de straat, want
de meeste voortuintjes in mijn geliefde
Mestér zijn door de straat ge-annex-
eerd en tot parkeerplaats voor de vele
auto's gebombardeerd
Ja, dat was eigenlijk wat me het meest
opviel, alle voortuintjes en grote bo
men weg. Ik herinner me Mestér als
lekker koel en nu is het één groot,
stoffig, kaal, snikheet stuk beton. Zoals
op deze foto. Dit is het laatste stukje
van de Matramanweg. Als je met dat
hek van de middenberm naar rechts
meegaat kom je dus in de Kerkstraat.
(En als je niet met de bocht meegaat
en rechtdoor zou gaan dus op de
Bekasiweg en bij het kleine stationne
tje). Maar daar in die bocht op de
hoek stond o.a. de apotheek en in
ieder geval een paar geweldige fraaie
grote sengon-bomen.
En daar had je toen trouwens een he
leboel gewone huisjes. En nu is alles
toko. En is alles kaal. En beton. En
heet. En auto's en lawaai en druk.
Enenis het eigenlijk geen
Mestér meerNogal wiedes, het is
Jatinegara en dat is iets anders
ROGIER
nuDe onderwijzer was een Ne
derlander en vertelde het misschien
om de nederlaag van de Nederlanders
tegen de Engelsen te verklaren. Maar
of het nu waar gebeurd is of niet, ik
vind het zo'n vermakelijk verhaal, dat
het mij telkens weer te binnen schiet
als ik met de bus door Senen rijd.
Voordat de bus Jalan Senen Raya in
slaat, passeert ze eerst nog een vijf
sprong. Weinigen zijn er van op de
hoogte dat daar vroeger een brug
heeft gelegen, de Kramatbrug, die op
het eind van de 19de eeuw nog aan
wezig was.
Na Jalan Senen Raya slaat de bus
links af, Jalan Kwini II in en daarop
naar rechts in de richting van Jalan
Rahman Saleh, vervolgens nog eens
naar rechts in de richting van Jalan
Lapangan Banteng Timur. Aan die weg
staat het busstation Lapangan Banteng.
Hier wisselen wij van bus. Lapangan
Banteng, het vroegere Waterlooplein,
was eens het bestuurscentrum van
Nederlands-lndië.
Na de overstap rijdt de bus over Jalan
Lapangan Utara in de richting van de
kathedraal, die bij een hoek van het
plein staat. Wij passeren de Mesjid
Istiqlal, de grootste moskee bezuiden
de evenaar. Vervolgens rijdt de bus
langs de Jalan Veteran en gaat dan
langs de Harmonie, die haar oorsprong
dankt aan een besluit van Daen-
dels in 1810. Op 18 januari had
er de eerste openbare feestelijkheid
in plaats. Daarna werd zij voor feeste
lijkheden ter ere van Koninklijke ver
jaardagen en ook bij andere gelegen
heden gebruikt. St. Nicolaas werd daar
met veel uitbundigheid gevierd, soms
met een bal masqué en met een vuur
werk. Thans is het een centrum van
jeugd- en andere aktiviteiten. Langs
Jalan Gajah Mada en het grote centrum
van de detailhandel Glodok komen wij
in de benedenstad Kota aan. Daar ver
laat ik de bus om naar mijn kantoor
te gaan.
H. KHODIAT
(Vertaald uit: Kompas, 17 febr. 1980)
9